Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Midden-Delfland

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Midden-Delfland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Midden-Delfland
Officiële naam regelingVerordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Midden-Delfland
CiteertitelFinanciële verordening gemeente Midden-Delfland
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt Financiële verordening gemeente Midden-Delfland 2006

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 212
  2. Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Nota waarderings- en afschrijvingsbeleid 2008-2011

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-12-200931-12-2010art. 6, 7

08-12-2009

Gemeenteblad, 2009, 9

Geen
11-04-200801-01-200808-12-2009Nieuwe regeling

25-03-2008

Gemeenteblad, 2008, 9

2008-03-07

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Midden-Delfland;

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 19 maart 2008, nr. 2008-03-07;

Gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten;

BESLUIT:

Vast te stellen de Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Midden-Delfland

1. INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Midden-Delfland en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • b.

    financiële administratie: het verzamelen en verwerken van de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Midden-Delfland teneinde te komen tot een goed inzicht in de financieel-economische positie, het financiële beheer, de uitvoering van de begroting en het afwikkelen van vorderingen en schulden en dient tevens voor het afleggen van rekening en verantwoording.

  • c.

    administratieve organisatie: het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.

  • d.

    financieel beheer: het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen rechten van de gemeente Midden-Delfland.

  • e.

    rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met de begroting en van toepassing zijnde wettelijke regelingen.

  • f.

    doelmatigheid: het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

  • g.

    doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

2. BEGROTING EN VERANTWOORDING

Artikel 2 Programmabegroting

  • 1. De raad stelt in ieder geval bij de aanvang van de nieuwe raadsperiode een programma-indeling vast.

  • 2. De raad stelt op voorstel van het college per programma relevante indicatoren vast voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijk beleid.

Artikel 3 Inrichting en kaders begroting en jaarstukken

  • 1. De begroting en de jaarstukken bestaan uit de programma’s en de verplichte paragrafen. In de begroting worden per programma de lasten en baten weergegeven en in de jaarstukken worden per programma de gerealiseerde lasten en baten weergegeven. Tevens worden in de begroting en de jaarstukken per programma de begrote en gerealiseerde investeringen weergegeven.

  • 2. Het college biedt de raad voor 15 juli de voorjaarsnota aan waarin de kaders voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming met betrekking tot beleid en financiële kaders zijn weergegeven. De raad stelt de voorjaarsnota vast.

Artikel 4 Autorisatie begroting, investeringskredieten en begrotingswijzigingen

  • 1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en baten en investeringskredieten per programma en het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen.

  • 2. Overschrijding van de uitgaven binnen een programma die volledig gedekt worden door extra inkomsten binnen dat programma hebben bij voorbaat de instemming van de raad.

Artikel 5 Tussentijdse rapportage en informatie

  • 1.

    Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente.

  • 2.

    De tussentijdse rapportages bevatten een uiteenzetting over de uitvoering en bijstelling van het beleid.

  • 3.

    De raad geeft bij de begroting aan over welke budgetbesluiten het college de raad alsnog vooraf dient te informeren.

3. FINANCIEEL BELEID

Artikel 6 Waardering & afschrijving vaste activa

  • 1. Het college biedt tenminste eenmaal in de vier jaar een (bijgestelde) nota waarderings- en afschrijvingsbeleid aan; de raad stelt de nota vast binnen twee maanden nadat de nota is aangeboden.

  • 2. Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder aftrek van bijdragen van derden en bestemmingsreserve ten laste van de exploitatie gebracht. Hiervan kan bij raadsbesluit worden afgeweken. In geval van activering bij raadsbesluit wordt het actief lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere door de raad aan te geven tijdsduur.

Artikel 7 Reserves en voorzieningen

Het college biedt tenminste eenmaal in de vier jaar een (bijgestelde) nota reserves en voorzieningen aan; de raad stelt de nota vast binnen twee maanden nadat de nota is aangeboden.

Artikel 8 Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente Midden-Delfland wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2. Bij indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten, reinigingsrechten en (indien van toepassing) andere retributies, de compensabele BTW.

  • 3. De omslagrente voor de rentetoerekening van de kapitaallasten wordt bepaald door het rentetotaal van de uitstaande leningen en de bij begroting vastgestelde gecalculeerde rente over het eigen vermogen en voorzieningen.

