Organisatie | Haaksbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Instructie voor de leerplichtambtenaar (5.7) |
Citeertitel | Instructie leerplichtambtenaar |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2013 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 15-01-2013 Rond Haaksbergen, 24-01-2013 | Onbekend |
Onderwerp: Instructie voor de leerplichtambtenaar
Deze instructie bevat onder meer:
de wijze waarop de ambtenaren uitvoering geven aan het verlenen van verlof van meer dan tien dagen aan de jongere; de wijze waarop de ambtenaren onderzoek doen naar absoluut en relatief schoolverzuim en de wijze waarop de ambtenaren een geconstateerde overtreding van het arbeidsverbod melden bij de Inspectie SZW,
Burgemeester en wethouders van Haaksbergen;
bepalingen van de Leerplichtwet 1969 (artikel 16) en de Algemene wet bestuursrecht
De leerplichtambtenaar controleert actief bij het Regionaal Opleidingen Centrum of de jongeren die het vmbo hebben verlaten (geslaagd) zich al hebben aangemeld/ingeschreven voor een vervolgopleiding. Indien nodig en gewenst bemiddelt de leerplichtambtenaar bij het inschrijven van een vervolgopleiding.
De leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat jaarlijks afstemming plaatsvindt met het onderwijsveld. Het management van de scholen (Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs, Middelbaar Beroepsonderwijs en Regionale Expertisecentra) in het werkgebied wordt minimaal een maal per jaar geïnformeerd over de werkzaamheden van de leerplichtambtenaar. Er wordt gewezen op de aandachtspunten en de afspraken omtrent het melden en vervolgen van verzuim en een toelichting gegeven op de prioriteiten van de leerplichtambtenaar, gewijzigde wetgeving enzovoort.
De leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat (preventieve) afstemming en deelname aan overleggen met relevante ketenpartners waaronder het onderwijsveld en zorginstanties (zoals Zorg- en adviesteams (ZAT)) plaatsvindt. Ketenpartners bespreken jongeren met een complexe problematiek. Er wordt afgestemd welke acties vereist zijn en wie, welke taken op zich neemt. Ontwikkelingen rondom ondernomen acties worden teruggekoppeld.
Leerlingenadministratie en controle absoluut verzuim
(uitwerking artikel 19 Leerplichtwet en artikel 3 Leerplichtregeling 1995)
De leerplichtambtenaar controleert aan het begin van het schooljaar en daarnamaandelijks of alle leerplichtigen en kwalificatieplichtigen overeenkomstig debepalingen van de Leerplichtwet als leerling op een school of onderwijsinstelling zijn ingeschreven. Bij een vermoeden van absoluut verzuim onderneemt de leerplichtambtenaar acties als omschreven in artikel 7 van deze instructie(Absoluut verzuim).
Tegenover een bericht van afschrijving van de ene school staat voor jongeren tot18 jaar zonder startkwalificatie een bericht van inschrijving van een andereschool. Als deze registratie niet sluitend is, neemt de leerplichtambtenaar in eerste instantie contact op met de school die de afschrijving gemeld heeft.Wanneer deze geen duidelijkheid kan geven, wordt schriftelijk contact gezochtmet de ouders/verzorgers van de jongere.
De leerplichtambtenaar draagt zorg voor een goede overdracht van de relevante gegevens aan de nieuwe woongemeente als hij bericht ontvangt van inschrijving van een jongere in de basisadministratie persoonsgegevens van een andere gemeente. De leerplichtambtenaar bepaalt zo nodig welke gegevens uit het leerlingenregistratiesysteem worden overgedragen aan de leerplichtambtenaar in de nieuwe woongemeente.
Verlof wegens andere gewichtige omstandigheden
(uitwerking artikel 14, derde lid, tweede volzin Leerplichtwet)
De leerplichtambtenaar bevestigt de ontvangst van een aanvraag terstond aan de ouders/verzorgers en vermeldt in de ontvangstbevestiging de termijn waarbinnen hij een besluit zal nemen. Indien de periode tussen de ontvangst van de aanvraag en de aanvang van het gevraagde verlof korter is dan de termijn die redelijkerwijs nodig is om tot een besluit te komen, deelt de leerplichtambtenaar dit bij de ontvangstbevestiging aan de ouders/verzorgers mee en wijst hij de ouders/verzorgers op de mogelijkheid dat zij de Leerplichtwet overtreden indien de aanvraag niet of niet geheel wordt gehonoreerd.
