Organisatie | Lelystad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | MKB REGELING Lelystad 2008 |
Citeertitel | MKB Lelystad 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | economie, werk en inkomen |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-07-2013 | 19-12-2020 | art. 12 | 11-06-2013 Staatscourant, 28-6-2013 | 131030209 | |
10-01-2013 | 24-12-2008 | 10-01-2013 | Wijz. art. 1 sub f, art. 6 lid 2 sub a en toel. art. 6 t/m 9 | 18-12-2012 Staatscourant, 2-1-2013 | Nr. Z12-248740 |
10-01-2013 | 06-07-2013 | Wijz. art. 3 lid 2, art. 16 lid 1 en 3, art. 20 lid 1, toel. art. 1, 3, 4, 16, 18 en 19. Toevoeging art. 18 lid 5 | 18-12-2012 Staatscourant, 2-1-2013 | Nr. Z12-248740 | |
18-04-2012 | 10-01-2013 | Wijz. art. 3, lid 2, en art. 27 | 27-03-2012 Staatscourant, 10-04-2012 | Nr. B12-21550 | |
24-12-2008 | 18-04-2012 | Vaststelling toelichting | 12-03-2009 Staatscourant, 24-12-2008 | Nr. B09-01341 | |
24-12-2008 | 19-12-2020 | nieuwe regeling | 18-12-2008 Staatscourant, 24-12-2008 | Nr. B08-10897 |
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In deze regeling wordt verstaan onder:
groep: een combinatie van enerzijds een natuurlijk persoon of rechtspersoon die direct of indirect meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft aan, volledig aansprakelijk vennoot is van of overwegende zeggenschap heeft over één of meer rechtspersonen of vennootschappen en anderzijds laatstbedoelde rechtspersonen en vennootschappen;
en waarvan niet meer dan 25% van het aandelenkapitaal in handen is van een onderneming die groter is dan hiervoor omschreven, met uitzondering van publieke investeringsmaatschappijen, participatiemaatschappijen of, mits geen controle wordt uitgeoefend, institutionele beleggers;
Artikel 4 Termijn besluit bijdrageverlening
De gemeente neemt binnen dertien weken na ontvangst van de complete aanvraag een besluit tot bijdrageverlening en gaat een overeenkomst aan met de aanvrager. Indien op de aanvraag niet binnen dertien weken na ontvangst zal worden beslist, deelt de gemeente de uiterste datum waarop een besluit op de aanvraag wordt genomen aan de aanvrager mede.
HOOFDSTUK 3 HET BESLUIT OP DE AANVRAAG
De gemeente kan een bijdrage verlenen aan de ondernemer die een vestiging- of uitbreidingsproject uitvoert in de gemeente Lelystad. Het college laat zich voor de bijdrageverlening adviseren door een adviescommissie MKB-regeling. Deze adviescommissie beoordeelt de aanvraag op relevante aspecten en kijkt hierbij in het bijzonder naar het innovatieve karakter van de aanvraag in relatie tot Prioriteit 1 Doelstelling 1.2 van OP West.
Artikel 9 Subsidiabele kosten gebouwen
1.De subsidiabele kosten van verwerving van bedrijfsgebouwen en de daartoe te rekenen centrale voorzieningen zijn:
de koopsom, de aan derden verschuldigde bouwkosten en de overdrachtskosten met uitzondering van de overdrachtsbelasting, de financieringskosten en de winstopslag indien het gebouw is verkregen van een persoon die tot dezelfde groep behoort; en
De gemeente verleent geen bijdrage ten behoeve van ondernemingen die behoren tot:
de ijzer- en staalindustrie, bedoeld in de Beschikking nr. 2496/96/EGKS van de Commissie van 18 december 1996 houdende communautaire regels voor steun aan de ijzer- en staalindustrie (PbEG 1997, L 218) en de Kaderregeling voor bepaalde, niet onder het EGKS-Verdrag vallende staalsectoren (PbEG 1988, C 320);
december 1993 tot vaststelling van een communautaire regeling voor de steunmaatregelen van de lidstaten ten behoeve van de kolenindustrie (PbEG 1993, L 329) en de Beschikking nr. 341/94/EGKS van de Commissie van 8 februari 1994 houdende toepassing van Beschikking nr. 3632/93/EGKS tot vaststelling van een communautaire regeling voor steunmaatregelen van de lidstaten ten behoeve van de kolenindustrie (PbEG 1994, L 49);
e.de scheepsbouw, bedoeld in Verordening (EG) nr. 1540/98 van de raad van 29 juni 1998
betreffende steunverlening aan de scheepsbouw (PbEG 1998, L 202);
met ingang van de dag waarop de aanvraag in behandeling is genomen door verlening van de gevraagde bijdrage het in artikel 2 genoemde plafond zou worden overschreden. Indien hierbij meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ingediend zal de subsidie verlening naar rato van het op die dag nog beschikbare bedrag worden afgewerkt;
Artikel 11 Minimumgrenzen in het geval van een vestigingsproject
De gemeente weigert een bijdrage ten behoeve van een vestigingsproject indien:
Artikel 12 Minimumgrenzen bij uitbreidingsprojecten
De gemeente weigert een bijdrage ten behoeve van een uitbreidingsproject indien:
De bijdragegrondslag is de som van de subsidiabele kosten van verwerving van grond, bedrijfsgebouwen en duurzame bedrijfsuitrusting.
