Organisatie | Papendrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening aangepast sporten in de regio Drechtsteden 2005 |
Citeertitel | Regionale subsidieverordening aangepast sporten Drechtsteden 2005 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | regionale subsidieregeling gehandicaptensport |
Geen.
Algemene wet bestuursrecht
1.Mandaatbesluit Sportraad inzake subsidieverordening Aangepast Sporten 2005
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-2006 | 18-05-2006 | 03-02-2011 | nieuwe regeling | 18-05-2006 PN, 31-05-2006 | 2006/018 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
de Algemene wet bestuursrecht;
het geheel der lichamelijke en/of geestelijke bezigheden gericht op ontspanning met spel- en/of wedstrijdelementen waarbij conditie en/of vaardigheid vereist zijn, respectievelijk bevorderd worden;
het beoefenen van sport in aangepaste vorm door personen met een motorische, zintuiglijke of verstandelijke handicap of met een chronische aandoening, die aantoonbare beperkingen oplevert bij de sportbeoefening;
een particuliere organisatie, die aangepast sporten aanbiedt;
de gemeenten die participeren in het Samenwerkingsverband Aangepaste Sporten Drechtsteden, te weten: Alblasserdam, Dordrecht, Graafstroom, Hendrik Ido Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht;
het kalenderjaar of het verenigingsjaar , waarop de subsidie betrekking heeft.
Dit doel wordt bereikt door de kosten, die door de instellingen ten behoeve van het aangepast sporten gemaakt worden, onder uniforme voorwaarden te subsidiëren, voor zover deze kosten – in overeenkomende situaties – de kosten van sportbeoefening door personen die niet zijn aangewezen op aangepast sporten, te boven gaan.
Burgemeester en Wethouders zijn belast met uitvoering van deze verordening en het verdelen vande subsidies over de daarvoor in aanmerking komende instellingen, met inachtneming van debeschikbare geldmiddelen zoals die in het betreffende subsidiejaar voor de regionale
subsidiëring van het aangepast sporten in de Drechtsteden ter beschikking staan.
Indien bij de subsidietoekenningen blijkt, dat het benodigde bedrag voor de subsidie-uitkeringenhoger is dan het voor het betreffende subsidiejaar beschikbare budget, zoals bedoeld in artikel 3,zullen de subsidies naar rato met een zodanig percentage worden verlaagd, datbudgetoverschrijding achterwege blijft.
Indien de instelling bij derden financiële steun heeft aangevraagd of zal aanvragen, dan welfinanciële steun heeft gekregen of zal krijgen, dienen Burgemeester en Wethouders hiervan in kennis te worden gesteld bij het indienen van de subsidieaanvraag respectievelijk bij het afleggen van verantwoording over de subsidiebesteding.
Op grond van deze regeling komt een instelling in aanmerking voor subsidie ter grootte van de hieronder aangegeven percentages in de kosten van de vermelde uitgavencategorieën.
a.Vervoerskosten van sporters en rolstoelen
1.75 % van de kosten van vervoer per aangepast transportmiddel naar en van desportaccommodaties ten behoeve van personen die zijn aangewezen op het gebruik van een rolstoel;
2.25 % van de kosten van vervoer naar en van de sportaccommodaties van alle overige sportbeoefenaren, die zich niet zelfstandig kunnen verplaatsen.
Indien voor het transport van een auto gebruik wordt gemaakt, geldt een maximum vergoeding op basis van een door de colleges van Burgemeester en Wethouders van de Drechtsteden jaarlijks gezamenlijk vast te stellen vergoeding per kilometer.
b.Gespecialiseerd sporttechnisch kader
De subsidie bedraagt 33 1/3% van:
1.de kosten van het brutoloon – inclusief vakantietoeslag – en van het
werkgeversaandeel in de wettelijk verplichte sociale lasten;
2.de reiskosten naar en van de sportaccommodatie.
Indien voor het transport van een auto gebruik wordt gemaakt, geldt een maximum vergoeding op basis van een door de colleges van Burgemeester en Wethouders van de Drechtsteden jaarlijks gezamenlijk vast te stellen vergoeding per kilometer
Het gespecialiseerd sporttechnisch kader wordt uitsluitend gesubsidieerd, indien het blijkens het bezit van een diploma van één van de onderstaande opleidingen geacht mag worden te zijn toegerust met specifieke vaardigheden voor het leidinggeven bij het aangepast sporten.