Bij de beoordeling van een aanvraag van meer dan tien dagen, controleert de leerplichtambtenaar of er sprake is van omstandigheden die buiten de wil of invloedsfeer van de ouder of de leerling zijn gelegen, zoals familieomstandigheden, medische of sociale indicatie. De leerplichtambtenaar neemt een beslissing en deelt deze schriftelijk mee aan de ouders/verzorgers. Een afschrift van de brief aan de ouders/verzorgers wordt aan de betreffende directeur van de school of instelling gezonden.
De leerplichtambtenaar kan aan een directeur op diens verzoek advies geven over de behandeling en beoordeling van een aanvraag verlof te verlenen wegens andere gewichtige omstandigheden voor een periode van 10 schooldagen of minder. Indien de leerplichtambtenaar een dergelijk advies geeft, deelt de directeur aan de leerplichtambtenaar de beslissing op de aanvraag mee.
De leerplichtambtenaar kan aan de directeuren van de betrokken scholen en/of instellingen gevraagd of ongevraagd een advies geven omtrent het te voeren beleid met betrekking tot aanvragen voor verlof wegens andere gewichtige omstandigheden voor 10 schooldagen of minder, met het oog op het bevorderen van de rechtsgelijkheid.
Relatief verzuim van leerplichtige en kwalificatieplichtige jongeren
Meldingen van schoolverzuim worden namens het college ontvangen door de leerplichtambtenaar. Jongeren die onderwijs volgen aan het voortgezet onderwijs of het middelbaar beroepsonderwijs worden gemeld via de DUO. Jongeren die onderwijs volgen aan het primair onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en het niet-bekostigd onderwijs worden gemeld middels een kennisgeving (vermoedelijk) ongeoorloofd schoolverzuim. Er wordt een leerling dossier aangemaakt of de kennisgeving wordt toegevoegd in het reeds aanwezige leerling dossier.
Met betrekking tot de jongeren die onderwijs volgen aan het voortgezet onderwijs of het middelbaar beroepsonderwijs meldt de leerplichtambtenaar binnen een week via de DUO welke acties er naar aanleiding van de kennisgeving worden ondernomen. Voor jongeren die onderwijs volgen aan het primair onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en het niet-bekostigd onderwijs meldt de leerplichtambtenaar binnen een week aan de schoolinstelling welke acties er naar aanleiding van de kennisgeving worden ondernomen. Indien de kennisgeving niet door een directeur is gedaan, neemt de leerplichtambtenaar binnen een week contact op met de betrokken directeur.
De leerplichtambtenaar zoekt na een ontvangst van een kennisgeving onverwijld contact met de ouders/verzorgers, stelt hen in de gelegenheid om nadere uitleg over het gemelde verzuim te geven en informeert hen over de procedures en eventuele consequenties. Indien het verzuim een jongere van 12 jaar of ouder betreft, zoekt de leerplichtambtenaar ook contact met de jongere zelf.
Indien er daadwerkelijk sprake is van ongeoorloofd verzuim heeft de leerplichtambtenaar een gesprek met de ouders/verzorgers en de leerling als deze 12 jaar of ouder is. De leerplichtambtenaar maakt een verslag van het gesprek. De leerplichtambtenaar verstrekt aan de ouders/verzorgers en/of de jongere op hun verzoek een kopie van het gespreksverslag. Van de gemaakte gespreksverslagen maakt de leerplichtambtenaar een notitie in het leerling-dossier.
De leerplichtambtenaar draagt zorg voor terugkoppeling in het Zorg- en adviesteam (ZAT) van de school van zijn handelswijze, vorderingen in het onderzoek naar het vermeende verzuim of afspraken met de jongere, voor zover deze bekend zijn bij hem en alleen wanneer de jongere al in het ZAT besproken is.
De leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat een kennisgeving van verzuim binnen een zo kort mogelijk periode wordt afgehandeld. De hoogste prioriteit ligt bij het beëindigen van de verzuimsituatie. Ter afronding van de afhandeling zendt de leerplichtambtenaar in ieder geval bericht aan degene die de kennisgeving heeft gedaan, de ouders/verzorgers en, wanneer het een jongere van 12 jaar of ouder betreft, ook aan de jongere zelf. De leerplichtambtenaar doet mededeling van de afhandeling aan anderen die bij de verzuimsituatie zijn betrokken. De leerplichtambtenaar sluit de melding voor jongeren die onderwijs volgen aan het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs, af bij het verzuimloket van de DUO.
Blijkt uit het onderzoek als bedoeld in het derde lid dat geen sprake is van vrijstelling, en blijkt dat sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van de jongere die tevens voldoet aan de criteria voor verwijzing naar Bureau Halt, kan de leerplichtambtenaar zelfstandig of na tussenkomst van het Openbaar Ministerie, besluiten tot een verwijzing naar Bureau Halt. Indien de leerplichtambtenaar die tevens bevoegd is als buitengewoon opsporingsambtenaar besloten heeft over te gaan tot Haltverwijzing, dan roept hij ouders/verzorgers en jongere vanaf 12 jaar op voor een gesprek, waarin hij toestemming vraagt aan de ouders/verzorgers en jongere om door te verwijzen naar Bureau Halt. De leerplichtambtenaar stelt middels een verkort proces-verbaal een Haltverwijzing op. De jongere ondertekent de Haltverwijzing en geeft daarmee zijn toestemming. Indien de jongere in aanmerking komt voor een Haltverwijzing stuurt de leerplichtambtenaar hiervan een kennisgeving naar het Openbaar Ministerie en verwijst de jongere naar Halt. De leerplichtambtenaar licht de school in over de verwijzing en over de afloop van de Haltstraf.
Blijkt uit het onderzoek als bedoeld in het derde lid dat geen sprake is van vrijstelling, en blijkt dat sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van de ouders/verzorgers en/of de jongere die de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt, en komt deze jongere niet (meer) in aanmerking voor een verwijzing naar Bureau Halt, dan maakt de leerplichtambtenaar die tevens bevoegd is als buitengewoon opsporingsambtenaar proces-verbaal op van zijn bevindingen en zendt dit naar de officier van justitie. Indien hij voornemens is proces-verbaal op te maken, roept de leerplichtambtenaar de ouders/verzorgers en de jongere van 12 jaar of ouder op voor een gesprek, waarbij hij de betrokkenen uitdrukkelijk kenbaar maakt dat hij voornemens is een proces-verbaal op te maken. De leerplichtambtenaar zendt een afschrift van het proces-verbaal naar de Raad voor de Kinderbescherming zodat deze een basisonderzoek kan verrichten voor de zaak op zitting komt.
De leerplichtambtenaar kan aan de directeuren gevraagd of ongevraagd een advies geven over het te voeren beleid met betrekking tot het registreren van verzuim en het doen van kennisgevingen van verzuim, met het oog op het bevorderen van een effectief verzuimbestrijdingsbeleid en de rechtsgelijkheid. De leerplichtambtenaar kan directeuren verzoeken om eerder een kennisgeving van verzuim in te dienen dan de Leerplichtwet voorschrijft indien dat doelmatig is met het oog op de verzuimbestrijding.
Absoluut verzuim van leerplichtige en kwalificatieplichtige jongeren
Indien blijkt dat een leerplichtige of kwalificatieplichtige jongere niet als leerling is ingeschreven zonder dat daarvoor een grond voor vrijstelling aanwezig is, onderzoekt de leerplichtambtenaar namens het college of wegens een administratieve onvolkomenheid een bericht van inschrijving ontbreekt (zie ook artikel 3, lid 7 van deze instructie).
Indien er geen sprake is van een administratieve onvolkomenheid, zoekt deleerplichtambtenaar binnen een week contact met de ouders/verzorgers en stelt hen in de gelegenheid om nadere uitleg over het achterwege blijven van een inschrijving te geven. Indien het een jongere betreft die de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt, zoekt de leerplichtambtenaar tevens contact met de jongere.