Artikel 14 Bijdragepercentages
Het bijdragepercentage is maximaal 10 van de vastgestelde subsidiabele kosten.
Een voorschot wordt berekend naar rato van de gemaakte en betaalde subsidiabele kosten, voor zover deze nog niet eerder bij de verstrekking van een voorschot in aanmerking zijn genomen. In totaal zal het bedrag aan voorschotten niet groter zijn dan 80% van de maximale bijdrage, die in het besluit tot verlening van een bijdrage wordt genoemd.
In afwijking van artikel 18, lid 4, kan het college van de gemeente Lelystad na schriftelijk verzoek van de onderneming in bijzondere omstandigheden besluiten om ook bij een uitbreidingsproject een voorschot te verstrekken. Dit geldt zowel voor nieuwe als lopende aanvragen tot een bijdrage als voor reeds verleende bijdragen, voor zover er nog geen verzoek tot definitieve vaststelling is ingediend.
HOOFDSTUK 5 DEFINITIEVE VASTSTELLING VAN DE BIJDRAGE
De onderneming stelt, gedurende de periode van vijf jaar na verzending van het vaststellingsbesluit, de gemeente onverwijld in kennis van elk voornemen om van het project deel uitmakende duurzame bedrijfsuitrusting, grond of bedrijfsgebouwen in de kosten waarvan op grond van deze regeling een bijdrage is verstrekt af te stoten of buiten gebruik te stellen dan wel het daarmee verbonden aantal arbeidsplaatsen te verminderen of te laten vervallen. De gemeente besluit daarop welk deel van de verstrekte bijdrage wordt teruggevorderd.
Artikel 27 Vooraanmelding projecten
In afwijking van artikel 6, lid 4, worden met betrekking tot projecten waarvoor voorafgaand aan de
uilvoering van het project en voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening een
vooraanmelding is gedaan als projectkosten mede in aanmerking genomen de kosten die zijn
gemaakt en betaald vanaf 1 juli 2008.
Toelichting MKB Regeling Lelystad 2008
De financiering van deze verordening vindt, naast cofinanciering vanuit de gemeente Lelystad en provincie Flevoland, plaats in het kader van het Operationeel Programma Landsdeel West 2007-2013 en het uitvoeringsdocument Kansen voor Flevoland. De verordening spitst zich toe op Prioriteit 1: Kennis, innovatie en ondernemerschap van genoemd Operationeel Programma. De verordening zal mede voorzien in het stimuleren van innovaties die kunnen bijdragen aan een verbetering van het vestigings- en leefklimaat en die ruimte geeft aan MKB-ondernemingen die zich willen vestigen en/of willen groeien in de gemeente Lelystad.
Deze verordening voldoet aan de staatssteunregels zoals die zijn vastgelegd in de Algemene vrijstellingsverordening (800/2008) van de Europese Commissie, die op 29 augustus 2008 in werking is getreden.
In dit artikel zijn de algemene definities opgenomen.
