Organisatie | Roerdalen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2013 |
Citeertitel | Verordening Reinigingsheffingen 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening Reinigingsheffingen 2012.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-01-2014 | 11-01-2014 | Intrekking | 19-12-2013 De Trompetter, 10-01-2014 | 2013/12/19/11 | |
29-12-2012 | 11-01-2014 | Nieuwe regeling | 20-12-2012 De Trompetter, 28-12-2012 | 2012/12/20/07 |
De raad van de gemeente Roerdalen heeft;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2012,
Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
in de openbare vergadering van 20 december 2012 het volgende besluit genomen:
vast te stellen de “Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2013” (Verordening reinigingsheffingen 2013).
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder
Minicontainer: een door of namens het college van burgemeester en wethouders ter beschikking gestelde voorziening ten behoeve van de opslag van afvalstoffen niet zijnde gevaarlijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1 eerste lid van de Wet milieubeheer, met een inhoud van 240 liter of minder.
Verzamelcontainer: een door of namens het college van burgemeester en wethouders ter beschikking gestelde voorziening bij o.a. hoogbouw, appartementen en seniorenhofjes ten behoeve van de opslag van afvalstoffen niet zijnde gevaarlijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1 eerste lid van de Wet milieubeheer, met een inhoud vanaf 300 liter.
Gft-afval: groente-, fruit- en tuinafval
Restafval: huishoudelijke afvalstoffen niet zijnde gft-afval.
‘gebruik maken’ in hoofdstuk II Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer
grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
Het aantal minicontainers, onderverdeeld naar de verschillende volumina zoals in de tarieventabel is aangegeven en naar rest- en gft-afval, zomede de afzonderlijke frequentie voor beide fracties, dat periodiek ter lediging wordt aangeboden door een gebruiker van een perceel als bedoeld in artikel 4, wordt aangemerkt als maatstaf van de heffing van de in artikel 3 genoemde belasting.
Indien tijdens enige inzamelbeurt door een calamiteit of door een technische storing de minicontainerherkenningsapparatuur of de minicontainerregistratieapparatuur op het inzamelvoertuig of de middelen waarmee de gegevens van de geledigde minicontainers worden opgeslagen niet naar behoren functioneren, wordt overgeschakeld op handmatige registratie van aangeboden en geledigde minicontainers aan de hand van de op de minicontainers aangebrachte visuele herkenningsmiddelen.
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt worden de in hoofdstuk 1 onderdeel 1.4 en 1.5 van de tarieventabel vermelde aantallen dat een minicontainer per afvalsoort binnen het basisbelastingbedrag wordt geledigd bepaald op zoveel twaalfde gedeelten van het jaar als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt worden de in hoofdstuk 1 onderdeel 1.4 en 1.5 van de tarieventabel vermelde aantallen malen dat een minicontainer per afvalsoort binnen het basisbelastingbedrag wordt geledigd bepaald op zoveel twaalfde gedeelten van het jaar als er in dat jaar, voor het einde van de belastingplicht, volle kalendermaanden zijn verstreken.
Artikel 9 Termijnen van betaling
Bij niet-automatische incasso:
De aanslagen bedoeld in hoofdstuk 1, onderdeel 1.1., 1.2, 1.3 en 1.6 van de tarieventabel moeten worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.
Hoofdstuk III Reinigingsrechten
Onder de naam 'reinigingsrechten' worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De rechten bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt worden de in hoofdstuk 3 onderdeel 1.4 en 1.5 van de tarieventabel vermelde aantallen dat een minicontainer per afvalsoort binnen het basisbelastingbedrag wordt geledigd bepaald op zoveel twaalfde gedeelten van het jaar als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt worden de in hoofdstuk 3 onderdeel 1.4 en 1.5 van de tarieventabel vermelde aantallen malen dat een minicontainer per afvalsoort binnen het basisbelastingbedrag wordt geledigd bepaald op zoveel twaalfde gedeelten van het jaar als er in dat jaar, voor het einde van de belastingplicht, volle kalendermaanden zijn verstreken.
Artikel 16 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
De rechten bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 17 Termijnen van betaling
Bij niet-automatische incasso:
De aanslagen bedoeld in hoofdstuk 3, onderdeel 1.1 en 1.2 van de tarieventabel moeten worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.
De aanslagen bedoeld in hoofdstuk 3, onderdeel 1.1 en 1.2 van de tarieventabel moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en maximaal tien bedraagt.
Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen
Artikel 19 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 20 december 2012.