Ten aanzien van deze eis kan éénmalig en voor de tijdsduur van ten hoogste één jaar dispensatie gegeven worden, indien het gaat om:
1.personen die niet over één van de bovengenoemde diploma’s beschikken, maar die op basis van jarenlange ervaring geacht kunnen worden over dezelfde vaardigheden te beschikken,
2. personen, die één van bovenvermelde opleidingen aan het volgen zijn.
1.de kosten van het verstrekken van attenties en consumpties, het aanbieden van een feestavond of andere blijken van waardering in natura,
2.de reiskosten van en naar de sportaccommodatie.
Indien voor het transport van een auto gebruik wordt gemaakt, geldt een maximum vergoeding op basis van een door de colleges van Burgemeester en Wethouders van de Drechtsteden jaarlijks gezamenlijk vast te stellen vergoeding per kilometer
De subsidie is uitsluitend bedoeld voor personen die vóór, tijdens en na afloop van het aangepast sporten als vrijwilliger helpen bij noodzakelijke handelingen, die mensen met een beperking niet zelf kunnen verrichten.
De subsidie bedraagt 80% van de kosten van aanschaf en instandhouding van:
Sportrolstoelen zijn van subsidiëring uitgesloten, met uitzondering van ten hoogste twee stoelen, die door de instelling worden ingezet ten behoeve van nieuwe leden/deelnemers om met het rijden in een sportrolstoel kennis te maken.
e.Opleidingen voor aangepaste sporten
De subsidie bedraagt 50% van de kosten van het volgen van een door de rijksoverheid erkende opleiding die gericht is op het omgaan met aangepaste sport(ers).
f.Overige buitengewone kosten met betrekking tot aangepaste sporten
Tot de overige buitengewone kosten met betrekking tot aangepast sporten worden de (extra) kosten – anders dan de kosten, bedoeld sub a tot en met e van dit artikel – die voor overeenstemmende doeleinden niet of in mindere mate behoeven te worden gemaakt door instellingen die geen aangepast sporten aanbieden. De subsidieaanvrager moet bij het indienen van het subsidieverzoek aannemelijk maken, waarom er sprake is van buitengewone kosten.
Tot de overige buitengewone kosten worden in ieder geval niet gerekend kosten voor het treffen van bouwkundige voorzieningen.
1.Een aanvraag om subsidie moet uiterlijk op 1 april van het subsidiejaar bij Burgemeester en
Wethouders van de gemeente, waarin de instelling statutair gevestigd is, worden ingediend. Instellingen, die niet statutair in de Drechtsteden gevestigd zijn, moeten hun subsidieverzoek indienen bij Burgemeester en Wethouders van de gemeente Dordrecht.
2.Aanvragen die na 1 april Burgemeester en Wethouders bereiken, zullen niet in behandeling
worden genomen, tenzij de subsidieaanvrager aannemelijk kan maken dat er sprake is van verschoonbare termijnoverschrijding.
moet worden gemaakt van daartoe bestemde en door Burgemeester en Wethouders vastgestelde formulieren.
Op een aanvraag om subsidie te verlenen wordt uiterlijk op 1 juli van het subsidiejaar beslist. Deze termijn kan ten hoogste met acht weken worden verlengd.
1.Een instelling maakt aanspraak op subsidie indien en voor zover:
a.de daarvoor beschikbare financiële middelen toereikend zijn om de subsidie te kunnen
gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:
a.de activiteiten van de instelling niet vallen binnen de in artikel 2 genoemde doelstelling
of niet aanwijsbaar ten goede komen van de ingezetenen van de Drechtsteden;
bepaling, het algemeen belang of de openbare orde, of die uit het oogpunt van de geestelijke en lichamelijke gezondheid of maatschappelijk welbevinden onverantwoord zijn;
d.de instelling met het aangepast sporten het maken van winst beoogt;
Indien binnen de in lid 1 van dit artikel bedoelde periode geen afrekening door Burgemeester en Wethouders is ontvangen, nodigt Burgemeester en Wethouders de instelling schriftelijk uit binnen vier weken na dagtekening alsnog de afrekening in te dienen. Indien hier niet tijdig gehoor aan wordt gegeven, zijn Burgemeester en Wethouders gerechtigd het verstrekte voorschot op de subsidie geheel of gedeeltelijk terug te vorderen.
TOELICHTING BEHORENDE BIJ DE REGIONALE SUBSIDIEVERORDENING AANGEPAST SPORTEN DRECHTSTEDEN 2005
Het is van groot belang dat mensen met een beperking ook aan sport (kunnen) doen. Voor deze deelname moeten soms extra kosten worden gemaakt. Het is gewenst dat de overheid voor deze kosten subsidie verleent. Daartoe dient deze subsidieverordening. Een aantal gemeenten in de Drechtsteden (verenigd in het Samenwerkingsverband Aangepast Sporten Drechtsteden (SASD), heeft het wenselijk gevonden een gelijkluidende subsidieverordening te hanteren, met de bedoeling om verenigingen in het Drechtstedengebied – met aangepast sporten in hun dienstenpakket – op uniforme wijze te subsidiëren. Deze verordening wordt door de gemeenteraden van ieder van de deelnemende gemeenten separaat vastgesteld.
De Algemene wet bestuursrecht geeft algemene bepalingen over subsidies in titel 4.2. Ook de definities van bijvoorbeeld “subsidie” en “subsidieplafond” staan in die wet.
Dit artikel geeft enkele omschrijvingen van begrippen die de wet niet kent, maar die van belang zijn voor de reikwijdte en de toepassing van deze verordening.
Voorzover op artikelen geen toelichting nodig is, blijft deze achterwege.
De gemeente ’s-Gravendeel en Heerjansdam zijn ten opzichte van de vorige verordening uit de definitie verdwenen. De gemeente ’s-Gravendeel heeft besloten niet meer aan de subsidieregeling deel te nemen en de gemeente Heerjansdam is gemeentelijk heringedeeld met de gemeente Zwijndrecht.
Bij het begrip subsidiejaar is aangesloten bij de praktijk, omdat de ene vereniging het kalenderjaar aanhoudt en de andere het verenigingsjaar, dat meestal op 1 augustus of 1 september aanvangt.
Gezien het belang van sportbeoefening door mensen met een lichamelijke en/of geestelijke beperking en de extra hoge kosten die door de beoefenaren van het aangepast sporten ten behoeve van de sportbeoefening moeten worden gemaakt, is het alleszins gewenst het aangepast sporten te subsidiëren. Daarbij mag echter niet uit het oog worden verloren, dat iemand met een beperking naast gelijke rechten ook gelijke plichten als de valide sportbeoefenaar heeft. Het is daarom redelijk dat de subsidiëring beperkt blijft tot de buitengewone kosten.
Hieronder kunnen worden verstaan:
Als er ook andere bronnen om subsidies te verkrijgen aanwezig zijn, dan dienen deze ook (eventueel zelfs eerst) te worden benut en zonodig moet het aanboren daarvan verplicht worden gesteld. Indien elders de opgevoerde kosten niet voor 100% worden gesubsidieerd, behoort aanvullende subsidiëring vanuit de Drechtsteden tot de mogelijkheden.
In dit artikel springt onmiddellijk in het oog, dat de subsidiepercentages verschillend zijn. Dit is een bewuste keuze vanuit het uitgangspunt dat alleen de extra kosten van aangepast sporten gesubsidieerd zouden moeten worden. Met extra kosten worden uitdrukkelijk niet alle kosten beschouwd die een vereniging maakt voor het aangepast sporten maar uitsluitend de meerkosten ten opzichte van de validensport.
Met andere woorden: als de oprichting van een gehandicaptensportafdeling € 5.000 kost en de kosten van een validenafdeling € 3.000, dan bedragen de extra kosten niet € 5.000 maar het verschil tussen de beide, te weten € 2.000.
Per kostencategorie is getracht een zo reëel mogelijke inschatting van de extra kosten te maken via differentiëring van de subsidiepercentages.
Wie zich met zijn eigen auto of met het openbaar vervoer naar een sportaccommodatie begeeft, moet daarvoor in zijn portemonnee tasten. Ook iemand met een beperking. Gehandicapten zijn echter niet altijd in staat zichzelf te verplaatsen en moeten gebruik maken van aangepast vervoer (rolstoelbussen). Omdat zulk vervoer dikwijls (extra) duur is, is een partiële bijdrage in de vervoerskosten op zijn plaats. Behalve vervoer naar en van de eigen sportaccommodatie komt uiteraard ook aangepast vervoer van en naar andere accommodaties elders in het land voor subsidiëring in aanmerking (toernooien, competitiewedstrijden, sportdagen etc.).
