Organisatie | Haarlemmerliede en Spaarnwoude |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2013. |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2013. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2012.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2014 | intrekking | 07-11-2013 Digitaal gemeenteblad, 27-11-2013 | MID 13/012.5 | |
01-01-2013 | 01-01-2014 | Nieuwe regeling | 18-12-2012 Maak kennis met Haarlemmerliede en Spaarnwoude, 24-12-2012. | MID 12/022.5 |
VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN 2013
De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;
Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 november 2012;
Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2013.
HOOFDSTUK II Afvalstoffenheffing
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting als bedoeld in de onderdelen 1.1 en 1.2 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een extra (= boven hetgeen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt OF boven het aantal van één)
In afwijking van lid 3 wordt, indien volgens de gegevens van de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht op een perceel niemand staat ingeschreven, terwijl er wel sprake is van feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt, het aantal personen dat gebruik maakt van een perceel bepaald op twee, tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat sprake is van een gebruik van het perceel door een ander aantal personen.
In afwijking van lid 3 wordt, indien een perceel niet voorkomt in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude terwijl het perceel wel aangemerkt dient te worden als een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt, het aantal personen dat gebruik maakt van een perceel bepaald op twee, tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat sprake is van een gebruik van het perceel door een ander aantal personen.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer is dan € 70,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zeven gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
HOOFDSTUK III Reinigingsrechten
Onder de naam “reinigingsrechten” worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene die op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief
Het recht bedraagt € 320,00 per bedrijfspand per belastingjaar.
Artikel 16 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 7 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
HOOFDSTUK IV Aanvullende bepalingen
Artikel 18 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en de reinigingsheffingen.
Artikel 19 Overgangsrecht, Inwerkingtreding en citeertitel
De verordening “Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2012”, vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 november 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;