De gemeenteraad van Roerdalen,
De griffier, De voorzitter,
R.J.J. Notermans drs. C.A.M. Hanselaar – van Loevezijn
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
Hoofdstuk 1 Maatstaf en tarief afvalstoffenheffing
1.1 Het belastingbedrag per perceel per belastingjaar bedraagt € 92,30.
Het basisbelastingbedrag is ook van toepassing indien bij een perceel geen containers zijn
1.2 In afwijking van het bepaalde in onderdeel 1.1 bedraagt het belastingbedrag per perceel per belastingjaar dat is aangewezen voor het gebruik van verzamelcontainers € 138,35.
1.3 Het belastingbedrag als genoemd onder onderdeel 1.1 wordt afhankelijk van het minicontainervolume per perceel en per soort afval vermeerderd volgens onderstaande systematiek:
1.4 Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 1.1 en 1.3 wordt, indien het aantal ledigingen voor restafval uitstijgt boven 14 maal per belastingjaar dan wel het aantal maal dat conform artikel 8 lid 5 en/of 6 van de verordening is bepaald, een extra belasting geheven voor elke extra lediging:
1.5 Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1.1, 1.3 en 1.4 wordt, indien het aantal ledigingen voor gft-afval uitstijgt boven 18 maal per belastingjaar dan wel het aantal maal dat conform artikel 8 lid 5 en/of 6 is bepaald, een extra belasting geheven voor elke extra lediging :
1.6. Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 1.1 tot en met 1.5 bedraagt de belasting voor een extra container 240 liter restafval € 72,22 en voor een extra container 140 liter gft-afval € 25,05.
Hoofdstuk 2 Overige tarieven afvalstoffenheffing
2.1. Voor het omwisselen van een minicontainer bedragen de kosten € 35,00 Dit bedrag wordt niet rekening gebracht in de volgende situaties:
2.2 Ophalen afval aan huis op verzoek.
2.2.1. Het tarief voor het aan huis ophalen van grof groenafval inclusief stronken bedraagt:
€ 20,00 voor 4 m³ of een gedeelte ervan. Het basisbedrag van € 20,00 wordt verhoogd met € 5,00 voor iedere m³ meer dan 4 m³.
Dit tarief geldt ook voor het ter plaatse versnipperen van groenafval met achterlaten van de snippers voor de aanvrager.
2.2.2. Het tarief voor het aan huis ophalen van grof huishoudelijk afval bedraagt € 20,00 per m³ of gedeelte ervan. Het basisbedrag van € 20,00 wordt verhoogd met € 5,00 voor iedere m³ meer dan 1 m³.
( Toelichting: Voor het ophalen van 3 m³ is het totale tarief dan € 20,-- + € 5,-- + € 5,-- = € 30,--)
2.2.3. Het tarief onder 2.2.2. voor het aan huis ophalen van grof huishoudelijk afval wordt verhoogd met € 18,00 per m³ of gedeelte ervan. De opslag betreft de verwerkingskosten bij de milieustraat.
2.3 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting
voor het achterlaten van grove huishoudelijke afvalstoffen op
een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats:
voor klein chemisch afval, papier en karton, metalen, textiel en
schoenen, grof groenafval, asbesttot en met 35 m² per keer, glas, frituurvet,
kunststof, wit- en bruingoed, autobanden zonder velgen van
personenwagen tot een maximum van 5 stuks per keer:
2.4 voor navolgende categorieën grof huishoudelijk afval dat geschei-
den ingezameld kan worden en waarvoor afzonderlijke ver-
per m3 of gedeelte daarvan 7,80
2.5 voor navolgende categorieën grof huishoudelijk afval dat eventueel
gescheiden kan worden aangeboden:
per m3 of gedeelte daarvan 18,00
2.6 voor navolgende categorieën grof huishoudelijk afval dat
eventueel ongescheiden kan worden aangeboden:
per m3 of gedeelte daarvan 18,00
Hoofdstuk 3 Maatstaf en tarief reinigingsrecht.
1.1 Het belastingbedrag per perceel per belastingjaar bedraagt € 92,30.
1.2 Het belastingbedrag als genoemd onder onderdeel 1.1 wordt afhankelijk van het minicontainervolume per perceel en per soort afval vermeerderd volgens onderstaande systematiek:
1.3 Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 1.1 en 1.2 wordt, indien het aantal ledigingen voor restafval uitstijgt boven 14 maal per belastingjaar dan wel het aantal maal dat conform artikel 15 lid 5 en/of 6 van de verordening is bepaald, een extra belasting geheven voor elke extra lediging:
1.4 Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1.1, 1.2 en 1.3 wordt, indien het aantal ledigingen voor gft-afval uitstijgt boven 18 maal per belastingjaar dan wel het aantal maal dat conform artikel 15 lid 5 en/of 6 is bepaald, een extra belasting geheven voor elke extra lediging:
Hoofdstuk 4 Overige tarieven reinigingsrechten.
4.1. Voor het omwisselen van een minicontainer bedragen de kosten € 35,00 Dit bedrag wordt niet rekening gebracht in de volgende situaties: