Organisatie | Groningen |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Reglement van Orde PS provincie Groningen |
Citeertitel | Reglement van orde PS provincie Groningen |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Bestuurlijke organisatie |
Artikel 106 bevat een hardheidsclausule.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-08-2015 | 22-03-2019 | art. 13 | 11-03-2015 Elektronisch Provincieblad, 17-08-2015 | 588801 | |
22-04-2011 | 10-03-2011 | 18-08-2015 | art. 2 | 13-04-2011 Provinciaal blad, 2011, 18 | Voordracht 2011, 10 |
11-02-2011 | 10-03-2011 | art. 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108 | 02-02-2011 Provinciaal blad, 2011, 5 | Voordracht 2011, 1 | |
28-02-2008 | 15-03-2007 | 11-02-2011 | art. 58, 59, 60, 63, 66 | 06-02-2008 Provinciaal blad, 2008, 6 | Voordracht 2008, 1 |
01-03-2007 | 15-03-2007 | nieuwe regeling | 31-01-2007 Provinciaal blad, 2007, 3 | Voordracht 2006, 35 |
Hoofdstuk 1. ALGEMENE BEPALINGEN
In dit reglement wordt verstaan onder:
interpellatie: een verzoek van een lid of meer leden van Provinciale Staten, om, overeenkomstig de Provinciewet, inlichtingen van Gedeputeerde Staten, van een lid van Gedeputeerde Staten dan wel van de commissaris van de Koningin betreffende het door Gedeputeerde Staten of door een Gedeputeerde gevoerde bestuur;
Vindt in een fractie een splitsing plaats die leidt tot de vorming van een of meer nieuwe fracties, dan worden de financiële tegemoetkomingen van de daarbij betrokken fracties vastgesteld op de bedragen die worden gevonden door de tegemoetkoming, die aan de ongesplitste fractie zou toekomen, te verdelen naar evenredigheid van de aantallen bij de splitsing betrokken leden.
Hoofdstuk 3. VOORZITTER, GRIFFIER, PRESIDIUM, SENIORENCONVENT
Indien geen van de leden daarom vraagt, vindt geen stemming plaats. In dat geval stelt de voorzitter voor het besluit zonder stemming te nemen. Evenwel kunnen in de vergadering aanwezige leden aantekening vragen dat zij geacht worden tegengestemd te hebben; in dat geval wordt het besluit geacht met de stemmen van de overige leden te zijn genomen.
De voorzitter schorst de vergadering indien hij dit nodig acht en bepaalt het tijdstip waarop de vergadering zal worden heropend.
Het Presidium is in ieder geval belast met het doen van behandelvoorstellen aan Provinciale Staten, het opstellen van de raming van de uitgaven van Provinciale Staten, het beheer van de geldelijke middelen van Provinciale Staten, het adviseren van Provinciale Staten bij inschakeling van externe deskundigen, het doen van voorstellen tot wijziging van het reglement van orde, het aansturen van de griffier en de griffiemedewerkers, het aanwijzen van zitplaatsen voor de uitgenodigde gedeputeerden en de secretaris en overige personen in de vergaderzaal en het toewijzen van kamers aan de fracties.
Met het oog hierop mandateren Provinciale Staten de bevoegdheden die rechtstreeks voortvloeien uit de Ambtenarenwet, de op deze wet gebaseerde en door Provinciale Staten vastgestelde rechtspositionele voorschriften en de artikelen 104 tot en met 104e van de Provinciewet, met uitzondering van de bevoegdheden als bedoeld in 104, 104a, tweede lid, 104d, eerste lid, en 104e, eerste lid, van de Provinciewet aan het Presidium.