Indien de ouders/verzorgers in het gesprek is aangeraden om de jongere binnen een redelijke termijn in te schrijven dan wel een andere actie op te volgen, wordt binnen twee weken na afloop van de gegeven termijn gecontroleerd of hier inderdaad gehoor aan is gegeven. Als het advies is opgevolgd wordt dit verwerkt in het leerling-dossier. Is het advies niet opgevolgd dan volgt in principe een proces-verbaal.
Kennisgevingen in- en afschrijving en (dreigend) voortijdig schoolverlaten van leerplichtige en kwalificatieplichtige jongeren (met inbegrip van verwijdering)
De leerplichtambtenaar ontvangt namens het college kennis van een (voorgenomen) beslissing tot verwijdering van een leerling en de kennisgeving van in- of afschrijving van een leerling. De leerplichtambtenaar maakt een leerling-dossier aan of voegt de kennisgeving toe in het reeds aanwezige leerling-dossier. Artikel 6, leden 3 tot en met 12, van deze instructie zijn van overeenkomstige toepassing.
Zodra de leerplichtambtenaar kennisneemt van verwijdering van een leerling die niet overeenkomstig de wettelijke bepalingen is gemeld, stelt de leerplichtambtenaar een onderzoek in naar de oorzaak hiervan. Als de directeur onwillig of nalatig is in het nakomen van deze verplichting, dan roept de leerplichtambtenaar de directeur op voor een gesprek. De leerplichtambtenaar kan een bericht van zijn bevindingen zenden aan de onderwijsinspectie (bij het niet nakomen van de verplichtingen krachtens artikel 18 Leerplichtwet).
De leerplichtambtenaar kan aan een directeur op diens verzoek advies geven over de aanpak van het voorkomen van verwijdering of voortijdig schoolverlaten van een bij de school ingeschreven jongere. Indien de leerplichtambtenaar een dergelijk advies geeft, deelt de directeur aan de leerplichtambtenaar mee op welke wijze hij met het advies omgaat.
Blijkt aan de leerplichtambtenaar dat een jongere vermoedelijk in de omstandigheden verkeert als bedoeld in artikel 3a dan wel 3b van de Leerplichtwet, dan draagt de leerplichtambtenaar er zorg voor de noodzakelijke gesprekken met betrekking tot het aangepaste onderwijs- en begeleidingsprogramma en de praktijktijd (artikel 3a) dan wel arbeid van lichte aard (artikel 3b) binnen 10 werkdagen worden gevoerd.
De leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat de afspraken die in de gesprekken worden gemaakt schriftelijk worden vastgelegd. Hij draagt er zorg voor dat de vastgelegde afspraken in het leerling-dossier worden opgenomen en hij draagt er zorg voor dat degenen die betrokken zijn bij het ontwerpen van het aangepaste onderwijs- en begeleidingsprogramma en de inrichting van de praktijdtijd dan wel de arbeid van lichte aard, binnen vijf werkdagen over de gemaakte afspraken worden geïnformeerd.
De leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat het aangepaste onderwijs- en begeleidingsprogramma op voor hen begrijpelijke wijze aan de ouders/verzorgers en de jongere wordt uitgelegd en hij draagt er zorg voor dat de ouders/verzorgers het verzoek tot het toestaan van vervangende leerplicht ondertekenen en indienen.
Vrijstelling van kwalificatieplicht wegens het volgen van ander onderwijs
Bij de beoordeling of de jongere op andere wijze voldoende onderwijs geniet, slaat de leerplichtambtenaar acht op: - de vraag of het onderwijs bijdraagt aan het behalen van een startkwalificatie of gelijksoortig werkniveau en - de vraag of de hoeveelheid tijd die met het vervangend onderwijs is gemoeid in redelijke verhouding staat tot de omvang van het regulier onderwijs.
Indien een 16- of 17-jarige in dienst wil treden bij politie of defensie, levert hij/zij aan de leerplichtambtenaar een kopie van de aanstellingsbrief waarin wordt verklaard dat de 16- of 17-jarige in dienst is en voor welke functie hij/zij is bestemd (ouders/verzorgers hebben schriftelijk ingestemd met de aanstelling van de minderjarige).