Bij verzorgende ondernemingen zal de vestigingsplaatskeuze voor een belangrijk deel bepaald worden door de nabijheid van de klantenkring. Deze categorie voldoet niet aan de criteria van de regeling. Hieronder volgt een, overigens niet-limitatieve opsomming, van categorieën van verzorgende ondernemingen:
Publiekrechtelijke rechtspersonen, zoals bijvoorbeeld gemeenten en provincies, worden uitgesloten van bijdrage. Een privaatrechtelijk rechtspersoon waarvan de aandelen geheel of grotendeels in handen zijn van een publiekrechtelijk rechtspersoon kan in principe wel voor een bijdrage in aanmerking komen.
Bij raadsbesluit Z12-248740 is de definitie van duurzame bedrijfsuitrusting (artikel 1, sub f) gewijzigd. Deze wijziging is niet van invloed op reeds voorafgaande aan dit raadbesluit vastgestelde bijdragen op grond van de MKB-regeling 2008.
In dit artikel wordt het totale bedrag genoemd dat in de programmaperiode 2007-2013 beschikbaar is voor het verlenen van bijdragen.
In deze artikelen worden de procedures rondom de aanvraag geregeld. Bij de aanvraag moet gebruik worden gemaakt van het standaardaanvraagformulier. Een aanvraag moet uiterlijk vóór 31 december 2013 worden ingediend. In principe neemt het college van de gemeente Lelystad binnen dertien weken een beslissing op de aanvraag. Indien deze termijn niet wordt gehaald wordt dit aan de aanvrager medegedeeld.
De in dit artikel genoemde Adviescommissie MKB regeling beoordeelt of de ingediende aanvraag voldoet aan de onderhavige regelgeving om tot een verlening van een bijdrage te besluiten. In het bijzonder beoordeelt zij of de aanvraag voldoet aan de innovatieve uitgangspunten onder artikel 1 lid l van de regeling. Hierbij stelt zij vast dat het voor de ondernemer/aanvrager gaat om een technisch nieuw product, een technisch nieuwe werkwijze of een nieuw systeem dan wel wezenlijke onderdelen daarvan in z’n organisatie te Lelystad. Van belang hierbij is, dat een aanvrager zelf dient te omschrijven en aan te tonen dat zijn/haar bedrijf innovatiever is dan een gemiddeld bedrijf uit desbetreffende sector. Beoordelingscriteria kunnen zijn: meer arbeidplaatsen dan gemiddeld in de desbetreffende bedrijfstak, meer hooggeschoold personeel dan gemiddeld in de desbetreffende bedrijfstak, het percentage van de omzet die uit het buitenland wordt verkregen, de spinn off welke het bedrijf teweeg brengt in Lelystad en omgeving en de innovatieve vernieuwingen op bedrijfsniveau welke het bedrijf invoert en hierdoor haar concurrentiepositie wereldwijd verbeterd De aanvraag wordt afgewezen indien hiervan onvoldoende elementen in de aanvraag naar voren komen.
Deze artikelen geven een omschrijving van de subsidiabele en niet-subsidiabele kosten.
De duurzame bedrijfsuitrusting moet op grond van artikel 6 lid 2 aanwezig zijn op de bedrijfslocatie in de gemeente Lelystad.
Is er sprake van huurkoop of lease van duurzame bedrijfsuitrusting dan worden de subsidiabele kosten gelijkgesteld met de werkelijk gemaakte kosten in de projectperiode.
Is er sprake van erfpacht van grond of huur van gebouwen dan worden de subsidiabele kosten gelijkgesteld met de werkelijk gemaakte kosten in de projectperiode.
De waarde in het economisch verkeer wordt gebaseerd op de objectief aangetoonde actuele marktwaarde. De bepaling van de waarde in het economisch verkeer is onder andere van belang bij de aankoop van bestaande gebouwen, gebruikte duurzame bedrijfsuitrusting en aankoop binnen dezelfde groep.
Bij raadsbesluit Z12-248740 is artikel 6, lid 2, sub a, gewijzigd. Deze wijziging is niet van invloed op reeds voorafgaande aan dit raadsbesluit vastgestelde bijdragen op grond van de MKB-regeling 2008.
In artikel 10 worden de algemene regels genoemd waarbij de bijdrage wordt geweigerd.
Artikel 10 lid 1 sluit een bijdrage aan ondernemingen in moeilijkheden uit. Voor de definiëring van een onderneming in moeilijkheden wordt verwezen naar de Communautaire Richtsnoeren van de Commissie van 9 oktober 1999 houdende communautaire regels voor reddings- en herstructurerings-steun aan ondernemingen in moeilijkheden (PbEG 1999, C 288/02).
