Artikel 1 Reikwijdte
- 1.
De in deze verordening genoemde algemene garantievoorwaarden zijn
slechts van toepassing op het verlenen van garantie waaromtrent niet is
voorzien bij of krachtens voorschriften van het rijk of provincie.
- 2.
Garanties worden uitsluitend verleend aan organisaties met
rechtspersoonlijkheid naar burgerlijk recht, die werkzaam zijn op het
gebied van onderwijs, welzijn, sociale woningbouw, sport, recreatie,
kunst, cultuur, sociale zekerheid, werkgelegenheid en volksgezondheid,
alsook aan natuurlijke personen welke hun aanvraag hebben ingediend via
het Stimuleringsplan Volkshuisvesting Nederland (SVN)
- 3.
Het garantiebedrag vermindert jaarlijks met een bedrag dat gelijk is aan
het bedrag aan aflossing, begrepen in de betaling van rente en aflossing
in het betreffende jaar.
Artikel 2 Begripsbepaling
Voor de toepassing van deze "Algemene garantievoorwaarden" wordt verstaan
onder:
- a.
aanvrager : de in artikel 1, lid 2, genoemde rechtspersoon, danwel
persoon in de overeenkomst "geldneemster" genoemd;
- b.
beschikking : een beslissing op een aanvraag tot garantieverlening
voor een aan te trekken geldlening;
- c.
garantie : een borgstelling van de gemeente Papendrecht ten aanzien
van een organisatie bij een door haar aan te trekken geldlening ter
financiering van een object of vanuit een andere
financieringsbehoefte;
- d.
object : zaak en/of goed waaraan door de organisatie
stichtingskosten (bouwkosten en - tot op zekere hoogte -
inrichtingskosten) worden besteed;
- e.
financieringsbehoefte : een financieringsbehoefte die ontstaan is
door een calamiteit en bij het niet vervullen daarvan, het
voortbestaan van de in artikel 1, lid 2, genoemde organisaties in
gevaar brengt.
Artikel 3 Commerciële activiteiten/Winstoogmerk
Garantie kan slechts worden verleend aan aanvragers die geen commerciële
activiteiten ontplooien en zonder winstoogmerk werkzaam zijn.
Artikel 4 Denkbeelden
Garantie wordt niet verleend aan instellingen/organisaties gericht op het
uitdragen van overtuigingen en denkbeelden van religieuze,
levensbeschouwelijke of politieke aard.
Artikel 5 Uitzonderingen
- 1.
Indien voor garantieverlening een beroep kan worden gedaan op een
voorliggende voorziening in de vorm van een (nationaal) waarborgfonds,
dan dient de aanvraag bij het desbetreffende fonds te worden ingediend.
Indien de aanvraag van een instelling door een waarborgfonds wordt
afgewezen, kan de gemeente dit besluit onverwijld overnemen.
- 2.
Van het voorgaande lid kan worden afgeweken als de reden van afwijzing
van het waarborgfonds is, dat de aanvraag niet onder de reikwijdte van
het fonds valt.
Artikel 6 Beslissingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met het bepaalde in deze algemene
garantievoorwaarden te beslissen op een aanvraag die betrekking heeft op:
- een af te sluiten lening
- de herfinanciering van een lening waar reeds eerder gemeente
garantie voor is afgegeven.
Artikel 7 Nadere regels
- 1.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regels, die van
aanvullende en specifieke aard kunnen zijn, te stellen.
- 2.
De in het eerste lid genoemde regels kunnen niet in strijd zijn met het
bepaalde in de algemene garantievoorwaarden.
Artikel 8 Garantiecriteria
- 1.