Het Presidium kan een deel van de aan haar overgedragen bevoegdheden ten aanzien van het griffiepersoneel mandateren aan de griffier. Hieronder wordt in ieder geval begrepen het nemen van beslissingen ter uitvoering van de bepalingen van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies en de bijbehorende uitvoeringsregelingen, met uitzondering van de besluiten tot onvrijwillig ontslag en disciplinaire maatregelen
Hoofdstuk 4. DE VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN
Provinciale Staten stellen, op voorstel van het Presidium voor de aanvang van het kalenderjaar een schema vast voor de in dat jaar te houden vergaderingen van Provinciale Staten en de commissies, bedoeld in paragraaf 7.1. Dit schema wordt tijdig ter kennis van de voorzitter en leden van Provinciale en Gedeputeerde Staten gebracht.
Het Presidium kan de secretaris uitnodigen om in de vergadering van Provinciale Staten aanwezig te zijn.
De notulen bevatten in elk geval:
de uitslagen van de stemmingen met dien verstande dat bij hoofdelijke stemmingen de namen van hen die voor en die tegen hebben gestemd worden vermeld evenals de namen van leden die zich overeenkomstig de Provinciewet van stemming hebben onthouden; ook wordt opgenomen welke leden aantekening hebben verzocht van hun tegenstem.
Ieder lid heeft het recht een voorstel tot wijziging van de notulen te doen. Een voorstel tot wijziging wordt ten minste 24 uur voor de vergadering waarin de notulen worden vastgesteld, schriftelijk bij de griffier ingediend. Van eventuele door de vergadering vastgestelde wijzigingen wordt in de notulen van de vergadering, waarin deze zijn vastgesteld, melding gemaakt.
Paragraaf 4.3.1 Stemmen over zaken
Vóór de hoofdelijke oproeping haalt de voorzitter een nummer uit een bus waarin zich evenveel nummers bevinden als het aantal leden dat de presentielijst heeft getekend. Dit nummer correspondeert met een naam op de presentielijst. De stemming vangt aan bij dit lid en geschiedt vervolgens naar de volgorde van de presentielijst.
Paragraaf 4.3.2 Stemmen over personen
In geval van een stemming over personen voor het doen van een benoeming of voor het opmaken van een voordracht of een aanbeveling benoemt de voorzitter drie leden tot stemopnemers. Deze onderzoeken of het aantal van de stembriefjes overeenkomt met het aantal van de aanwezige stemgerechtigde leden, tekenen aan op wie de stemmen zijn uitgebracht en rapporteren aan Provinciale Staten.
Een verkregen meerderheid van stemmen geldt niet, indien een verschil tussen het aantal stembriefjes en het aantal leden dat gestemd heeft, daarop van invloed heeft kunnen zijn.
Indien ook bij deze tweede stemming door iemand niet de volstrekte meerderheid is verkregen, vindt een derde stemming plaats tussen de twee personen op wie bij de tweede stemming de meeste stemmen zijn uitgebracht. Indien bij de tweede vrije stemming niet is uitgemaakt over welke twee personen de derde stemming plaatsvindt, wordt bij een tussenstemming beslist wie van degenen die een gelijk aantal stemmen verkregen, in de derde stemming komen.
Paragraaf 4.4 Instrumenten van de leden
Artikel 41 Behandeling initiatiefvoorstellen
Provinciale Staten beslissen bij het agendapunt regeling van de werkzaamheden of een voorstel als bedoeld in artikel 40 een punt van overweging zal uitmaken en bepalen, ingeval van een beslissing in bevestigende zin, hoe verder zal worden gehandeld. Artikel 38, eerste en zesde lid, zijn daarbij van overeenkomstige toepassing.
Indien een statenlid van oordeel is dat Gedeputeerde Staten of een lid van dit college of de commissaris van de Koningin aan Provinciale Staten verantwoording moeten afleggen voor het door hen gevoerde bestuur, vraagt het schriftelijk verlof aan Provinciale Staten tot het houden van een interpellatie.
Het lid dat vragen wil stellen maakt dit voorafgaand aan de vergadering aan de voorzitter kenbaar. Hij geeft hierbij nauwkeurig aan op welk onderwerp de vragen betrekking hebben en aan wie hij de vraag wil stellen. De voorzitter kan weigeren de vragen toe te laten, indien hij van mening is dat het onderwerp niet voldoende nauwkeurig is omschreven.
