Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Midden-Delfland

Verordening op de heffing en invordering bruggeld 2006

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMidden-Delfland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering bruggeld 2006
CiteertitelVerordening bruggeld 2006
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt Verordening bruggeld 1998

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229 lid 1

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-12-2005Nieuwe regeling

22-11-2005

Gemeenteblad, 2005, 9

2005-10-07 h

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering bruggeld 2006

De raad van de gemeente Midden-Delfland;

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 10 november 2005, nr. 2005-10-07 h;

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Gemeentewet;

 

BESLUIT:

Vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering bruggeld 2006

Artikel 1

Voor het van gemeentewege ophalen en neerlaten van de Valbrug te Schipluiden ten behoeve van het doorlaten van een vaartuig of vlot wordt bruggeld geheven.

Artikel 2

Belastingplichtig is de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene aan wie het schip in gebruik is gegeven, of degene die als vertegenwoordiger voor één van dezen optreedt.

Artikel 3

Het bruggeld bedraagt per doorgelaten vaartuig of vlot: € 3,00.

Artikel 4

Het bruggeld wordt geheven bij het varen door de brugopening.

Artikel 5 Machtiging tot overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders kan een of meer gemeenteambtenaren aanwijzen die in zijn plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijk bepaling betreffende de heffing en invordering van bruggelden.

Artikel 6
  • 1.

    Het bepaalde in Hoofdstuk V van de Invorderingswet 1990 inzake invordering vindt toepassing op de invordering van bruggelden.

  • 2.

    De ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 vindt daarbij overeenkomstig toepassing.

  • 3.

    In afwijking van de in het tweede lid genoemde regeling wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze een bedrag van € 30,00 niet te boven gaat.

Artikel 7

Bij de invordering van het bruggeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 8
  • 1.

    De Verordening Bruggeld 1998 van 29 oktober 1997 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening bruggeld 2006.

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 22 november 2005.

 

De griffier, de voorzitter,

A.de Vos, A.J. Rodenburg