Om voor verlening van garantie in aanmerking te komen,
- a.
dient de aanvrager activiteiten te ontplooien die, naar het
oordeel van de gemeenteraad, in het belang zijn van de gehele of
een deel van de plaatselijke gemeenschap of waarmee in hoofdzaak
een Papendrechts belang is gediend en
- b.
dienen, behoudens voor zover er sprake is van een op een
specifieke doelgroep gerichte activiteit, de activiteiten open
te staan voor alle groeperingen zonder onderscheid naar ras,
godsdienst, levensovertuiging, sekse of seksuele geaardheid
en
- c.
mogen de doelstelling en werkwijze van de aanvrager niet
strijdig zijn met bepalingen van (inter)nationaal recht,
- d.
mogen de activiteiten van de instelling in generlei opzicht
strijdig zijn met de op grond van internationale verdragen
algemeen erkende rechten van de mens.
- 2.
De aanvrager dient aan te kunnen tonen zonder garantiestelling van de
gemeente niet in staat te zijn de noodzakelijke lening te verwerven.
- 3.
Verlening van garantie wordt verstrekt voor het creëren van nieuwe of
handhaven van maatschappelijk gewenste activiteiten die niet
concurrerend zijn met reeds aanwezige voorzieningen.
- 4.
Indien er sprake is van investeringen voor bouw- en inrichtingskosten,
dienen deze gebaseerd te zijn op een niveau dat in het algemeen
maatschappelijk verkeer als sober kan worden beschouwd. Voorts wordt de
waarde van de zelfwerkzaamheid van leden enz. niet in de investeringen
meegenomen.
- 5.
De financiële positie en prognoses van de aanvrager zijn zodanig dat
rente en aflossing betaald kunnen blijven worden. De prognoses van de
bedrijfsvoering van de aanvrager zijn gebaseerd op reële verwachtingen.
Zaken van regulier (groot) onderhoud vallen niet onder de reikwijdte van
deze verordening; de rechtspersonen worden geacht hiervoor voorzieningen
te treffen.
- 6.
Indien mogelijk zal er recht van eerste hypotheek worden gevestigd.
Artikel 9 Aanvraag tot garantieverlening
De aanvrager die een verzoek tot garantieverlening indient, moet daarbij het
volgende in acht nemen:
- a.
de aanvraag moet schriftelijk bij het college van Burgemeester en
Wethouders ingediend worden;
- b.
de aanvraag dient voorzien te zijn van een exemplaar van de
statuten, alsmede een opgave van de bestuurssamenstelling;
- c.
de aanvraag dient vergezeld te gaan van de begroting van afgelopen,
huidig en komend boekjaar, alsmede de jaarrekening van de afgelopen
twee dienstjaren;
- d.
de aanvragende instantie dient over tenminste twee offertes van
financiële instellingen te beschikken.
- e.
de voorwaarden van de te sluiten geldlening en het ontwerp van de
overeenkomst van geldlening behoeven de goedkeuring van
burgemeesters en wethouders;
- f.
de voorwaarden van de te sluiten geldlening dienen in ieder geval te
bevatten het beding van voorafgaande uitwinning en schuldsplitsing;
- g.
de te sluiten geldlening dient te voldoen aan de Wet financiering
decentrale overheden van 14 december 2000 (Stb.2000, 587) en daarop
volgende wijzigingen;
- h.
de geldlening zal uitsluitend worden aangewend voor de financiering
van het in de aanvraag genoemde object dan wel de aangegeven
financieringsbehoefte.
Artikel 10 Verzekeringen
De aanvrager is verplicht de objecten, waarvoor de garantie is verstrekt ten
genoegen van burgemeester en wethouders op basis van herbouwwaarde tegen
brand- en stormschade en andere risico's c.q. aanspraken te verzekeren en
verzekerd te houden.
Artikel 11 Instandhouding en bestemming
- 1.
De aanvrager is verplicht de objecten, waarvoor een garantie is
verstrekt ten genoegen van burgemeester en wethouders voortdurend in
goede staat te houden.
- 2.
Aan de objecten, waarvoor een garantie is verstrekt, zal slechts met
toestemming van burgemeester en wethouders een andere bestemming worden
gegeven.
Artikel 12 Bezwaring en vervreemding
- 1.
De objecten, waarvoor een garantie is verstrekt mogen zonder toestemming
van burgemeester en wethouders niet worden bezwaard of vervreemd.