Indien de aanstelling van de jongere vóór zijn/haar 18e verjaardag wordt beëindigd, vermeldt de werkgever in de ontslagbrief dat met dit ontslag de grond voor vrijstelling van de leerplicht vervalt, dat de jongere zich bij een onderwijsinstelling moet melden voor het behalen van een startkwalificatie en dat de werkgever dit ontslag meldt aan de leerplichtambtenaar van de woongemeente.
Vrijstelling van de inschrijvingsplicht
(uitwerking artikel 5 aanhef en onder a, b en c, alsmede de artikelen 6, 7, 8 en 9 Leerplichtwet)
Indien het vermoeden bestaat dat ouders/verzorgers een beroep willen doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder a van de Leerplichtwet, probeert de leerplichtambtenaar te bewerkstelligen dat de aangewezen deskundige binnen 20 werkdagen de jongere onderzoekt en een schriftelijke verklaring over de geschiktheid van de jongere geeft.
Indien de ouders/verzorgers een beroep willen doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder b van de wet, dan is de termijn voor een bericht aan de ouders/verzorgers ten hoogste 20 werkdagen. Als gegronde redenen aanwezig zijn voor een langere termijn, dan deelt de leerplichtambtenaar deze termijn binnen 20 werkdagen aan de ouders/verzorgers mee.
Indien de ouders/verzorgers een beroep doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder b van de Leerplichtwet, dan onderzoekt de leerplichtambtenaar de bij de kennisgeving overgelegde bescheiden. Hij nodigt de ouders/verzorgers uit voor een mondelinge toelichting op het beroep op vrijstelling. Hij onderzoekt of de bedenkingen daadwerkelijk de richting van het onderwijs betreffen. Hij gaat na of de jongere eerder op een school of instelling ingeschreven is geweest.
In het bericht aan de ouders/verzorgers bedoeld in het eerste lid van dit artikel, deelt de leerplichtambtenaar aan de ouders/verzorgers mee of de ontvangen kennisgeving voldoet aan de eisen van de Leerplichtwet. Hij deelt tevens de gevolgen mee die verbonden zijn aan het al dan niet voldoen aan de eisen van Leerplichtwet.
Indien de kennisgeving betrekking heeft op de grond bedoeld in artikel 5 onder c van de Leerplichtwet, en de omstandigheden zijn van dien aard dat (nog) geen verklaring van de directeur van de buiten Nederland gelegen school of inrichting van onderwijs kan worden overgelegd, dan deelt de leerplichtambtenaar aan de ouders/verzorgers mee op welke wijze en op welk moment door hen zal moeten worden aangetoond dat de jongere in het buitenland onderwijs heeft genoten.
Bepalen of een onderwijsvoorziening een school is in de zin van de Leerplichtwet
(uitwerking artikelen 1a1, tweede lid, en 22, vierde lid Leerplichtwet)
Indien ouders/verzorgers aangeven dat zij voldoen aan hun verplichtingen krachtens de Leerplichtwet doordat hun kind gebruik maakt van een niet uit de openbare kas bekostigde of aangewezen onderwijsvoorziening, dan neemt de leerplichtambtenaar, namens het college, contact op met de onderwijsinspectie met het verzoek een onderzoek in te stellen en binnen een in het verzoek aangegeven termijn een advies uit te brengen over de vraag of de onderwijsvoorziening kan worden beschouwd als een school in de zin van de Leerplichtwet.
Indien een school niet voldoet aan de criteria van de Leerplichtwet en niet langer een school in de zin van de Leerplichtwet is, stelt de leerplichtambtenaar de ouders/verzorgers van de onderwijsvoorziening binnen 7 dagen schriftelijk op de hoogte van het feit dat de onderwijsvoorziening niet langer een school is als bedoeld in de Leerplichtwet, of verzekert hij er zich van de onderwijsvoorziening de ouders/verzorgers daarvan schriftelijk op de hoogte heeft gesteld.
De leerplichtambtenaar maakt namens het college ad hoc afspraken met een arts, pedagoog of psycholoog die een verklaring over de geschiktheid tot toelating tot een school of instelling geeft.
Indien de leerplichtambtenaar een proces-verbaal tegen de ouders/verzorgers en/of de jongere aan de officier van justitie zendt, zendt hij tevens een afschrift van het proces-verbaal naar de Raad voor de Kinderbescherming. Dat doet hij niet ingeval van een proces-verbaal betreffende luxe-verzuim.
Indien de leerplichtambtenaar bij een onderzoek komt tot het vermoeden van verwaarlozing van de belangen van een jongere, kan hij een rapport van zijn bevindingen naar het Bureau Jeugdzorg sturen met het verzoek om een onderzoek te doen. Hij deelt zijn beslissing om een rapport aan het Bureau Jeugdzorg te zenden schriftelijk mee aan de betrokken ouders/verzorgers. Hij neemt het rapport op in het leerling-dossier.
Melding aan de Inspectie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
(uitwerking artikel 23 Leerplichtwet en artikel 5 Leerplichtregeling 1995)
De leerplichtambtenaar draagt al dan niet namens het college zorg voor een goede informatieverstrekking aan het districtshoofd van de Inspectie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met betrekking tot:
De leerplichtambtenaar voert ten minste twee maal per jaar overleg met de leerplichtambtenaren van de andere gemeenten in de regio Twente over de uitvoering van de taken krachtens de Leerplichtwet. De leerplichtambtenaar neemt zo nodig het initiatief tot het bijeenroepen van het bedoelde overleg. Hij neemt een samenvatting van hetgeen in het overleg is besproken op in zijn voorstel voor het jaarlijkse verslag over het gevoerde beleid.
De leerplichtambtenaar draagt bij aan een optimaal toezicht op de naleving van de Leerplichtwet door in het regionale overleg voorstellen in te brengen over onderwerpen waarvoor regionale afspraken bijdragen aan een doelmatige bestrijding van schoolverzuim. Tot deze onderwerpen behoren in ieder geval:
De leerplichtambtenaar doet in het regionale overleg zo nodig voorstellen over:
a. de toepassing van artikel 14 van de Leerplichtwet (vrijstellingsgronden);
b. de richtlijnen op regionaal niveau inzake het verlenen van verlof op grondvan artikel 11 aanhef en onder f en g van de Leerplichtwet (extra vakantieverlof respectievelijk andere gewichtige omstandigheden)
De leerplichtambtenaar pleegt overleg met de leerplichtambtenaar van de woongemeente van een jongere indien de leerplichtambtenaar in zijn contactenmet scholen, instellingen of instanties bemerkt dat sprake kan zijn van eenovertreding van de Leerplichtwet of een bedreiging van de schoolloopbaan van de jongere, die niet is ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente Haaksbergen.
De leerplichtambtenaar werkt samen met een of meer van de instellingen, opgenomen in bijlage 1, zo vaak hij dat nuttig en wenselijk acht. Om inzichtelijk te krijgen of jongeren daadwerkelijk aankomen bij een organisatie en verder worden bemiddeld, vervult de leerplichtambtenaar een regierol. De leerplichtambtenaar controleert of doorverwezen jongeren daadwerkelijk in bemiddeling zijn genomen. Er wordt vastgelegd welke jongeren, waarheen zijn doorverwezen.
1.De leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat de ervaringen met de uitvoering
van de leerplichttaken binnen het werkgebied kwantitatief en kwalitatief, op een systematische wijze worden verzameld en zorgt voor de verwerking hiervan in voorstellen voor aanpassingen van het gemeentelijke dan wel regionale beleid.
2.De leerplichtambtenaar blijft goed op de hoogte van de regionale, provinciale en
landelijke ontwikkelingen die voor de uitvoering van leerplichttaken van
belang zijn en zorgt voor de verwerking van die ontwikkelingen in voorstellen voor aanpassingen van het gemeentelijke dan wel regionale beleid.
Deze instructie wordt aangehaald als: Instructie leerplichtambtenaar
J.J.A. Broekman dr. J.C. Gerritsen
Bijlage 1. Diensten en instellingen waarmee wordt samengewerkt
De leerplichtambtenaar voert zo vaak als hij dit voor het uitoefenen van zijn taak nodigacht overleg met: