Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Berg en Dal

Handhavingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren injongeren gemeente Groesbeek 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBerg en Dal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHandhavingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren injongeren gemeente Groesbeek 2009
CiteertitelHandhavingsverordening Wwb/Wij gemeente Groesbeek 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpbijstand en jongeren

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

In artikel 8a van de Wet werk en bijstand is opgenomen dat de raad bij verordening regels stelt ivmde handhaving. Deze regels zijn opgenomen in een artikel van de Afstemmingsverordening Wetwerk en bijstand gemeente Groesbeek. Voortschrijdend inzicht en de invoering van de Wetinvesteren in Jongeren heeft geleid tot een aparte Handhavingsverordening Werk en Inkomen. DeAfstemmingsverordening Wet werk en bijstand zal hierop worden aangepast.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art.147 en 212
  2. Wet werk en bijstand, art. 8a
  3. Wet investeren in jongeren, art. 12, lid1 sub c

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

fraudebeleidsplan gemeente Groesbeek

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-11-200901-10-200915-12-2010nieuwe regeling

29-10-2009

Groesbeeks Weekblad, 03-11-2009

WO/WZ/RVS/20090011

Tekst van de regeling

Intitulé

Handhavingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeente Groesbeek 2009

De raad der gemeente Groesbeek;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de Groesbeek van 29 september 2009;

overwegende de verplichting die voortkomt uit artikel 12, Wet investeren in jongeren,

 

b e s l u i t :

 

1. Vast te stellen: de Handhavingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeenteGroesbeek 2009.

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de Wwb: de Wet werk en bijstand;

    • b.

      de Wij: de Wet investeren in jongeren zoals die in het staatsblad (jaargang 2009 nummer 282) is gepubliceerd en zoals deze nadien is, of wordt gewijzigd;

    • c.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groesbeek;

    • d.

      de raad: de gemeenteraad van de gemeente Groesbeek

    • e.

      belanghebbende: de bijstandsgerechtigde als bedoeld in artikel 11 van de Wwb;

    • f.

      uitkering: de bijstandsuitkering als bedoeld in Hoofdstuk 3 van de Wwb;

    • g.

      jongere: de persoon als bedoeld in artikel 2 van de Wij;

    • h.

      inkomensvoorziening: de voorziening in het inkomen als bedoeld in Hoofdstuk 4 van de Wij;

    • i.

      misbruik: het verkrijgen of genieten van (te hoge) uitkeringen dan wel inkomensvoorzieningen dan wel een ten onrechte verkregen werkleeraanbod door het bewust niet, niet juist of niet volledig verstrekken van gegevens en inlichtingen;

    • j.

      oneigenlijk gebruik: het verkrijgen of genieten van (te hoge) uitkeringen dan wel inkomensvoorzieningen dan wel een ten onrechte verkregen werkleeraanbod in strijd met de bedoeling van de Wwb dan wel de WIJ en/of aanverwante regelingen, maar niet in strijd met de letterlijke tekst van de Wwb dan wel de WIJ en/of aanverwante regelingen.

    • k.

      benadelingsbedrag: het bedrag aan kosten van uitkeringen dan wel inkomensvoorzieningen, de kosten van een werkleeraanbod en uitkeringen uit aanverwante regelingen, dat ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend.

Artikel 2 Het handhavingsbeleid

  • 1.

    Het college biedt vierjaarlijks een fraudebeleidsplan ter vaststelling aan de raad aan met daarin het te voeren beleid op het gebied van handhaving, bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik en de te verwachten resultaten, en rapporteert hierover jaarlijks aan de gemeenteraad. Het fraudebeleidsplan omvat handhaving in het kader van de Wwb de WIJ, en/of aanverwante regelingen.

  • 2.

    In het fraudebeleidsplan komt in ieder geval tot uitdrukking:

    • a.

      de vormgeving van controle en opsporing van misbruik en oneigenlijk gebruik;

    • b.

      de prioriteiten in het handhavingsbeleid;

    • c.

      het preventie- en repressiebeleid ten aanzien van fraude;

    • d.

      de kengetallen op het gebied van misbruik en oneigenlijk gebruik;

    • e.

      het beleid inzake terugvordering van het benadelingsbedrag.

Artikel 3 Afstemming

In gevallen van misbruik en oneigenlijk gebruik geeft het college toepassing aan de Afstemmingsverordening Wwb gemeente Groesbeek 2009 respectievelijk de Afstemmingsverordening WIJ gemeente Groesbeek, en geeft ten aanzien van jongeren toepassing aan de artikelen 21 en 40 van de WIJ.

Artikel 4 Terugvordering van bijstand

Het college vordert de kosten van bijstand terug onder toepassing van paragraaf 6.4 van de Wwb dan wel Hoofdstuk 7 van de WIJ, en in overeenstemming met het fraudebeleidsplan.

Artikel 5 Aangifte

Het college doet aangifte van fraude bij het Openbaar Ministerie bij een benadelingsbedrag vanaf de aangiftegrens.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking in het Groesbeeks Weekblad, en werkt terug tot 1 oktober 2009. Gelijktijdig wordt artikel 2 uit de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Groesbeek, met vaststellingsdatum 30 september 2004, ingetrokken.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Handhavingsverordening Wwb/Wij gemeente Groesbeek 2009".

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Groesbeekop 29 oktober 2009.

