Organisatie | Groningen |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 |
Citeertitel | Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Cultuur, Subsidies |
Geen.
Provinciewet, art 145
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-10-2017 | art. 6, 8, 10, 15, 17, 18, 21, 24, 26 | 12-12-2012 Provinciaal blad, 2012, 24 | VD 42/2012 | |
15-04-2008 | 01-01-2013 | art. 8 | 19-03-2008 Provinciaal blad, 2008, 9 | Gs-besluit van | |
17-03-2007 | 01-01-2007 | 15-04-2008 | art. 2 | 15-11-2006 Provinciaal blad, 2007, 5 | Gs-besluit van 19 december 2006, A.13 |
14-07-2006 | 01-01-2007 | art. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 34 | 05-07-2006 Provinciaal blad, 2006, 23 | Voordracht 2006, 8 | |
03-03-2005 | 01-01-2005 | 14-07-2006 | art. 2, 3, 4, 5, 8, 10, 12, 13, 15, 16, 17, 18, 20, 21, 24, 26, 29, 37 | 02-02-2005 Provinciaal blad, 2005, 14 | Voordracht 2004,53 en Brief met gewijzigd Statenbesluit |
21-03-2003 | 01-01-2005 | art. 1, 2, 4, 10, 13, 16, 17 | 19-03-2003 Provinciaal blad, 2003, 21 | Brief met bijlagen Bestuurlijke Vernieuwing (dualisme) | |
01-01-2002 | 21-03-2003 | art. 10 | 03-10-2001 Provinciaal blad, 2001, 32 Rectificatie | Voordracht 2001, 40a | |
25-06-2001 | 01-01-2001 | 01-01-2002 | art. 10 | 18-04-2001 Provinciaal blad, 2001, 17 | Voordracht 2001, 10 en 10a |
07-03-1998 | 01-01-1998 | 01-01-2001 | nieuwe regeling | 11-02-1998 Provinciaal blad, 1998, 8 | voordracht 1998, 76 |
Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen
Deze verordening is mede van toepassing op de jeugdzorg en geldt als verordening in de zin van artikel 41, vijfde lid, van de Wet op de jeugdzorg. Gedeputeerde Staten kunnen nadere regels stellen ten aanzien van de financiering van voorzieningen van jeugdzorg. Daarbij kunnen Gedeputeerde Staten afwijken deze Kaderverordening, mits Provinciale Staten daarmede hebben ingestemd.
Gedeputeerde Staten kunnen voor de desbetreffende activiteiten een subsidieplafond vaststellen. Indien een subsidieplafond wordt vastgesteld, bepalen zij tevens op welke wijze het beschikbare bedrag wordt verdeeld. Gedeputeerde Staten brengen een besluit tot vaststelling of wijziging van een subsidieplafond onverwijld ter kennis van Provinciale Staten.
Hoofdstuk 2: Bevoegdheid, aanvragen, voorwaarden en besluiten
In ieder besluit tot verlening van subsidie worden voor zover van toepassing vermeld:
Niet doelgerichte verplichtingen als bedoeld in artikel 4:39 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen slechts worden opgelegd, indien daardoor het algemeen belang wordt gediend.
Onverminderd de artikelen 4:48 en 4:50 van de Algemene wet bestuursrecht kan een besluit tot subsidieverlening worden ingetrokken of ten nadele van de subsidieontvanger worden gewijzigd, indien:
de subsidieontvanger gesubsidieerde diensten en voorzieningen beschikbaar stelt aan de gebruikers en daarbij tussen gebruikers ongerechtvaardigd onderscheid maakt naar godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat.
Indien een subsidieaanvraag betrekking heeft op een tijdvak dat aansluit op een tijdvak waarvoor eerder subsidie door Gedeputeerde Staten is verleend, kunnen Gedeputeerde Staten na ontvangst van de subsidieaanvraag voorschotten verlenen tot maximaal een vierde gedeelte van de subsidie die voor het voorafgaande tijdvak is verleend.
Onverminderd artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht kan een besluit tot vaststelling van een subsidie worden ingetrokken of ten nadele van de subsidieontvanger gewijzigd, indien de subsidieontvanger niet voldoet aan de voorschriften van de Algemene wet bestuursrecht of van deze verordening of aan de voorschriften die krachtens de Algemene wet bestuursrecht of deze verordening zijn vastgesteld.
Het eerste lid is niet van toepassing, indien een bijdrage van een derde onderdeel uitmaakt van een door de provincie te betalen bedrag en de bijdrage van die derde nog niet door de provincie is ontvangen. In dat geval wordt het voorschot uitbetaald binnen vier weken nadat die bijdrage door de provincie is ontvangen.
Hoofdstuk 5: Per boekjaar verstrekte subsidies
Voor zover in dit hoofdstuk daarvan niet wordt afgeweken, zijn de overige bepalingen van deze verordening van toepassing op per boekjaar verstrekte subsidies.
Gedeputeerde Staten zijn bevoegd om vrijstelling of ontheffing te verlenen als bedoeld in artikel 4:64, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
Een subsidieontvanger behoeft toestemming van gedeputeerde staten voor de in artikel 4:71 van de Algemene wet bestuursrecht vermelde handelingen, tenzij Gedeputeerde Staten ter zake ontheffing of vrijstelling verlenen.
Tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten, vormt de subsidieontvanger een egalisatiereserve als voorzien in artikel 4:72 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 4:76 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing, indien de subsidieontvanger zijn inkomsten in overwegende mate ontleent aan de subsidie, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.