In artikel 10 lid 4 letter f wordt gerefereerd aan het in artikel 2 genoemde beschikbare subsidie budget. Indien dit budget door voorafgaande toekenningen is uitgeput, kunnen voor projecten geen subsidie-toezeggingen meer worden gedaan.
Artikel 11 en 12 gaan nader in op de minimale omvang van het aantal arbeidsplaatsen en van de investeringskosten in het geval van een vestigings- of uitbreidingsproject.
Hierin worden de bijdragegrondslag en de bijdragepercentages behandeld. In artikel 15, lid 3, is aangegeven dat projecten die van bijzonder innovatieve waarde zijn voor de economische ontwikkeling van de gemeente Lelystad voor een hoger bijdragepercentage of een hoger bijdrage-bedrag in aanmerking kunnen komen.
De criteria voor de bepaling van de bijzondere innovatieve waarde van een project zijn ontleend aan de mate waarin het project ontbrekende schakels in de economie van de gemeente Lelystad aanvult. Het gaat hierbij om:
De beoordeling of een project van bijzondere innovatieve waarde is wordt bepaald door het college van de gemeente Lelystad op basis van het oordeel van de adviescommissie MKB-regeling.
De bijdrage is voor het jaar 2008 begrensd tot € 750.000,00 voor de jaren erna geldt een grens van € 250.000,00. De grens voor het jaar 2008 houdt verband met de steunkaartstatus van Lelystad tot 31 december 2008.
In artikel 15, lid 5, wordt de samenloop met andere bijdrages geregeld. Het totaal aan bijdrages dat voor een project wordt verstrekt mag de normen van de Europese Commissie niet overschrijden.
Dit artikel regelt de verplichtingen die kunnen worden opgelegd. Een belangrijke verplichting is dat een project moet zijn uitgevoerd binnen achttien maanden na de datum van de bijdrageverlening maar uiterlijk 31 maart 2015. De realisatietermijn kan op verzoek van de onderneming door het college van de gemeente Lelystad worden verlengd.
Hierin zijn de situaties geregeld waaronder de bijdrage kan worden ingetrokken of bijgesteld. De aanvrager stelt het college van de gemeente Lelystad onverwijld op de hoogte indien de in dit artikel geschetste situaties zich voordoen.
De aanvrager is verplicht om tweemaal per jaar, conform de vermelde tijdstippen, te rapporteren over de inhoudelijke en financiële voortgang van het project. Op basis van deze rapportage zal een voorschot (conform voortgangspercentage) worden toegekend. Het voorschot kan in totaal niet meer bedragen dan 80% van het maximaal toegezegde bedrag. Het resterende bedrag wordt eerst toegekend en uitbetaald nadat het project is afgerond en een verzoek om definitieve vaststelling inclusief accountantsverklaring is ingediend.
Het verzoek om vaststelling, dat binnen drie maanden na de realisatiedatum van het project moet worden ingediend, dient te gebeuren met een voorgeschreven formulier voorzien van een verklaring van een accountant.
De in artikel 23 opgenomen verplichting houdt verband met de door de Commissie van de Europese Gemeenschappen in de richtsnoeren geformuleerde eis dat investeringen en daarmee verbonden arbeidsplaatsen gedurende een periode van minimaal vijf jaren behouden moeten blijven.
In deze artikelen wordt de ingangsdatum van de regeling geregeld en de wijze van publicatie.
In artikel 27 is een overgangsbepaling opgenomen die ertoe leidt dat ook vóór de indiening van de aanvraag gemaakte en betaalde kosten tot de projectkosten kunnen worden gerekend. In de periode vanaf 1 juli 2008 tot de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening is het formeel niet mogelijk aanvragen in te dienen. Indien een zogenaamde vooraanmelding heeft plaatsgevonden, kunnen aanvragers van de overgangsbepaling profiteren. Als vooraanmelding wordt aangemerkt een brief aan college, waarin tenminste is aangegeven dat de aanvrager voornemens is een project tot stand te brengen onder vermelding van het daarmee gemoeide investeringsbedrag en het aantal arbeidsplaatsen. De betreffende vooraanmelding komt te vervallen indien de aanvrager niet binnen 3 maanden na de publicatie van de onderhavige regeling een volledige aanvraag heeft ingediend.