Organisatie | Sittard-Geleen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening elektronische publicatie gemeente Sittard-Geleen |
Citeertitel | Verordening elektronische publicatie gemeente Sittard-Geleen. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
incl. toelichting
artikel 149 van de Gemeentewet, alsmede artikel 2:14, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-01-2013 | nieuwe regelgeving | 19-12-2012 Trompetter, 9 januari 2013 | 2012/100882 |
Verordening elektronische publicatie gemeente Sittard-Geleen
De raad van de gemeente Sittard-Geleen,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 30 oktober 2012,
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, alsmede artikel 2:14, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht,
vast te stellen de navolgende:
Verordening elektronische publicatie gemeente Sittard-Geleen
Deze verordening is van toepassing op berichten als bedoeld in artikel 2:14 van de Algemene wet bestuursrecht, van de raad, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester, en bestuurscommissies ingesteld op grond van artikel 83 Gemeentewet.
Artikel 3. Elektronische publicatie
Publicatie van berichten, waaronder ingediende meldingen en aanvragen, alsmede beleidsvoornemens, ontwerp-besluiten en besluiten, vindt elektronisch plaats, tenzij bij wettelijk voorschrift een andere wijze van publicatie is voorgeschreven.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Sittard-Geleen in zijn vergadering van 19 december 2012.
De griffier
drs. J.Vis
De voorzitter
drs. G.J.M.Cox
Het college heeft in 2012 besloten publicatie van berichten met ingang van 1 juli jl. uitsluitend elektronisch/digitaal te laten plaatsvinden en heeft uw raad daarover vervolgens geïnformeerd.
Op grond van recente uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is het noodzakelijk gebleken deze werkwijze te voorzien van een door uw raad vast te stellen verordeningsgrondslag.
Bij uitspraken van 15 augustus 2012 (zie bijlagen) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overwogen dat uit artikel 2:14, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) volgt dat de kennisgeving dat een ontwerp-besluit ter inzage ligt niet uitsluitend via internet kan worden gepubliceerd, tenzij in een wettelijk voorschrift hiervoor de mogelijkheid is opgenomen. Alléén in dat geval kan niet-elektronische kennisgeving van ontwerp-besluiten achterwege blijven.
Een gemeentelijke verordening is als een dergelijk wettelijk voorschrift aan te merken.
Artikel 2:14, tweede lid, Awb heeft betrekking op alle berichten die niet tot één of meer geadresseerden zijn gericht.
Omdat mogelijk deze uitspraken van de Afdeling een breder bereik hebben dan enkel de kennisgeving van ontwerp-besluiten, is er voor gekozen om de verordening ook van toepassing te laten zijn op de ontvangst van meldingen en ingediende aanvragen, op beleidsvoornemens en op (definitieve) besluiten, met uitzondering van algemeen verbindende voorschriften. Op de publicatie van besluiten die algemeen verbindende voorschriften inhouden voorziet als grondslag al artikel 139 Gemeentewet.
Argumenten die in 2012 aan het besluit tot enkel elektronische publicatie van besluiten ten grondslag lagen, gelden op zich nog steeds.
Van belang is verder nog dat enkel elektronische publicatie het uitgangspunt is, maar in voorkomende gevallen altijd gekozen kan worden om alsnog ook tot publicatie in papieren vorm over te gaan.
Niet onopgemerkt zou hier nog moeten worden dat het nu in procedure brengen van een dergelijke verordening een zeker risico met zich meebrengt; immers, niet uitgesloten kan worden dat de VNG, sinds jaar-en-dag leverancier van gemeentelijke (model-) verordeningen te zijner tijd met een -andere- 'oplossing’ komt, zeker nu de VNG meldde dat zij over de reikwijdte van die Raad van State-uitspraken nog in conclaaf met landelijk deskundigen (onder andere het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) gaat, en zij gesteld heeft meer tijd nodig heeft om te komen tot een (model-)verordening.
Een en ander kan erin resulteren dat in een later stadium aan u een gewijzigde verordening wordt aangeboden, indien dat nodig zou blijken. Vooralsnog is echter geoordeeld dat niet gewacht wordt op een dergelijk VNG-model en dat onderhavig voorstel in procedure wordt gebracht.