De raadsgriffier, De voorzitter,

Nota-toelichting  

Algemene toelichting

De gemeente dient toe te zien op een rechtmatige uitvoering van de Wet werk en bijstand (WWB). Van de uitkeringsgerechtigden wordt verlangd, dat zij zich houden aan de verplichtingen die aan de WWB zijn verbonden. Ten aanzien van handhaving gaat het dan om de inlichtingenplicht, zoals bedoeld in artikel 17 van de WWB. Zo dient de uitkeringsgerechtigde - tijdig - alle inlichtingen te verstrekken die van belang kunnen zijn voor het recht op en de hoogte van de uitkering. Het is de taak van de gemeente erop toe te zien, dat deze verplichting wordt nageleefd, oftewel de wet te handhaven.

Bij amendement van het kamerlid Weekes is aan de WWB (middels artikel 8a) toegevoegd, dat de gemeente expliciet regelt, op welke wijze vorm wordt gegeven aan handhaving.

Op grond van artikel 212 van de Gemeentewet dient de gemeenteraad een verordening vast te stellen voor de uitgangspunten voor het financiële beleid en voor het financiële beheer. Daarmee dient te worden gewaarborgd dat aan de eisen van rechtmatigheid wordt voldaan. In dat kader kan ook aandacht worden besteed aan de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen.

Een goed financieel beheer bij de uitvoering van de WWB brengt met zich dat daarbij ook voortdurend aandacht bestaat voor de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik. Het is wenselijk dit expliciet in de WWB te regelen. Met dit amendement wordt dan ook voorgeschreven dat regels worden gesteld voor de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de WWB.

De rijksoverheid ondersteunt gemeenten met het programma Hoogwaardig Handhaven. Vanuit dit programma worden onder meer handreikingen gegeven voor het opstellen van een fraudebeleidsplan.

In deze verordening wordt dan ook naar het fraudebeleidsplan verwezen.

De gemeente Groesbeek neemt deel aan een gemeenschappelijke regeling IBO. Het IBO (Instituut Bijzonder Onderzoek) voert, in opdracht van de gemeente, de bijzondere onderzoeken uit. Dit zijn de (strafrechtelijke) onderzoeken, waar een opsporingsbevoegdheid voor is vereist.

Tevens leveren zij administratieve en juridische ondersteuning. Het IBO heeft Wijchen als standplaats.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

De omschrijvingen voor misbruik en oneigenlijk gebruik zijn overgenomen uit het Handhavingsprogramma 2007-2010 van het ministerie van SZW.

Onder de kosten van de bijstand vallen niet alleen de netto uitbetaalde bedragen, maar ook de afgedragen loonheffingen en premies, en eventuele andere (verplichte) betalingen. Uitvoeringskosten vallen hier niet onder.

Artikel 2

Het fraudebeleidsplan wordt opgesteld in overleg met het IBO, het Instituut Bijzonder Onderzoek.

Artikel 3

In een afzonderlijke verordening, de Afstemmingsverordening, worden de regels gesteld die de gemeente toepast bij een constatering van misbruik of oneigenlijk gebruik. In de Afstemmingsverordening wordt aangegeven, bij welke gedragingen er sprake is van misbruik of oneigenlijk gebruik, en welke sancties daarop worden toegepast. Een sactie houdt in de regel in, dat de uitkering voor een bepaalde tijd met een bepaald percentage wordt verlaagd.

Artikel 4

Terugvordering van bijstand is een bevoegdheid van het college (artikel 58 van de wet). Met deze bepaling maakt het college volledig gebruik van deze bevoegdheid.

In het eerste lid van artikel 58 worden de gevallen genoemd, die tot een terugvorderingsbesluit kunnen leiden.

Bij een terugvordering worden de kosten van de bijstand teruggevorderd. Dus wordt niet alleen de netto betaalde bijstand teruggevorderd, maar ook de loonheffingen en premies. Er wordt dan zogezegd bruto teruggevorderd (artikel 58, vierde lid).

In het fraudebeleidsplan is ook het beleid ten aanzien van terugvordering opgenomen. Daarin worden ook de omstandigheden aangegeven, waaronder het college geheel of gedeeltelijk kan afzien van terugvordering.

Artikel 5

Bij zwaardere fraudes past het niet meer om de uitkering te verlagen. Het Openbaar Ministerie heeft een grensbedrag gesteld, op dit moment € 10.000,- (per 1-1-2009 op dit bedrag vastgesteld). Wanneer het benadelingsbedrag hoger is dan deze grens, en er is sprake van fraude, dan wordt aangifte gedaan van valsheid in geschrifte en sociale zekerheidsfraude bij het OM. Het IBO verzorgt de aangifte en ook de contacten met het OM.

In deze gevallen geldt het zogenaamde "una via"-beginsel: Er kan maar volgens één weg vervolging plaatsvinden.

Dit houdt in, dat, wanneer aangifte is gedaan, de gemeente geen acties onderneemt tot het opleggen van een verlaging of andere sanctie. Wel vindt terugvordering van het benadelingsbedrag plaats.

Het OM onderzoekt, of zij een strafrechtelijke vervolging gaat instellen jegens de betrokkene. Het OM kan beslissen om de zaak weer terug te geven aan de gemeente. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij benadelingsbedragen, die net boven de grens uitkomen, terwijl de betrokkene niet eerder misbruik heeft gepleegd. Wanneer de gemeente een zaak terugkrijgt, dan kan de gemeente overgaan tot het treffen van een sanctie zoals omschreven in de Afstemmingsverordening.

Wanneer het OM wel overgaat tot een strafrechtelijke vervolging, dan kan de betrokkene worden veroordeeld tot een taakstraf of een gevangenisstraf, al dan niet voorwaardelijk. De betrokkene krijgt ook een strafblad.