Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Midden-Delfland

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMidden-Delfland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieverordening gemeentelijke monumenten 2008
CiteertitelSubsidieverordening gemeentelijke monumenten 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt Subsidieverordening gemeentelijke monumenten 2005

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-200928-02-2014Nieuwe regeling

09-12-2008

Gemeenteblad, 2009, 5

2008-10

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten 2008

De raad van de gemeente Midden-Delfland;

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 3 december 2008, nr. 2008-10;

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de Monumentenverordening Midden-Delfland 2004;

BESLUIT:

1. De aanvragen voor subsidie vanaf heden te monitoren en aan de hand hiervan bij het vaststellen van het jaarlijks bugdet te bezien of dit budget aangepast dient te worden;

2. Het restantbudget subsidies gemeentelijke monumenten 2008 toe te voegen aan de Reserve Monumenten;

3. In 2009 de toevoeging aan de Reserve Monumenten, die vanuit het restantbudget subsidies gemeentelijke monumenten 2008 is ontstaan, ten gunste te laten komen voor het budget subsidies in 2009;

4. Vast te stellen de Subsidieverordening Gemeentelijke Monumenten 2008 te wijzigen overeenkomstig de hieronder in vet/cursief aangegegeven zaken.

 

Vast te stellen de volgende:

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten 2008

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

Gemeentelijke monumentenlijst: de lijst, waarop zijn vermeld de overeenkomstig de Monumentenverordening gemeente Midden-Delfland 2007 beschermde objecten.

Object: een onroerend monument dat is vermeld op de gemeentelijke monumentenlijst.

Eigenaar: de natuurlijk of rechtspersoon die het recht van eigendom dan wel een ander zakelijk recht heeft op een monument. Onder eigenaar wordt mede verstaan de toekomstig eigenaar.

Subsidie: de met toepassing van deze verordening door het gemeentebestuur verleende geldelijke of in geld waardeerbare bijdrage.

Subsidiabele kosten: subsidiabele restauratiekosten en onderhoudskosten volgens de Leidraad Brim Subsidiabele instandhoudingskosten opgesteld door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (nu genaamd de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten).

Monumentencommissie: de Commissie die krachtens de verordening Monumentencommissie/Commissie Beschermd Dorpsgezicht Midden-Delfland 2004 is ingesteld.

Artikel 2 Vaststelling budget

De gemeenteraad stelt jaarlijks, door middel van de vaststelling van de gemeentebegroting, vast het bedrag dat voor een bepaald jaar beschikbaar wordt gesteld in het belang van de gemeentelijke monumentenzorg aan natuurlijke of rechtspersonen.

Artikel 3 Procedure
  • 1.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in het belang van de gemeentelijke monumentenzorg en met inachtneming van het bepaalde in deze verordening subsidie toe te kennen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders houden bij de beslissing op grond van het eerste lid rekening met subsidie die op grond van deze verordening of enige andere regeling kan worden toegekend.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan het toekennen van subsidie voorschriften verbinden.

  • 4.

    Alvorens een beslissing te nemen over een subsidieaanvraag kunnen burgemeester en wethouders advies inwinnen van de Monumentencommissie.

  • 5.

    De Monumentencommissie adviseert binnen twaalf weken na ontvangst van de subsidieaanvraag.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders kunnen de adviestermijn in bijzondere situaties verlengen met maximaal acht weken. Van deze beslissing wordt de aanvrager in kennis gesteld.

Artikel 4 Volgorde van behandeling
  • 1.

    Burgemeester en wethouders kennen slechts subsidie toe voor zover de op grond van artikel 2 begrote financiële middelen toereikend zijn.

  • 2.

    Alle aanvragen om subsidie op grond van deze verordening worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld.

  • 3.

    Aanvragen om subsidie welke in verband met het bepaalde in het eerste lid niet kunnen worden toegekend, worden door burgemeester en wethouders afgewezen.

  • 4.

    De indiener van een aanvraag als bedoeld in het derde lid is bevoegd een dergelijke aanvraag in een volgend jaar opnieuw in te dienen.

  • 5.

