Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Loon op Zand

Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2013.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLoon op Zand
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2013.
CiteertitelVerordening hondenbelasting 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpFinancien en economie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 226

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-12-201201-01-2016Onbekend

13-12-2012

Gemeentepagina in de Duinkoerier, jaar en datum: 20-12-2012

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2013.

Besluit

 

Verordening Hondenbelasting 2013

 

De raad van de gemeente Loon op Zand;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2012,

nummer 2012/66;

 

gelet op het advies van de commissie Bestuur en Middelen d.d. 29 november 2012;

gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de navolgende “Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2013”.

(Verordening hondenbelasting 2013).

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam 'hondenbelasting' wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2.

    Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3.

    Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:

  • 1.

    die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden;

  • 2.

    die door de 'Stichting sociale honden voor gehandicapten Nederland' als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld;

  • 3.

    die verblijven in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;

  • 4.

    die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welke inrichting is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;

  • 5.

    die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij te samen met de moederhond worden gehouden;

  • 6.

    die gehouden worden door ambtenaren van de politie ter verrichting van opsporingsdiensten;

  • 7.

    die in opleiding zijn en die na de opleiding ter beschikking worden gesteld om gehandicapte

    personen bij te staan.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 5 Belastingtarief

  • 1.

    De belasting bedraagt per belastingjaar:

    • a.

      voor een eerste hond € 44,10;

    • b.

      voor een tweede en volgende hond € 66,00;

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het voorgaande lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in:

    • a.

      kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland, € 242,15 per kennel;

    • b.

      inrichtingen voor het houden van honden voor fokdoeleinden, die geregistreerd staan bij de Stichting Gezondheidsdienst voor Dieren en welke beschikken over een “uniek bedrijfsnummer (UBN) € 242,15.

  • 3.

    Het tweede lid blijft buiten toepassing indien belastingplichtige schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijke aantal honden indien blijkt dat dit bedrag lager is dan het op voet van het tweede lid bepaalde bedrag.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    Indien de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de bank- of girorekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, geldt in afwijking van het eerste lid dat de aanslagen moeten worden betaald in zes gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen een maand later.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid geldt dat, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen onroerende-zaakbelastingen of andere heffingen minder is dan € 40,00 0 de betaalwijze zoals in het eerste lid is geregeld van kracht is.

  • 4.

    Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

  • 5.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Nadere regels voor het college van burgemeester en wethouders

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de in artikel 5 onder 1 a genoemde belasting wordt voor maximaal 75% van het verschuldigde bedrag kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

De “Verordening hondenbelasting 2010” van 17 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening hondenbelasting 2013’.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van

13 december 2012.

De raad voornoemd,

voorzitter,

griffier,