Organisatie | Dronten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van Hondenbelasting 2013 |
Citeertitel | Verordening hondenbelasting 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | belastingen, retributies en heffingen |
Vervangt Verordening hondenbelasting 2013.
Gemeentewet, art. 226
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-01-2013 | 01-01-2014 | Intrekking | 12-11-2012 Gemeenteblad 2013, nr. 2 | B12.002119 | |
01-01-2013 | 03-01-2013 | Intrekking | 29-11-2012 Gemeenteblad 2012, nr. 19 | B12.001610 |
De raad van de gemeente Dronten,
gelezen het voorstel van het college van 25 september 2012, No.B12.001610
gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;
gezien het advies van de raadscommissie van november 2012;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2013 (Verordening hondenbelasting 2013).
Geconsolideerde tekst van de regeling
Onder de naam hondenbelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.
Artikel 4. Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.
Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel driehonderdvijfenzestigste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle etmalen overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel driehonderdvijfenzestigste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle etmalen overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing € 10,00 of minder bedraagt.
Artikel 9. Termijnen van betaling
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere heffingen dat aanslagbiljet door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingplichtige worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke maandelijkse termijnen als er na de dagtekening van de aanslag nog in het desbetreffende heffingsjaar volle dan wel gedeeltelijke kalendermaanden resteren, met dien verstande dat het aantal maandelijkse termijnen niet minder dan twee bedraagt;
Artikel 10. Gecontinueerde belastingplicht
Ten aanzien van de belastingplichtige aan wie over het vorige belastingjaar een aanslag werd opgelegd, wordt de belasting geheven naar hetzelfde aantal honden als waarnaar de aanslag over het vorige belastingjaar werd opgelegd, tenzij de belastingplichtige aantoont dat het bedoelde aantal honden waarvoor hij belastingplichtig is, wijziging heeft ondergaan of blijkt dat de belastingplicht voor de aanvang van het belastingjaar is geëindigd.
Bij de invordering van hondenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend voor de tweede en volgende hond(en).
Artikel 12. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.