De voorzitter stelt de vragensteller kort in de gelegenheid om vragen te stellen. De adressant van de vragen wordt door de voorzitter in de gelegenheid gesteld de vragen te beantwoorden. Na de beantwoording stelt de voorzitter de vragensteller kort in de gelegenheid om te reageren. De adressant van de vragen wordt tenslotte in de gelegenheid gesteld te reageren. Vervolgens kan de voorzitter andere leden in de gelegenheid stellen vragen te stellen over het zelfde onderwerp. Adressant wordt het woord verleend de vragen te beantwoorden.
Artikel 46 Schriftelijke vragen
Zodanige vragen worden kort en duidelijk geformuleerd en schriftelijk en ondertekend bij de voorzitter van Provinciale Staten worden ingediend. Deze deelt de vragen mede aan de leden van Provinciale Staten, tenzij bij hem door vorm of inhoud van de vragen tegen toepassing van dit artikel bezwaar bestaat, waarvan hij dan onder mededeling van de redenen onverwijld kennis geeft aan het lid dat de vragen heeft ingediend.
Aan elk lid wordt de beantwoording zo mogelijk binnen zes weken na ontvangst medegedeeld. Is beantwoording binnen deze termijn niet mogelijk, dan zenden Gedeputeerde Staten aan het lid van Provinciale Staten dat de vraag heeft gesteld een bericht waarin wordt medegedeeld welke de reden van de termijnoverschrijding is en op welke termijn beantwoording wordt voorzien. Afschrift van dit bericht wordt gezonden aan de overige leden van Provinciale Staten.
Een burgerinitiatiefvoorstel wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van Provinciale Staten, die dit voorstel aan de orde stelt in het Presidium. Het Presidium onderzoekt of het voorstel geldig is en zendt het, vergezeld van zijn advies hieromtrent, zo spoedig mogelijk aan Provinciale Staten.
Provinciale Staten stellen in de eerstvolgende vergadering na de dag van ontvangst van het burgerinitiatiefvoorstel vast of het een geldig voorstel, als bedoeld in artikel 47, betreft. Indien de eerstvolgende vergadering plaatsvindt binnen twee weken na de dag van ontvangst van het voorstel, vindt deze vaststelling plaats in de daarop volgende vergadering.
Indien Provinciale Staten vaststellen dat het burgerinitiatiefvoorstel niet voldoet aan het gestelde in artikel 48 eerste lid, dan sturen zij het door naar Gedeputeerde Staten of de commissaris van de Koningin, indien het onderwerp dat in het voorstel is opgenomen tot de bevoegdheid van één van deze bestuursorganen behoort.
De initiatiefgerechtigde wordt in de gelegenheid gesteld om het burgerinitiatiefvoorstel tijdens de vergadering van Provinciale Staten mondeling nader toe te lichten, onmiddellijk voorafgaande aan de behandeling van het voorstel. De leden worden daarna in de gelegenheid gesteld om vragen aan de initiatiefgerechtigde te stellen. De voorzitter vraagt vervolgens of de initiatiefgerechtigde gebruik wenst te maken van de mogelijkheid om te reageren op de behandeling van het voorstel na afsluiting van de eerste termijn. Indien de initiatiefgerechtigde daartoe de wens te kennen geeft, stelt de voorzitter hem in de gelegenheid om van deze mogelijkheid gebruik te maken. De initiatiefgerechtigde neemt niet deel aan de beraadslaging over het voorstel.
Hoofdstuk 6. AMBTELIJKE BIJSTAND
De bijstand wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend, verzoekt de griffier de secretaris, één of meer ambtenaren aan te wijzen die de bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.
Paragraaf 7.1 Commissie van advies
Artikel 58 Burgercommissieleden
Tot lid van een commissie kunnen tevens worden benoemd degenen die bij de laatstgehouden verkiezingen voor de leden van Provinciale Staten als kandidaat op de kieslijst van de betreffende partij zijn vermeld en voldoen aan de voorwaarden voor het lidmaatschap van Provinciale Staten, bedoeld in de artikelen 10 en 13 van de Provinciewet. Deze leden worden burgercommissieleden genoemd.
