Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ooststellingwerf

Verordening op de heffing en invordering forensenbelasting 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOoststellingwerf
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering forensenbelasting 2013
CiteertitelVerordening forensenbelasting 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening op de heffing en invordering forensenbelasting 2012.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 223

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201301-01-2014nieuwe regeling

18-12-2012

Nieuwe Ooststellingwerver, 19-12-2012

Raad, 18-12-2012, no. C.8

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering forensenbelasting 2013

De raad van de gemeente Ooststellingwerf;

 

nr. C.8

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 november 2012;

 

gelet op gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN FORENSENBELASTING 2013 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    Onder de naam forensenbelasting wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2.

    Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3 Vrijstellingen

Niet belastingplichtig is degene die:

  • 1.

    ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

  • 2.

    als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of bejaarden vertoeft.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt, voor het belastingjaar, is vastgesteld.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid wordt de belasting geheven naar de waarde, indien de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld onder toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken.

  • 3.

    Ingeval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting berekend naar de waarde.

  • 4.

    De vaststelling van de waarde bedoeld in het tweede en derde lid geschiedt overeenkomstig de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet, met dien verstande dat daarbij artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken niet wordt toegepast.

Artikel 5 Belastingtarief

De belasting bedraagt bij een WOZ waarde:

tot en met € 16.575,00

€ 51,50

van € 16.576,00 tot en met € 20.475,00

€ 98,25

van € 20.476,00 tot en met € 120.000,00

€ 147,80

van € 120.001,00 tot en met € 219.000,00

€ 195,00

van € 219.001,00 tot en met € 310.000,00

€ 247,50

van € 310.001,00 of meer

€ 295,00

 

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Termijn van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op maand die in de dagtekening is vermeld en de tweede een maand later.

  • 2.

    Indien voor de betaling van de verschuldigde belasting een machtiging voor automatische incasso is afgegeven, dient voor de in het eerste lid genoemde twee gelijke termijnen drie gelijke termijnen te worden gelezen.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening op de heffing en invordering forensenbelasting 2012", vastgesteld bij besluit van 13 december 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als: "Verordening forensenbelasting 2013".

Besloten in de openbare vergadering van 18 december 2012.

                                    , griffier.                               , voorzitter.