Artikel 9 Financieringsfunctie

  • 1.

    Het college zorgt bij de uitoefening van de financieringsfunctie voor:

    • a.

      Het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren;

    • b.

      Het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s;

    • c.

      Het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van voldoende rendement op uitzettingen;

    • d.

      Het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

  • 2.

    Verstrekken van leningen en garanties en het aangaan van financiële participaties worden uitsluitend gedaan uit hoofde van de publieke taak. Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het college indien mogelijk zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties.

  • 3.

    Het college stelt regels op ter uitvoering van gestelde onder het eerste en het tweede lid en legt deze regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening vast in een treasurystatuut. Het college zendt het treasurystatuut ter kennisneming aan de raad.

4. PARAGRAFEN

Artikel 10 Lokale heffingen

  • 1. Het college biedt tenminste eenmaal in de vier jaar een (bijgestelde) nota lokale heffingen aan. Deze nota behandelt in ieder geval:

    • -

      de samenstelling van het pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen;

    • -

      de kostendekkendheid van de heffingen;

    • -

      de druk van de lokale belastingen en heffingen;

    • -

      het kwijtscheldingsbeleid en het tarievenbeleid.

  • 2.De nota bevat voorts een overzicht van de verordeningen met de bijbehorende vaststellingsdata waarin tarieven, heffingen en prijzen zijn vastgelegd. Het college draagt er zorg voor dat er een actueel overzicht is van de tarieven, heffingen, prijzen en kosten per verstrekte dienst. De raad stelt de nota vast binnen 2 maanden nadat de nota is aangeboden.

  • 3. Bij de begroting en jaarstukken doet het college in de paragraaf lokale heffingen verslag van de opbrengsten per lokale heffing, het volume en bedrag aan kwijtscheldingen, de kostendekkendheid van de rioolrechten en de afvalstoffenheffing, de (ontwikkeling van de) lokale lastendruk voor eenpersoonshuishoudingen, meerpersoonshuishoudingen en bedrijven.

Artikel 11 Weerstandsvermogen en risicomanagement

  • 1. Het college biedt tenminste eenmaal in de vier jaar een (bijgestelde) nota weerstandsvermogen en risicomanagementaan. In deze nota wordt ingegaan op het risicomanagement, het opvangen van risico’s door verzekeringen, voorzieningen, het weerstandsvermogen of anderszins. In de nota wordt tevens het gewenste weerstandscapaciteit bepaald. De raad stelt de nota vast binnen 2 maanden nadat de nota is aangeboden.

  • 2. Het college geeft aan in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken de risico’s van materieel belang en een inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen. Het college brengt hierbij in elk geval de risico’s in beeld en actualiseert de risico’s genoemd in de nota bedoeld in het eerste lid; Het college geeft aan in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken de weerstandscapaciteit en in hoeverre schade en verliezen als gevolg van de risico’s van materieel belang met de weerstandscapaciteit kunnen worden opgevangen.

Artikel 12 Onderhoud kapitaalgoederen

  • 1. Het college biedt tenminste eens in de vier jaar een nota onderhoud openbare ruimte aan. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud en het beoogde onderhoudsniveau voor het openbaar groen, water, wegen, kunstwerken en straatmeubilair en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag. De raad stelt de nota vast binnen 2 maanden nadat de nota is aangeboden; Het college geeft jaarlijks in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen het kader weer voor de inrichting van het onderhoud en het beoogde onderhoudsniveau voor de wegen, riolering, water, groen en gebouwen.

  • 2. Het college biedt tenminste eens in de vier jaar een nota rioleringsplan aan. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud, het beoogde onderhoudsniveau en de uitbreiding van de riolering alsmede de kwaliteit van het milieu en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag. De raad stelt de nota vast binnen 2 maanden nadat de nota is aangeboden.

  • 3. Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen verslag over de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallig onderhoud.

Artikel 13 Financiering

Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf financiering in ieder geval verslag van:

  • -

    de kasgeldlimiet;

  • -

    de renterisico norm;

  • -

    de rentevisie; en

  • -

    de rentekosten en rente-opbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.