"Ondergetekende .….(volgt naam, adres en woonplaats) verklaart dat hij/zij om tot lid van de commissie te worden benoemd, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heeft gegeven of beloofd, dat hij/zij rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heeft aangenomen of zal aannemen om iets te doen of te laten als burgercommissielid en dat hij/zij zijn/haar verplichtingen als burgercommissielid naar eer en geweten zal vervullen.", gevolgd door de datum en de handtekening van het burgercommissielid.
Ten aanzien van een burgercommissielid zijn de artikelen 11 en 15 van de Provinciewet van overeenkomstige toepassing.
Een commissielid kan zich voor een bepaalde vergadering van de commissie laten vervangen door een door hem aan te wijzen statenlid of burgercommissielid. Hij meldt dit aan de commissievoorzitter.
Artikel 68 Openbaarheid vergaderingen
Indien met gesloten deuren wordt beraadslaagd en geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de leden van de commissie worden overgelegd, wordt opgelegd, worden deze stukken door de griffier op verzoek ter vertrouwelijke inzage aangeboden aan de voorzitter en leden van Provinciale Staten.
De commissievoorzitter nodigt de leden van de commissie uit tot het bijwonen van de vergaderingen van de commissie. Bij de uitnodiging voegt de commissievoorzitter een voorstel voor de agenda van de te houden vergadering. Aan het begin van de vergadering stelt de commissie de agenda voor de vergadering vast.
De commissie mag slechts beraadslagen of besluiten, indien ten minste de helft van het totaal aantal leden aanwezig is.
Ten aanzien van stemmingen zijn de artikelen 27 tot en met 32 van de Provinciewet van overeenkomstige toepassing.
Belangstellenden als bedoeld in artikel 73 worden door de commissievoorzitter in de gelegenheid gesteld om hun zienswijzen mondeling ten overstaan van de commissie naar voren te brengen. De leden van de commissie worden daarna in de gelegenheid gesteld om vragen tot de belangstellende te richten. Daarbij gaan de leden niet in discussie met de belangstellende.
Indien de belangstellende daartoe de wens te kennen geeft, stelt de commissievoorzitter hem in de gelegenheid om van deze mogelijkheid gebruik te maken. De alsdan aan de belangstellende gegeven spreektijd is maximaal twee minuten. De leden van de commissie nemen de nadere zienswijze van de belangstellende voor kennisgeving aan zonder verdere mogelijkheid tot het stellen van vragen aan of tot gedachtewisseling met de belangstellende.
Ingeval de commissie besloten heeft vergaderd wordt het verslag toegezonden aan de bij de besloten vergadering aanwezige leden en plaatsvervangend leden van de commissie, de aanwezige gedeputeerde en de voorzitter van de Provinciale Staten. Voor de overige leden van Provinciale Staten wordt het verslag door de griffier vertrouwelijk ter inzage gelegd.
Paragraaf 7.2 Commissie beleidsonderzoek
Artikel 76 Onderzoeksopdracht commissie beleidsonderzoek
Provinciale Staten kunnen besluiten tot het verrichten van beleidsonderzoeken of onderzoeken naar bijzondere gebeurtenissen.
Artikel 80 Voorzitter en plaatsvervangend voorzitter commissie beleidsonderzoek
De leden van de commissie kiezen uit hun midden een voorzitter en een plaatsvervangend commissievoorzitter.
Artikel 83 Toelichting in vergadering Provinciale Staten
Een of meerdere daartoe door de commissie aangewezen leden kunnen in de vergadering van Provinciale Staten voorstellen of adviezen van de commissie toelichten.
Artikel 84 Ambtelijke ondersteuning commissie beleidsonderzoek
De griffier draagt zorg voor voldoende ambtelijke ondersteuning.
Artikel 86 Plaatsvervanging in commissie beleidsonderzoek
Een commissielid kan zich voor een bepaalde vergadering van de commissie laten vervangen door een door hem aan te wijzen statenlid. Hij meldt dit aan de commissievoorzitter.
Artikel 87 Openbaarheid van vergaderingen commissie beleidsonderzoek
Indien met gesloten deuren wordt beraadslaagd en geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de leden van de commissie worden overgelegd, wordt opgelegd, worden deze stukken door de griffier op verzoek vertrouwelijk ter inzage aangeboden aan de voorzitter en leden van Provinciale Staten.
Artikel 88 Uitnodiging agenda commissie beleidsonderzoek
Van de uitnodiging van openbare vergaderingen van de commissie en van de daarin te behandelen onderwerpen wordt mededeling gedaan aan Gedeputeerde Staten, aan de leden van Provinciale Staten en aan de pers.
Artikel 89 Quorum commissie beleidsonderzoek
De commissie kan slechts beraadslagen of besluiten, indien ten minste de helft van het totaal aantal leden aanwezig is.
Artikel 90 Stemmingen in commissie beleidsonderzoek
Ten aanzien van stemmingen zijn de artikelen 27 tot en met 32 van de Provinciewet van overeenkomstige toepassing.
Artikel 91 Verslag commissie beleidsonderzoek
Ingeval de commissie besloten heeft vergaderd wordt het verslag toegezonden aan de bij de besloten vergadering aanwezige leden en plaatsvervangend leden van de commissie en aan de voorzitter van Provinciale Staten. Aan de overige leden van Provinciale Staten wordt het verslag door de griffier op verzoek vertrouwelijk ter inzage aangeboden.
Paragraaf 7.3 Commissie grote projecten
Artikel 95 Voorzitter en plaatsvervangend voorzitter commissie grote projecten
De leden van de commissie kiezen uit hun midden een commissievoorzitter en een plaatsvervangend commissievoorzitter.
Artikel 96 Taken van de commissie grote projecten
De commissie adviseert Provinciale Staten over onder andere:
Artikel 98 Ambtelijke ondersteuning commissie grote projecten
De griffier draagt zorg voor voldoende ambtelijke ondersteuning.
Artikel 100 Plaatsvervanging in commissie grote projecten
Een commissielid kan zich voor een bepaalde vergadering van de commissie laten vervangen door een door hem aan te wijzen statenlid. Hij meldt dit aan de commissievoorzitter.
Artikel 101 Openbaarheid van vergaderingen commissie grote projecten
Indien met gesloten deuren wordt beraadslaagd en geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de leden van de commissie worden overgelegd, wordt opgelegd, worden deze stukken door de griffier op verzoek vertrouwelijk ter inzage aangeboden aan de voorzitter en leden van Provinciale Staten.
Artikel 102 Uitnodiging agenda commissie grote projecten
Van de uitnodiging van openbare vergaderingen van de commissie en van de daarin te behandelen onderwerpen wordt mededeling gedaan aan Gedeputeerde Staten, aan de leden van Provinciale Staten en aan de pers.
Artikel 103 Quorum commissie grote projecten
De commissie kan slechts besluiten, indien ten minste de helft van het totaal aantal leden aanwezig is.
Artikel 104 Stemmingen in commissie grote projecten
Ten aanzien van stemmingen zijn de artikelen 27 tot en met 32 van de Provinciewet van overeenkomstige toepassing.
Artikel 105 Verslag commissie grote projecten
Ingeval de commissie besloten heeft vergaderd wordt het verslag toegezonden aan de bij de besloten vergadering aanwezige leden en plaatsvervangend leden van de commissie en aan de voorzitter van Provinciale Staten. Aan de overige leden van Provinciale Staten wordt het verslag door de griffier op verzoek vertrouwelijk ter inzage aangeboden.
Hoofdstuk 8. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Ingeval van twijfel over de toepassing of de uitleg van enige bepaling van dit reglement, alsmede in gevallen waarin dit reglement niet voorziet, raadpleegt de voorzitter Provinciale Staten, die een beslissing nemen.