Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rucphen

Verordening Cliëntenparticipatie 2009​

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRucphen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Cliëntenparticipatie 2009​
CiteertitelVerordening Cliëntenparticipatie 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-200901-05-2016Onbekend

24-09-2009

Onbekend

Geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Cliëntenparticipatie 2009​

De Raad van de gemeente Rucphen;

 

gezien het advies van de Commissie Maatschappelijke Aangelegenheden d.d. 8 september 2009;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Rucphen d.d. 21 augustus 2009;

 

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, artikel 47 van de Wet werk en bijstand en artikel 12, eerste lid en onderdeel d van de Wet investeren in jongeren;

 

overwegende dat het noodzakelijk is de wijze waarop jongeren betrokken worden bij de uitvoering van de wet, bij verordening te regelen;

 

BESLUIT

 

In te trekken de Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand 2007;

 

Vast te stellen de Verordening Cliëntenparticipatie 2009.

 

Artikel 1. Doelstelling

Het doel van cliëntenparticipatie is dat cliënten en vertegenwoordigers van belangengroepen invloed kunnen uitoefenen op de totstandkoming en de uitvoering van het beleid op het terrein van de gemeentelijke sociale zekerheid. Mede ten behoeve van dit doel is de WMO-raad in het leven geroepen.

 

Artikel 2. Beleidsterreinen

  • 1.

    In het kader van cliëntenparticipatie adviseert de WMO-raad gevraagd en ongevraagd over de vorming en uitvoering van het gemeentelijke sociale zekerheidsbeleid.

  • 2.

    Niet tot de taak en bevoegdheid van de WMO-raad behoort het uitbrengen van advies bij klachten, bezwaarschriften of andere zaken van individuele klanten.

 

Artikel 3. Samenwerking

  • 1.

    In het kader van de cliëntenparticipatie vraagt het college de WMO-raad om advies inzake de totstandkoming en de uitvoering van het gemeentelijk sociale zekerheidsbeleid.

  • 2.

    2. De WMO-raad is gerechtigd uit eigen beweging advies uit te brengen aan het college inzake het gemeentelijk sociale zekerheidsbeleid.

  • 3.

    3. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het toegevoegd kan worden aan de voor besluitvorming van college of raad ter beschikking te stellen stukken.

  • 4.

    4. Bij het niet of gedeeltelijk overnemen van een advies met betrekking tot het gemeentelijk sociale zekerheidsbeleid stelt het college de WMO-raad daarvan schriftelijk en gemotiveerd in kennis.

  • 5.

    5. Voorafgaand aan vergaderingen tussen de WMO-raad en het college stelt het college de WMO-raad in de gelegenheid om agendapunten aan de dragen met betrekking tot het gemeentelijk sociale zekerheidsbeleid.

 

Artikel 4. Slotbepalingen

  • 1.

    Het college kan ter uitvoering van deze verordening of in zaken waarin de verordening niet voorziet nadere regels stellen.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening cliëntenparticipatie gemeente Rucphen 2009” en treedt in werking met ingang van 1 oktober 2009.

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 24 september 2009

De raad voornoemd.

De griffier, De voorzitter,

R. van Pareren. M.L. Everaers.

Algemene toelichting Wet werk en bijstand en cliëntenparticipatie

Met ingang van 1 januari 2004 is de Wet werk en bijstand (WWB) in werking getreden. In artikel 47 van de WWB is vastgelegd, dat gemeenten in een verordening moeten aangeven hoe zij cliëntenparticipatie gaan vormgeven. Artikel 47 luidt als volgt:

De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de wijze waarop de personen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:

  • 1.

    a. periodiek overleg wordt gevoerd met deze personen of hun vertegenwoordigers;

  • 2.

    b. deze personen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • 3.

    c. zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

De Wet investeren in jongeren en cliëntenparticipatie Op 1 oktober 2009 treedt de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking.

In artikel 12, eerste lid, onderdeel d WIJ is vastgelegd dat de gemeenteraad bij verordening regels moet stellen over de wijze waarop jongeren, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de wet. Artikel 12 luidt als volgt:

1. De gemeenteraad stelt bij verordening regels met betrekking tot:

  • 1.

    a. de inhoud van een werkleeraanbod;

  • 2.

    b. het verlagen van het bedrag van de inkomensvoorziening, bedoeld in artikel 41, eerste lid;

  • 3.

    c. het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van deze wet;

  • 4.

    d. de wijze waarop jongeren, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet;

2. De regels bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, hebben in ieder geval betrekking op de wijze waarop:

  • 1.

    a. periodiek overleg wordt gevoerd met de jongeren of hun vertegenwoordigers;

  • 2.

    b. de jongeren of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • 3.

    c. de jongeren of vertegenwoordigers worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie

 

Met deze verordening komt de gemeenteraad tot een invulling van deze uit genoemde wetten voortvloeiende plicht. In de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) is cliëntenparticipatie niet opgenomen. Gemeenten hebben dus niet de verplichting, maar wel de bevoegdheid, om de cliëntenparticipatie in het kader van de Ioaw en de Ioaz in de huidige verordening mee te nemen. Van deze bevoegdheid heeft de gemeente Rucphen in deze verordening gebruik gemaakt; deze keuze blijkt uit de formulering, dat de participatie betrekking heeft op “het terrein van de gemeentelijke sociale zekerheid”.

Artikelgewijze toelichting

 

Artikel 1. Doelstelling

In dit artikel worden de kerndoelstellingen van cliëntenparticipatie omschreven. Vastgelegd wordt dat via cliëntenparticipatie op twee terreinen invloed kan worden uitgeoefend:

  • op de totstandkoming van gemeentelijk sociale zekerheidsbeleid;

  • op de uitvoering van gemeentelijk sociale zekerheidsbeleid;

 

Artikel 2. Beleidsterreinen

Dit artikel bepaalt de reikwijdte van de taken en bevoegdheden van de WMO-raad met betrekking tot het gemeentelijk sociale zekerheidsbeleid. Nadrukkelijk is opgenomen dat ook op eigen initiatief een advies kan worden uitgebracht. Individuele aangelegenheden vallen buiten het werkveld.

Artikel 3. Samenwerking

In dit artikel wordt een aantal praktische zaken vastgelegd met betrekking tot de samenwerking tussen de WMO-raad en het college. Het college is immers het bestuursorgaan dat is belast met de uitvoering van het gemeentelijke sociale zekerheidsbeleid. Zo is bijvoorbeeld vastgelegd dat de WMO-raad tijdig in staat wordt gesteld om agendapunten aan te dragen die betrekking hebben op het lokale sociale zekerheidsbeleid.

Artikel 4. Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zich.