- 2.
Op de objecten, waarvoor een garantie is verstrekt wordt, indien
mogelijk, aan burgemeester en wethouders het recht van een eerste
krediethypotheek verleend, zulks op kosten van de aanvrager.
Artikel 13 Jaarrekening, begroting en saldo-overzicht
- 1.
De aanvrager dient jaarlijks binnen zes maanden na het verstrijken van
het boekjaar de jaarrekening, bestaande uit de balans en verlies- en
winstrekening met toelichting, over het verstreken boekjaar, alsook een
saldo-overzicht aangaande de lening waarvoor garant gestaan wordt aan
burgemeester en wethouders ter kennisneming toe te zenden. De
toelichting bij de rekening zal onder meer een verklaring dienen te
bevatten van de belangrijkste verschillen met de ramingen van de
exploitatiebegroting van het desbetreffende dienstjaar.
- 2.
De aanvrager dient jaarlijks tenminste zes maanden voor aanvang van het
boekjaar een gespecificeerde exploitatiebegroting voor het volgende
boekjaar aan burgemeester en wethouders ter kennisneming toe te zenden.
- 3.
Voor het geval de gemeente op grond van de garantie betalingen heeft
verricht, behoeven de onder 1 en 2 van dit artikel genoemde stukken de
goedkeuring van burgemeester en wethouders.
Artikel 14 Looptijd en hoogte geldlening
De looptijd van de geldlening mag niet langer zijn dan de verwachte
economische levensduur van het object, waarvoor de financiering wordt
aangewend. Voorts zal het garantiebedrag niet hoger kunnen zijn dan de
economische waarde van het onderpand.
Artikel 15 Betaling bij door de gemeente verrichte betalingen
Indien de gemeente op grond van deze garantie betalingen heeft verricht,
moeten de daarna door afschrijvingen en door batige exploitatiesaldi
vrijkomende middelen, voor zover zij niet voor aflossing op de gegarandeerde
geldlening worden aangewend, in de eerste plaats worden gebruikt voor
terugbetaling aan de gemeente van de door haar gedane betalingen, ongeacht
de verplichting tot restitutie aan de gemeente ter zake van deze betalingen
uit andere middelen, waarover de organisatie beschikt of kan beschikken.
De terugbetaling van de door de gemeente gedane betalingen vindt plaats met
vergoeding van de dan geldende wettelijke rente, te berekenen vanaf het
tijdstip dat door de gemeente op grond van de garantie betalingen zijn
verricht.
Artikel 16 Vermogensrechtelijke handelingen
- 1.
De aanvrager behoeft voor het vervreemden of bezwaren van onroerend goed
of enig ander registergoed, alsmede voor het bezwaren van roerend goed,
niet zijnde registergoed de voorafgaande goedkeuring van burgemeester en
wethouders.
- 2.
Voorafgaande toestemming is eveneens benodigd voor het cederen of in
zekerheid overdragen van vorderingen, het zich borg stellen danwel als
hoofdelijke schuldenaar verbinden, zich voor een derde sterk maken of
zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbinden,
alsmede het afsluiten van enige overeenkomst, inzake het aangaan of
verstrekken van geldleningen.
- 3.
Burgemeester en wethouders kunnen aan voornoemde toestemming voorwaarden
verbinden.
Artikel 17 Statutenwijziging
- 1.
De aanvrager stelt burgemeester en wethouders in kennis van het
voornemen tot statutenwijziging en de inhoud daarvan.
- 2.
De aanvrager stelt burgemeester en wethouders in kennis van het
voornemen tot wijziging van haar bestuurssamenstelling.
- 3.
De aanvrager brengt haar voornemen tot ontbinding ten minste dertien
weken, voordat het definitieve besluit te dien aanzien wordt genomen ter
kennis van burgemeester en wethouders.
Artikel 18 Overige verplichtingen
- 1.
