Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Aalsmeer

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAalsmeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2009
CiteertitelVerordening lijkbezorgingsrechten 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-12-200801-01-2010nieuwe regeling

04-12-2008

De Nieuwe Meerbode, 04-12-2008

2008/13316-F&B

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2009

De raad van de gemeente Aalsmeer;

gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders met registratienr. 2008/13285;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de "Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2009".

Artikel 1 Begripsomschrijvingen.

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de algemene begraafplaats aan de Ophelialaan;

  • b.

    eigen graf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    eigen urnengraf: een graf, waarvoor voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • e.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • f.

    urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van een asbus in een sierurn, van asbussen met voorzetplaat met of zonder inscriptie;

  • g.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • h.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • i.

    verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid.

Artikel 2 Belastbaar feit.

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de algemene begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht.

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen.

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;

  • b.

    het begraven of cremeren van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in een kist worden begraven of gecremeerd.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief.

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tabel genoemde eenheid voor een volle eenheid gerekend.

Artikel 6 Belastingjaar.

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4.4 en 4.5 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wiize van heffing.

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4.2, 4.2.1 en 4.3 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2.

    Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4.2, 4.2.1 en 4.3 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tiidsgelang van de iaarlijks verschuldigde rechten.

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4.2, 4.2.1, 4.3, 4.4 en 4.5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, zijn de rechten bedoeld in 4.2, 4.2.1 en 4.3 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 4.2, 4.2.1 en 4.3 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Ontstaan van belastingschuld voor de overige rechten.

Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4.2, 4.2.1, 4.3, 4.4 en 4.5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijn van betaling.

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag voor de in de artikelen 4.2, 4.2.1 en 4.3. genoemde rechten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen meer is dan €50 doch minder is dan €3500 en zolang het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kan worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 8 gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de eerste maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen minder is dan €50 doch meer is dan €3500 en zolang het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kan worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de eerste maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

  • 4.

    De overige rechten moeten worden voldaan binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 5.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de lijkbezorgingsrechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1.

    De "Verordening Lijkbezorgingsrechten Aalsmeer 2008" van 25 oktober 2007 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2009.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening lijkbezorgingsrechten 2009".

Aldus besloten in de openbare vergadering van 6 november 2008

voorzitter, griffier