Artikel 14 Bedrijfsvoering

  • 1. Het college rapporteert in de paragraaf Bedrijfsvoering van de begroting en jaarstukken over de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid, bedoeld in artikel 213a Gemeentewet en tevens wordt het gewenste beleid ten aanzien van de bedrijfsvoering opgenomen.

  • 2. Het college rapporteert in de jaarstukken over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering en over nieuwe ontwikkelingen.

Artikel 15 Verbonden partijen

  • 1. Het college biedt tenminste eenmaal in de vier jaar een nota verbonden partijen aan. De raad stelt de nota vast binnen 2 maanden nadat de nota is aangeboden. In de begroting en de jaarstukken wordt van elk van de verbonden partijen de doelstelling, de financiële bijdrage van de gemeente en de zeggenschap van de gemeente aangegeven.

  • 2. Van elk van de verbonden partijen wordt weergegeven het openbaar belang, het eigen vermogen, de solvabiliteit, het financieel resultaat en het financieel belang en de zeggenschap van de gemeente.

  • 3. In de begroting en de jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden partijen in elk geval ingegaan op nieuwe verbonden partijen, het beëindigen van bestaande verbonden partijen, het wijzigen van bestaande verbonden partijen en eventuele problemen bij bestaande verbonden partijen.

Artikel 16 Grondbeleid

  • 1.

    • Het college biedt ten minste eens in de vier jaar een (bijgestelde) nota grondbeleid aan ter behandeling en vaststelling door de raad. In deze nota wordt aandacht besteed aan:

      • a.

        de relatie met de programma’s van de begroting;

      • b.

        de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente;

      • c.

        aan te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten;

      • d.

        de voorraadverwerving en uitgifte van gronden;

      • e.

        de uitgifte van gronden in erfpacht en de bijstelling van erfpachtvergoedingen.

    De raad stelt de nota vast.

  • 2. Het college besteedt in de paragraaf grondbeleid jaarlijks aandacht aan de uitvoering van het grondbeleid, de belangrijkste financiële ontwikkelingen zoals verlies/winstverwachtingen, de verwerving van gronden en relaties van het grondbeleid met de programma’s.

    5.FINANCIEEL BEHEER EN INTERNE CONTROLE

Artikel 17 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking dat zij dienstbaar is voor:

  • a.

    Het sturen en beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

  • b.

    Het verstrekken van informatie betreffende ontwikkelingen in de omvang van de activa, vorderingen, schulden, contracten, enz.;

  • c.

    Het verschaffen van informatie betreffende de uitputting van de budgetten;

  • d.

    Het afleggen van de verantwoording over rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde beleid in de gemeente als geheel;

  • e.

    De controle van de registratie van gegevens en van daaraan ontleende informatie.

Artikel 18 Interne controle

Het college zorgt ten behoeve voor het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 19 Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college draagt zorg voor en legt de regels vast voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

6. FINANCIELE ORGANISATIE

Artikel 20 Financiële organisatie

Het college draagt de zorg voor en legt (in een besluit) vast:

  • -

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de diensten een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • -

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten.

Artikel 21 Aanbesteding en inkoop

Het college draagt zorg voor en legt de interne regels vast voor de inkoop en aanbesteding van werken en diensten. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie.

7. SLOTBEPALINGEN

Artikel 22 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2008, met dien verstande dat als uitzondering hierop de begroting, meerjarenraming, de uitvoeringsinformatie en de informatie voor derden en de daarbij behorende toelichtingen met ingang van de begroting voor het begrotingsjaar 2009voldoen aan de bepalingen van deze verordening. Bovendien treedt artikel 5, lid 1 en 2 (tussentijdse rapportage) op een nader te bepalen tijdstip in werking nadat eerst hierover aan de raad nader is gerapporteerd.

  • 2. Op het moment dat deze geactualiseerde verordening in werking treedt vervalt de financiële verordening gemeente Midden-Delfland die door de raad is vastgesteld op 26 januari 2006.

Artikel 23 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële verordening gemeente Midden-Delfland”.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 25 maart 2008.

De griffier, de voorzitter,

A.de Vos, A.J. Rodenburg