Organisatie | Aalsmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening betreffende de bestrijding van ratten en muizen |
Citeertitel | Verordening betreffende de bestrijding van ratten en muizen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Publicatiedatum bron onbekend.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-10-1963 | nieuwe regeling | 09-09-1963 Nieuwe Meerbode | 84540 |
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders dd, 21 augustus 1963, nr. 84495
gelet op de artikelen 168 en 195 der Gemeentewet
De eigenaar of gebruiker van een onroerend goed, gelegen in een of meer door burgemeester en wethouders aan te wijzen gedeelten der gemeente, is verplicht ter voorkoming van schade door ratten en muizen aan eigendommen of gezondheid overeenkomstig de door burgemeester en wethouders gegeven nadere voorschriften:
De eigenaar of gebruiker van een onroerend goed, die door burgemeester en wethouders is aangeschreven binnen een bepaalde termijn een of meer der in het vorige lid onder a genoemde maatregelen te nemen, is verplicht aan die aanschrijving te voldoen overeenkomstig de aanwijzingen bij de aanschrijving gegeven;
Het in de voorgaande leden bepaalde geldt mede ten aanzien van de eigenaar, gebruiker of gezagvoerder van een schip, voor zover deze niet reeds verplicht is de bestrijding of wering van ratten en muizen ter hand te nemen of daaraan mede te werken ingevolge bij of krachtens de wet uitgevaardigde of door de wet bekrachtigde voorschriften aangaande de gezondheid in verband met het internationale verkeer.
Het is verboden zonder daartoe bevoegd te zijn, uitgelegde verdelgingsmiddelen of opgestelde vangmiddelen te verwijderen, te verplaatsen of voor hun doel ongeschikt te maken, of enige andere handeling te verrichten, waardoor maatregelen ter voorkoming van schade door ratten en muizen aan eigendommen of gezondheid ongedaan gemaakt worden of geheel of gedeeltelijk van haar werking kunnen worden beroofd.
Met het opsporen van overtredingen van deze verordening zijn, behalve de bij of krachtens artikel 14 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen personen, belast de door burgemeester en wethouders aangewezen personen.
De in het vorige lid bedoelde personen zijn, zo dikwijls de zorg voor de nakoming van de bepalingen dezer verordening dit vereist, bevoegd tussen zonsopgang en zonsondergang gebouwen en erven, ook tegen de wil van de bewoner, eigenaar of gebruiker binnen te treden, voor zoveel het woningen betreft met inachtneming van de bepalingen van de wet van 31 augustus 1853.