Organisatie | Goeree-Overflakkee |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Goeree-Overflakkee |
Citeertitel | Verordening procedure voor advisering tegemoetkoming in planschade Goeree-Overflakkee |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Dirksland 2008; de Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Goedereede; de Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Goedereede; de Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Middelharnis; en de Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Oostflakkee.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-01-2013 | nieuwe regeling | 02-01-2013 Huis-aan-huiskrant Groot Goeree-Overflakkee, 08-01-2013 | Z-13-00351 |
De raad van de gemeente Goeree-Overflakkee;
gelezen het voorstel van de stuurgroep herindeling Goeree-Overflakkee van 29 november 2012;
gelet op artikel 6.7 van de Wet ruimtelijke ordening en op artikel 6.1.3.3 van het Besluit ruimtelijke ordening;
vast te stellen de Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Goeree-Overflakkee
Artikel 2 Opdrachtverstrekking
Binnen twaalf weken na het verstrijken van de termijnen als bedoeld in artikel 6.1.3.1 van het besluit verstrekken burgemeester en wethouders aan één of meerdere adviseurs gezamenlijk, opdracht om ter zake van een aanvraag advies uit te brengen, tenzij toepassing wordt gegeven aan artikel 6.1.3.1 van het besluit of aan artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 3 Adviseur of adviescommissie
Indien burgemeester en wethouders, na advies te hebben ingewonnen van de in het eerste lid bedoelde adviseur, van oordeel zijn dat de aanvraag betrekking heeft op planschade vanwege inkomensderving en er, gezien de complexiteit, aard en omvang van de aanvraag, behoefte bestaat aan extra deskundigheid wordt door burgemeester en wethouders een tweede adviseur aangewezen die deskundig is op het gebied van accountancy of van financieel economische bedrijfsvoering.
Indien burgemeester en wethouders, na advies te hebben ingewonnen van de in het eerste lid bedoelde adviseur, van oordeel zijn dat de aanvraag betrekking heeft op planschade vanwege waardevermindering van een onroerende zaak en er, gezien de complexiteit, aard en omvang van de aanvraag, behoefte bestaat aan extra deskundigheid wordt door burgemeester en wethouders een tweede adviseur aangewezen die deskundig is ter zake van de waardering van onroerende zaken en van waardevermindering daarvan als gevolg van een planologische verslechtering.
Artikel 5 Betrokkenheid aanvrager en andere belanghebbenden bij aanwijzing adviseur of adviescommissie
Voordat burgemeester en wethouders de opdracht tot advisering zoals bedoeld in artikel 2 verstrekken, stellen zij de aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet schriftelijk op de hoogte van de aanwijzing van:
De aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet kunnen binnen twee weken na de mededeling als bedoeld in het eerste lid, schriftelijk en voldoende gemotiveerd een verzoek tot wraking van één of meerdere adviseurs bij burgemeester en wethouders indienen.
Artikel 6 Werkwijze adviseur of adviescommissie
De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie organiseert één of meerdere hoorzittingen, waar de aanvrager en de in het tweede lid bedoelde ambtelijke vertegenwoordiger(s) in de gelegenheid worden gesteld de aanvraag toe te lichten, onderscheidenlijk de voor de advisering over de aanvraag relevante informatie te verschaffen, dan wel een standpunt van burgemeester en wethouders over de aanvraag aan de adviseur of de adviescommissie kenbaar te maken. Eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet worden eveneens in de gelegenheid gesteld hun standpunt kenbaar te maken.
Alvorens een advies uit te brengen zendt de adviseur of de adviescommissie binnen zestien weken na de dagtekening van de opdracht tot advisering een concept daarvan aan burgemeester en wethouders, aan de aanvrager, aan de eventuele andere betrokken bestuursorganen en aan de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet. De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie kan deze termijn onder opgaaf van redenen met een daarbij aan te geven termijn met ten hoogste vier weken verlengen.