Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waalwijk

Verordening marktgelden 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaalwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening marktgelden 2013
CiteertitelVeordening marktgelden 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-12-201201-01-2014Nieuwe regeling.

08-11-2012

Gemeenteblad, 29-11-2012

2012/062

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening marktgelden 2013

 

 

Verordening Marktgelden 2013

De raad van de gemeente Waalwijk:

 

gelezen het voorstel over de belastingverordeningen 2013 van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2012;

 

gelet op artikel gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

“Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2013”

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    standplaats: de op of voor de duur van een markt door het college aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;

  • b.

    vergunninghouder of standplaatshouder: ieder aan wie door het college een vergunning is afgegeven om gedurende een markt een standplaats in te nemen;

  • c.

    dagplaats: een standplaats, die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;

  • d.

    vaste plaats: een standplaats, die tot wederopzegging ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;

  • e.

    maand: een kalendermaand;

  • f.

    kwartaal: een kalenderkwartaal.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘marktgeld’ wordt een recht geheven voor het hebben van een standplaats op voor de openbare dienst bestemde en door het college als marktterrein aan te wijzen plaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

Het recht wordt geheven van de vergunninghouder, dan wel van degene die voor zichzelf of voor anderen de betreffende standplaats inneemt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

1.Het recht, als bedoeld in artikel 2, bedraagt voor iedere kraam, voor iedere ingenomen

grondplaats of welke verkoopgelegenheid ook, met:

  • a.

    een lengte van 4 meter of minder voor:

    • 1.

      een dagplaats: € 5,50 per dag;

    • 2.

      een vaste plaats: € 56,85 per kwartaal;

  • b.

    een lengte van meer dan 4 meter voor:

    • 1.

      een dagplaats: € 5,50 per dag

vermeerderd met € 1,30 voor elke meter of gedeelte daarvan boven de lengte van 4 meter;

  • 2.

    een vaste plaats: € 56,85 per kwartaal, vermeerderd met € 14,20 voor elke meter lengte of gedeelte daarvan boven 4 meter.

  • 2.

    De lengte van een kraam, ingenomen grondplaats of welke verkoopgelegenheid ook, als bedoeld in het eerste lid, wordt gemeten langs de zijde waaraan de verkoop van de goederen of waren plaatsvindt.

  • 3.

    Aan iedere standplaatshouder op de weekmarkt in Waalwijk wordt maandelijks € 5,10 reclamegeld per standplaats in rekening gebracht vermeerderd met € 0,25 per meter.

Artikel 5 Wijze van heffing

Het recht wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, of andere schriftuur, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

1 De rechten als bedoeld:

  • a.

    in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, punt 1 en onderdeel b, punt 1, zijn verschuldigd bij de aanvang van het gebruik van de standplaats;

  • b.

    in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, punt 2 en onderdeel b, punt 2, zijn verschuldigd bij de aanvang van het kwartaal of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht;

2 Indien de belastingplicht aanvangt in de loop van een kwartaal wordt voor dat kwartaal het recht, vermeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, punt 2 of onderdeel b, punt 2, berekend over zoveel derde gedeelten als er in dat kwartaal, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog kalendermaanden overblijven. Een gedeelte van een maand wordt daarbij voor een volle maand gerekend;

3 Indien de belastingplicht eindigt in de loop van een kwartaal bestaat aanspraak op ontheffing van het in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, punt 2 of onderdeel b, punt 2, vermelde recht voor zoveel derde gedeelten als er in dat kwartaal, na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht, nog volle maanden overblijven.

Artikel 7 Termijnen van betaling

De rechten moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 5:

  • a.

    wordt uitgereikt, op het moment van uitreiken van die kennisgeving;

  • b.

    wordt toegezonden, binnen dertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de marktgelden.

Artikel 10 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1

    De ‘Verordening Marktgelden 2012’ van 10 november 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan;

  • 2

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

  • 4

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Marktgelden 2013".

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 november 2012.

 

DE RAAD VAN DE GEMEENTE WAALWIJK

de griffier, G.H. Kocken / de voorzitter, drs. A.M.P. Kleijngeld