De sportbeoefenaar met een beperking is extra vatbaar voor blessures. En niet alleen daarom vergt het leidinggeven aan gehandicapten een aantal specifieke vaardigheden. Het is dan ook van belang dat het leidinggevend kader een opleiding heeft genoten waarin speciaal aandacht wordt besteed aan het omgaan met gehandicapten. Aan dergelijke leiding hangt natuurlijk wel een extra prijskaartje, dat (gedeeltelijk) subsidiëring van dit kader gewenst maakt.
Zijn sportverenigingen voor validen al grotendeels afhankelijk van de inzet van vrijwilligers, voor verenigingen voor aangepast sporten geldt dit nog eens extra. Zonder de inzet van een groot aantal veelal valide helpers, die belangeloos allerhande hand- en spandiensten verrichten en die dikwijls zelf niet eens lid zijn van de vereniging, zou aangepast sporten nauwelijks kunnen bestaan.
De subsidieregeling voorziet dan ook in de mogelijkheid van subsidiëring van de activiteitenhelpers.
De kosten bestaan voor een belangrijk deel uit het aan de helpers verstrekken van consumpties of een attentie (kerstpakket!), dan wel het aanbieden van een feestavond.
Het is niet de bedoeling om vrijwilligersfuncties te subsidiëren, die bij sportbeoefening door validen ook niet worden gesubsidieerd.
Bij aangepaste attributen kan zowel gedacht worden aan de persoonlijke uitrusting als aan spelmateriaal en hulpstukken (bijvoorbeeld attributen om tafeltennisballen op te rapen) voorzover die materialen bij sportbeoefening door validen in het geheel niet nodig zijn, dan wel in mindere mate.
Het gaat dus niet om normale sportkleding of bij sportbeoefening gangbare attributen als een racket, batjes of ballen, maar materialen, die specifiek voor gehandicaptensport nodig zijn.
Bij sommige varianten van aangepaste sporten (bijvoorbeeld bij de hartpatiënten) is het noodzakelijk dat voor alle securiteit medische apparatuur aanwezig is. Ook dergelijke apparatuur (bijvoorbeeld defibrillators, bloeddrukmeters etc.) is subsidiabel.
Deze bepaling is bedoeld om commerciële sportbeoefening (sportscholen of commerciële centra) van subsidiëring uit te sluiten.
De subsidies zullen worden betaald uit een jaarlijkse bijdrage van de `deelnemende`gemeenten.
Mocht in enig jaar meer worden ontvangen dan uitgegeven dan wordt het overschot in het egalisatiefonds gestort.
Uit dit fonds kunnen subsidies worden verstrekt als de bijdrage van de ´deelnemende´gemeenten niet toereikend is. Indien ook het egalisatiefonds niet toereikend is, wordt tot evenredige uitkering van de subsidies overgegaan.
Voorbeeld: indien € 30.000 ter beschikking is en het totaal aan berekende subsidies is € 40.000, wordt de subsidie vastgesteld door de oorspronkelijk berekende subsidie te vermenigvuldigen met een breuk waarvan de teller gelijk is aan de beschikbare gelden (in dit geval € 40.000). De breuk is in dit geval derhalve ¾.
REGIONALE SUBSIDIEVERORDENING AANGEPAST SPORTEN DRECHTSTEDEN
AFDELING 1: ALGEMENE BEPALINGEN3
Artikel 1: Begripsomschrijvingen 3
Artikel 4: Wijze van uitvoering 3
AFDELING II: BIJZONDERE EISEN AAN INSTELLINGEN4
Artikel 5: eisen aan de instellingen 4
AFDELING III: GRONDSLAG SUBSIDIEBEREKENING4
Artikel 6: subsidiegrondslag 4
AFDELING IV: PROCEDURE SUBSIDIEVERLENING6
Artikel 7: aanvraag van de subsidie 6
Artikel 9: aanspraak subsidie en weigeringsgronden 6
Artikel 10: besluit tot subsidieverlening 6
AFDELING V: SUBSIDIEVASTSTELLING EN BETALING7
Artikel 12: subsidievaststelling 7
AFDELING VI: ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN7