Organisatie | Aalsmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening betaald ouderschapsverlof van de gemeente Aalsmeer |
Citeertitel | Verordening betaald ouderschapsverlof van de gemeente Aalsmeer |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-1993 | 6 | 01-08-1993 Nieuwe Meerbode | |||
01-11-1991 | 01-08-1993 | nieuwe regeling | 17-10-1991 De Nieuwe Meerbode |
Op de medewerker die tenminste een jaar bij de gemeente Aalsmeer in dienst is voor tenminste gemiddeld 16 uur per week en met wie een arbeidsovereenkomst is gesloten krachtens de Arbeidsovereenkomstenverordening dan wel krachtens de Arbeidsovereenkomstenverordening voor personeel met een zodanige arbeidstijd dat het geen deelnemer kan zijn aan een I.Z.A.-regeling, is deze verordening van overeenkomstige toepassing.
De belanghebbende die als ouder in een familierechtelijke betrekking staat tot een kind, onderscheidenlijk de belanghebbende die blijkens verklaringen uit het bevolkingsregister op hetzelfde adres woont als een kind, en duurzaam de verzorging en opvoeding van dat kind op zich heeft genomen, heeft recht op ouderschapsverlof met gedeeltelijk behoud van bezoldiging.
Indien het dienstbelang niet toelaat dat het ouderschapsverlof wordt verleend op de wijze zoals in lid 1 omschreven, wordt na overleg met de belanghebbende een afwijkende regeling getroffen. Deze regeling leidt niet tot een vermindering van het aantal uren ouderschapsverlof, waarop de belanghebbende conform lid 1 aanspraak maakt. Het verlof dient in zijn geheel te zijn genoten binnen een jaar na door belanghebbende gewenste aanvangsdatum.
Voor de belanghebbende die wordt bezoldigd volgens de schalen 1, 2 of 3 van de Bezoldigingsverordening, geldt een recht op doorbetaling zoals vermeld in lid 1, van respectievelijk 90, 85 of 80 procent van de bezoldiging. Er komt als gevolg van de toekenning van het ouderschapsverlof geen verandering in:
Indien belanghebbende gedurende de periode van het ouderschapsverlof ziek wordt, blijft gedurende de eerste tien aaneengesloten werkdagen de voor hem tijdens het ouderschapsverlof geldende bezoldiging ongewijzigd. Indien de ziekteperiode langer duur dan tien werkdagen, wordt met ingang van de elfde dag de korting die plaatsvindt op grond van artikel 4 beëindigd.
Indien aan de belanghebbende binnen zes maanden nadat hij ouderschapsverlof op grond van deze verordening heeft genoten, ontslag wordt verleend op grond van artikel H 4, lid 1 of artikel G 2, lid 1 onder j van het Algemeen Ambtenarenreglement, is hij verplicht de bezoldiging die hij op grond van artikel 4, lid 1 of 2 heeft genoten, terug te betalen.
Geen terugbetalingsverplichting ontstaat indien het ontslag als bedoeld in artikel H 4, lid 1 het gevolg is van het aanvaarden van een betrekking bij een andere gemeente, en evenmin indien de belanghebbende aanspraak heeft op een uitkering op grond van artikel 1, lid 2, van de Uitkeringsverordening.
Indien de belanghebbende binnen drie maanden nadat hij ouderschapsverlof op grond van deze verordening heeft genoten, op eigen verzoek een betrekking aanvaardt voor minder uren dan hij direct voorafgaande aan het ouderschapsverlof vervulde, dient hij de bezoldiging die hij op grond van artikel 4, lid 1 of 2 heeft genoten over de uren waarmee zijn aanstelling wordt verminderd, terug te betalen.
Op de belanghebbende die op 30 juni 1991 ouderschapsverlof geniet op grond van de Verordening betreffende een experimentele regeling over de aanspraak op ouderschapsverlof, blijft die verordening van toepassing. De in artikel 4, lid 2 van die verordening bedoelde compensatie waarop belanghebbende op de in artikel 9 genoemde datum nog aanspraak heeft, wordt in zijn geheel in een keer betaald.
Op de belanghebbende aan wie ouderschapsverlof wordt toegekend, dat aanvangt in de periode gelegen na 30 juni 1991 maar voor de in artikel 9 genoemde ingangsdatum van de Verordening betaald ouderschapsverlof, is de Verordening betreffende een experimentele regeling over de aanspraak op ouderschapsverlof van toepassing tot genoemde ingangsdatum. Toegekend verlof dat op die ingangsdatum nog niet is verleend, wordt verleend overeenkomstig de Verordening betaald ouderschapsverlof.