De aanvrager dient op eerste aanvraag aan burgemeester en wethouders
alle verlangde inlichtingen te verstrekken en inzage te geven van alle
boeken en bescheiden, waarvan burgemeester en wethouders inzage nodig
achten voor beoordeling van het financiële beheer van de aanvrager.
- 2.
De aanvrager verplicht zich de geldverstrekker er van op de hoogte
brengen, dat zij de gemeente onverwijld dient te informeren wanneer
aanvrager niet aan diens verplichtingen jegens geldverstrekker voldoet.
- 3.
De aanvrager dient terstond aan burgemeester en wethouders die
inlichtingen te verstrekken, waarvan zij redelijkerwijs zou mogen
verwachten, dat die van belang zijn voor de garantstelling.
- 4.
De aanvrager verbindt zich al die maatregelen te nemen, die burgemeester
en wethouders uit hoofde van een verleende garantie noodzakelijk achten,
ter waarborging van de financiële belangen van de gemeente.
- 5.
De aanvrager verstrekt aan burgemeester en wethouders een verklaring,
waarbij zij zich verplicht tot naleving van de in de verordening
neergelegde voorwaarden.
- 6.
In geval van complicaties bij de aanvrager moet het feitelijk mogelijk
zijn om in te (laten) grijpen in de exploitatie van de belanghebbende.
De belanghebbende dient te allen tijde hier onvoorwaardelijk aan mee te
werken.
- 7.
De aanvrager verklaart zich accoord met het feit, dat wanneer zij haar
kredietfaciliteiten wenst te verruimen, zij toestemming nodigt heeft van
het gemeentebestuur.
- 8.
De geldverschaffer verschaft de gemeente onverwijld informatie omtrent
overige contractuele voorwaarden.
Artikel 19 Beëindiging van de garantie
Bij faillissement, surseance van betaling of ontbinding van de aanvrager,
alsmede bij niet naleving van de gestelde voorwaarden zullen burgemeester en
wethouders terstond, zonder uitdrukkelijke ingebrekestelling, bevoegd zijn
na voldoening van de geldgeefster van de aanvrager op te eisen al hetgeen de
gemeente voor die voldoening of anderszins zal hebben betaald.
Artikel 20
- 1.
Onverminderd het bepaalde elders in deze verordening wordt garantie niet
verleend, indien niet voldaan wordt aan de criteria voor
garantieverlening, dan wel indien gegronde reden bestaat om aan te nemen
dat:
- a.
de investeringen niet of niet geheel zullen plaatsvinden;
- b.
de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de garantieverlening
verbonden verplichtingen;
- c.
betaling niet naar behoren zal worden voldaan, daar dit in het
verleden met een eerdere garantie is gebleken en/of dat is
gebleken dat de aanvrager haar financiële verplichtingen niet
naar behoren nakomt;
- d.
de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en
verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en
de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor
de garantieverlening van belang zijn;
- e.
de aanvrager in het kader van de aanvraag onjuiste of
onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze
gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou hebben
geleid;
- f.
in de situatie dat bij de aanvankelijke financiering geen
borgstelling is verleend, wordt deze ook niet verleend ingeval
van herfinanciering c.q. overname van bestaande leningen
- g.
Offertes van geldverschaffers die uitgaan van een
rentepercentage welke meer dan 1% boven de marktrente voor
overheid ligt geldt niet als geldige offerte.
- h.
er andere redenen zijn die naar de mening van het bestuur een
weigering rechtvaardigen.
- 2.
Een garantieverlening op grond van deze verordening wordt geweigerd
indien het weerstandsvermogen van de gemeente daarvoor niet toereikend
is.
Artikel 21 Hardheidsclausule
In bijzondere gevallen kan van het gestelde in deze verordening worden
afgeweken.
Artikel 22 Inwerkingtreding
Op de garanties, die voor de datum van inwerkingtreding van deze algemene
garantievoorwaarden zijn verstrekt, blijven van kracht de voorwaarden c.q.
richtlijnen, op grond waarvan de betreffende garanties zijn verstrekt.
Artikel 23 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening algemene
garantievoorwaarden".