Organisatie | Haarlemmerliede en Spaarnwoude |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2013. |
Citeertitel | Verordening reclamebelasting 2013. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening reclamebelasting 2012.
Gemeentewet, art. 227.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2014 | intrekking | 07-11-2013 Digitaal gemeenteblad, 27-11-2013 | MID 13/012.9 | |
01-01-2013 | 01-01-2014 | Nieuwe regeling | 18-12-2012 Maak kennis met Haarlemmerliede en Spaarnwoude, 24-12-2012. | MID 12/022.9 |
Onder de naam reclamebelasting wordt een directe belasting geheven voor een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg.
In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste en tweede lid wordt de reclamebelasting voor een openbare aankondiging die is aangebracht door tussenkomst van een natuurlijk persoon of rechtspersoon die zijn beroep of bedrijf maakt van ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op daartoe beschikbaar gestelde oppervlakken, geheven van die natuurlijk persoon of rechtspersoon.
De reclamebelasting wordt niet geheven voor:
a. openbare aankondigingen door publiekrechtelijke rechtspersonen gedaan in de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak;
b. openbare aankondigingen die uitsluitend dienen ten behoeve van de regulering van het verkeer over openbare land- en waterwegen;
c.objecten die door de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB of een overeenkomstig lichaam zijn aangebracht of geplaatst ten behoeve van een vlotte doorstroming van het verkeer of ten dienste van openbare ruimten.
d.Objecten die door cultureel, maatschappelijke of daarmee gelijk te stellen lichamen met ideële doelstellingen zijn aangebracht of geplaatst en betrekking hebben op door hen georganiseerde tijdelijke activiteiten met niet-commerciële doeleinden.
e.Objecten binnen het inwendige gedeelte van een woning of bedrijf of gedeelte daarvan.
f.Objecten aangebracht op een voertuig, tenzij dat kennelijk in hoofdzaak is bestemd voor het voeren van reclame.
g.Objecten die in hoofdzaak zichtbaar zijn op sportvelden, met uitzondering van aankondigingen op of bij sportvelden welke kennelijk gericht zijn op de weg.
h.terrasafscheidingen (bij horecaondernemingen), voor zover deze een oppervlak van 0,50 m2 per terrasschot te boven gaan.
i.parasols welke zijn geplaatst op een terras bij een horecaonderneming.
j.Objecten aangebracht door of namens winkeliersverenigingen of wijkorganen, waarbij het reclameobject uitsluitend bestaat uit een vlag met naam van de winkeliersvereniging of het wijkorgaan.
k.Objecten waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling aan de gemeente moet geschieden of een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is.
l. Objecten die zijn aangebracht op voorwerpen onder op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarvoor precariobelasting is verschuldigd.
m. de reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van reclameobjecten waarvan de afmetingen kleiner of gelijk zijn aan 1m2 per jaar.
Artikel 6 Berekening van de reclamebelasting
De oppervlakte van een openbare aankondiging wordt bepaald op het product van de grootste lengte vermenigvuldigd met de grootste breedte van de verticale projectie van de aankondiging dan wel van het vanaf de openbare weg zichtbare gedeelte van de aankondiging. Voor oppervlakken groter dan 1 vierkante meter geldt dat een gedeelte van een vierkante meter wordt aangemerkt als een gehele vierkante meter.
Indien de openbare aankondiging bestaat in het aankondigingsvoorwerp zelf, wordt de oppervlakte van de openbare aankondiging bepaald op de oppervlakte van het voorwerp. Indien het voorwerp niet rechthoekig is, wordt de oppervlakte van het aankondigingsvoorwerp bepaald door de lengte of de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die het voorwerp omsluit.
Voor de toepassing van dit artikel worden openbare aankondigingen die bij één bouwwerk of gedeelte daarvan behoren, aangemerkt als één openbare aankondiging. Indien meerdere bouwwerken of gedeelten daarvan naast elkaar zijn gelegen en tezamen worden gebruikt door één belastingplichtige, worden de openbare aankondigingen die bij deze bouwwerken of gedeelten daarvan behoren voor de toepassing van dit artikel aangemerkt als één openbare aankondiging.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld
1.De reclamebelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak, of, indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt bij de aanvang van de belastingplicht.
2.Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, is de reclamebelasting verplicht voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
3.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt ontheffing verleend voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.
Artikel 13 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel
1.De verordening “Verordening reclamebelasting 2012”, vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 november 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;
2.Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste donderdag na die van de bekendmaking;
3.De datum van de ingang van de heffing is 1 januari 2013;
4.De verordening wordt aangehaald als “Verordening reclamebelasting 2013”.
Tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2013.
Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van de in artikel 2 van de verordening bedoelde aankondiging per jaar:
Behoort bij en maakt deel uit van het raadsbesluit van 18 december 2012.