    In afwijking van het bepaalde in het tweede lid zijn burgemeester en wethouders bevoegd om aan aanvragen als bedoeld in het vierde lid extra prioriteit toe te kennen.

Artikel 5 In te dienen bescheiden
  • De aanvraag om subsidie dient in ieder geval vergezeld te zijn van de volgende gegevens:

  • a.

    Een technische omschrijving van de te verrichte werkzaamheden of een bestek met een daaraan gerelateerde gespecificeerde begroting.

  • b.

    Tekeningen van zowel de bestaande als de nieuwe toestand.

  • c.

    Voor zover van toepassing de naam en adres van het bedrijf dat de voorziening uitvoert.

  • d.

    Een monumentenvergunning voor de uit te voeren werkzaamheden.

Artikel 6 Subsidiebedragen
  • 1.

    Aan de eigenaar van een monument kan door burgemeester en wethouders een subsidie worden toegekend ter tegemoetkoming in de onderhouds- of restauratiekosten, mits de te treffen voorzieningen tot opheffing en/of voorkoming van bouwtechnische gebreken op een sobere en doelmatige wijze plaatsvinden en noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de monumentale waarde van het monument.

  • 2.

    De subsidie bedraagt maximaal 40% van de subsidiabele kosten, welke vanwege het monumentale karakter van het monument moeten worden gemaakt met een maximum van €2000,- in geval van onderhoudskosten en een maximum van € 10.000,- in geval van restauratiekosten.

  • 3.

    Op de subsidiabele kosten, zoals bedoeld onder 2 worden in mindering gebracht de kosten die op basis van een andere regeling zijn of kunnen worden gefinancierd.

  • 4.

    Van een aanvrager kan worden verlangd dat hij door een onafhankelijke en deskundige instantie, bijvoorbeeld de Monumentenwacht, opgesteld inspectierapport overlegt, voorafgaand aan en/of na voltooiing van het werk.

  • 5.

    Kosten voor het aanbrengen van voorzieningen gericht op het verbeteren van het woongerief komen niet in aanmerking voor subsidie.

  • 6.

    Er wordt geen subsidie verstrekt beneden een bedrag van € 250,-.

  • 7.

    De subsidiabele kosten worden berekend aan de hand van de dan geldende leidraad van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten.

Artikel 7 Subsidiabele kosten
  • Onder de in artikel 5 bedoelde kosten van de voorzieningen worden begrepen de geraamde en door of namens burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van:

  • a.

    De aanneemsom;

  • b.

    De risicoverrekening van loon- en materiaalprijsstijgingen;

  • c.

    Het honorarium van de architect en constructeur, de kosten van het dagelijkse toezicht en de bestedingskosten;

  • d.

    De leges voor de bouwvergunning en voor enig andere vergunning die nodig is voor het treffen van de voorzieningen;

  • e.

    De verschuldigde omzetbelasting;

  • f.

    Kosten van een bouwtechnisch advies, opgesteld door een daartoe gekwalificeerd persoon of bureau.

Artikel 8 Weigeringsgronden
  • De subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    met het treffen van de voorzieningen het belang van de monumentenzorg niet of in onvoldoende mate wordt gediend;

  • b.

    de kosten van de voorzieningen niet geacht kunnen worden te staan in een redelijke verhouding tot het verkrijgen van resultaat;

  • c.

    blijkt dat de aangevraagde werkzaamheden redelijkerwijs niet noodzakelijk zijn. Hierbij wordt getoetst aan de huidige staat van onderhoud van die onderdelen die van belang zijn voor de instandhouding van de monumentale waarde van het monument;

  • d.

    met het treffen van de voorzieningen is begonnen voordat over de aanvraag om een bijdrage is beslist;

  • e.

    met het treffen van de voorzieningen is begonnen zonder dat men hiervoor over een rechtsgeldige monumentenvergunning beschikt;

  • f.

    de subsidie wordt eveneens geweigerd of verminderd indien de kosten van de voorzieningen geheel c.q. ten dele door een verzekering worden gedekt;

  • g.

    als door het verlenen van de subsidie het in artikel 2 vastgestelde subsidieplafond wordt overschreden;

  • h.

    als blijkt dat de aanvraag betrekking heeft op werkzaamheden die zijn ontstaan doordat geen gevolg is gegeven aan de onderhoudsplicht van artikel 13.

Artikel 9 Afwegingsgronden
  • Bij de beslissing op aanvragen om subsidie houden burgemeester en wethouders in elk geval rekening met:

  • a.

    de prioriteit die het treffen van de voorzieningen in het kader van de dorpsvernieuwing heeft;

  • b.

    de waarde als monument;

  • c.

    de bouwtechnische en uiterlijke staat van het monument, mede in relatie tot zijn omgeving;

  • d.

    het huidige en toekomstige gebruik van het monument;

  • e.

    de wijze van exploitatie van het monument;

  • f.

    bouwtechnisch advies, opgesteld door een daartoe gekwalificeerd persoon of bureau.

Artikel 10 Nadere voorschriften
  • 1.

    Aan het toekennen van de subsidie zijn de volgende voorschriften verbonden:

  • a.

    voor een bij de toekenning te bepalen tijdstip dient met het treffen van de voorzieningen een aanvang te zijn gemaakt;

  • b.

    de voorzieningen moeten zijn getroffen binnen twee jaren na de toekenning;

  • c.

    de bescheiden en gegevens die nodig zijn voor de juiste toepassing van deze verordening moeten worden verstrekt;

  • d.

    aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen dient c.q. dienen op de door die personen te bepalen tijdstippen:

    - toegang te worden verleend tot het monument;

    - inzage te worden verleend van de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende bescheiden en tekeningen;

    - de op het treffen van de voorziening betrekking hebbende gegevens te worden verstrekt;

    - gelegenheid te worden gegeven tot het controleren van de op het treffen van de voorzieningen hebbende gegevens.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen afwijking van de in het eerste lid onder a en b genoemde termijnen toestaan.

Artikel 11 Definitieve subsidievaststelling
  • 1.

    De door burgemeester en wethouders toegekende subsidie heeft het karakter van een in het vooruitzicht gesteld maximum.

  • 2.

    De definitieve subsidie wordt vastgesteld nadat:

    - de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden schriftelijk gereed zijn gemeld onder indiening van de daarop betrekking hebbende gegevens;

    - de uitgevoerde werkzaamheden door of vanwege burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

  • 3.

    Als na het treffen van de voorzieningen blijkt dat de werkelijke kosten lager zijn dan die, welke bij de toekenning van de subsidie door burgemeester en wethouders zijn goedgekeurd, wordt de toegekende subsidie overeenkomstig verminderd.

  • 4.

    De definitieve subsidie kan nooit meer bedragen dan het in lid 1 genoemde maximum.

Artikel 12 Uitbetaling
  • 1.

    De uitbetaling van de subsidie vindt plaats nadat het subsidiebedrag definitief is vastgesteld.

  • 2.

    Op verzoek van de aanvrager kunnen burgemeester en wethouders, indien 50% of meer van de in de aanvraag vermelde werkzaamheden zijn verricht en akkoord bevonden, een voorschot op de subsidie verstrekken van maximaal 50% van de toegekende subsidie.

Artikel 13 Onderhoudsplicht
  • Na voltooiing van de werkzaamheden is de eigenaar verplicht het gemeentelijke monument te onderhouden in de staat waarin het door de werkzaamheden is gebracht.

Artikel 14 Hardheidsclausule
  • 1.

    In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders, de monumentencommissie gehoord, in het belang van de monumentenzorg afwijken van de bepalingen in deze verordening.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor zover toekenning een overschrijding van het subsidieplafond als bedoeld in artikel 2 tot gevolg zou hebben.

Artikel 15 Overgangsbepaling
  • Aanvragen, ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening worden afgehandeld met inachtneming van de voorwaarden van de Subsidieverordening gemeentelijke Monumenten Midden-Delfland 2004.

Artikel 16 Inwerkingtreding
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand, volgende op die van de bekendmaking.

  • 2.

    Met de in werking treding van deze verordening vervalt de subsidieverordening gemeentelijke monumenten Midden-Delfland 2005.

     

    Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 9 december 2008.

     

    De griffier, de voorzitter,

    A. de Vos, A.J. Rodenburg

     

     

     

    Toelichting op de subsidieverordening

     

    Algemeen

    De meest voor de hand liggende wijze van instandhouding is het plegen van regelmatig onderhoud. Om in aanmerking te komen voor een onderhoudsbijdrage moet het monument in een goede bouwkundige staat verkeren. Het antwoord op de vraag wanneer er precies sprake is van een bouwkundig goede staat of wanneer er sprake is van restauratie dan wel onderhoud, is in zijn algemeenheid nooit exact aan te geven. Deze vraag heeft bijv. ook te maken met de mate waarin de werkzaamheden gepleegd moeten worden. Is er een raam slecht of zijn alle ramen slecht, is er een stuk van het dak dat in slechte staat verkeert of is het gehele dak slecht De onderhoudsbijdrage heeft als doel mensen aan te zetten tot regelmatig onderhoud, het liefst via een vooropgesteld meerjarenplan. De regeling is alleen bedoeld voor de buitenkant en wel voor het op sobere en doelmatige wijze wind- en waterdicht houden van het monument. Het mag nooit zo zijn dat bewust onderhoud achterwege wordt gelaten om na verloop van tijd in aanmerking te kunnen komen voor een (hogere) restauratiebijdrage. Om deze reden wordt ook advies ingewonnen van de Monumentencommissie.

     

    Meest voorkomende werkzaamheden

    Hieronder wordt aangegeven de meest voorkomende werkzaamheden die voor subsidie in aanmerking kunnen komen. Deze werkzaamheden zijn niet limitatief opgesomd. De onderstaande lijst is slechts bedoeld ter verduidelijking aan monumenteigenaren aan welke werkzaamheden zij kunnen denken. Aan de lijst zijn geen rechtsgevolgen verbonden.

     

    Werkzaamheden behorende tot onderhoud:

     

    Daken:

    - het incidenteel vernieuwen van pannen of herstel van leiwerk;

    - het repareren van zink en lood;

    - het onderhoud aan brand- en bliksembeveiliging;

    - windveren;

    - schoorstenen.

     

    Goten en hemelwaterafvoeren:

    - het opheffen van verstoppingen;

    - reparaties en schoonmaak;

    - werkzaamheden om de afvoer van hemelwater rond het gebouw te bevorderen.

     

    Gevels:

    - incidenteel repareren van voegwerk;

    - reparatie natuursteen en baksteen;

    - reparaties aan pleisterwerk;

    - reparaties houtwerk inclusief luiken;

    - reparaties aan hang- en sluitwerk in de buitengevels;

    - monumentale beglazing;

    - buitenschilderwerk.

     

    Historische onderdelen:

    - reparaties aan ornamenten aan gevels, erkers, balkons, goten en dergelijke;

    - reparaties aan hekwerken, stoepen, kelderluiken;

    - schilderwerk aan deze historische onderdelen.

     

     

    Werkzaamheden die eerder behoren tot de categorie restauratie:

     

    Verbetering van de fundering:

    Herstel van gevels en dragende muren, waaronder wordt verstaan:

    - het vervangen van steens of halfsteens metselwerk of spouwmuur en in samenhang hiermee:

    - het vervangen van buitenkozijnen met vulling;

    - het vervangen van lateien.

     

    Herstel van vloerconstructies waaronder wordt verstaan:

    - het slopen van plinten en verrotte vloerdelen;

    - het slopen van verrotte balken of het waterpas stellen van bestaande balken;

    - het aanpassen van de oplegging en de nis voor balken;

    - het aanbrengen van (nieuwe) balken en/of vloeren of vloerdelen;

    - het aanbrengen van nieuwe plinten;

    - het vervangen van balkons;

    - het vervangen van trappen.

     

    Herstel van kapconstructies, waaronder wordt verstaan:

    - het repareren en/of het vernieuwen van de kapconstructie, gordingen, muurplaat en spant(en) en in samenhang hiermee:

    - het afhalen en het aanbrengen van pannen of bitumineuze dakbedekking of riet;

    - het afhalen en het aanbrengen (zo nodig vernieuwen) van panlatten, tengels en dakbeschot;

    - het vernieuwen van goten;

    - het vernieuwen van een schoorsteen.