Organisatie | Goeree-Overflakkee |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Afvalstoffenverordening Goeree-Overflakkee |
Citeertitel | Afvalstoffenverordening Goeree-Overflakkee |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Afvalstoffenverordening gemeente Dirksland 2010; de Afvalstoffenverordening gemeente Goedereede 2009; de Afvalstoffenverordening gemeente Middelharnis 2010; de Afvalstoffenverordening gemeente Oostflakkee.
Artikel 28 bevat een overgangsbepaling.
Wet milieubeheer, art. 10.23, lid 1
Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Goeree-Overflakkee, in werking getreden op 27 november 2013
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-01-2013 | 06-07-2016 | nieuwe regeling | 02-01-2013 Huis-aan-huiskrant Groot Goeree-Overflakkee, 08-01-2013 | Z-13-00347 |
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:
gezelschapsdier: dier dat de mens in of rond het huis houdt en verzorgt om zichzelf te plezieren. Tot deze categorie behoren onder meer honden, katten, knaagdieren, kooi- en volièrevogels, duiven, vissen, konijnen, kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden, ganzen en fazanten indien er geen commerciële opbrengst aan verbonden is zoals de productie van vlees, wol, pels, eieren, pluimen of huiden. Landbouwhuisdieren zoals runderen, paarden, schapen, (dwerg)geiten, varkens, hangbuikzwijnen en herten worden niet gerekend tot de categorie gezelschapsdieren.
Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen
Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor die categorieën huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 12 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kunnen burgemeester en wethouders regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.
Artikel 13 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst
Burgemeester en wethouders kunnen categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.
Artikel 16 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
Het is verboden buiten een daarvoor door burgemeester en wethouders bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.
Artikel 19 Afvalbakken binnen inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:
zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.
Artikel 20 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.
HOOFDSTUK 6 OVERIGE ONDERWERPEN DIE DE VERORDENING AANGAAN
Artikel 22 Verbod opslag van afvalstoffen
Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 23 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden
Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken.
Artikel 24 Dode gezelschapsdieren
Indien een eigenaar van een dood gezelschapdier te kennen geeft het dier te willen wegbrengen, dan kan dit worden gemeld bij de gemeente. De eigenaar is gehouden uiterlijk op de eerste werkdag, die volgt op de dag dat het gezelschapsdier is gestorven, het dode gezelschapsdier te vervoeren naar de verzamelplaats.
Een gedraging in strijd met de volgende artikelen, is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, van de Wet op de economische delicten:
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10 , derde lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangewezen ambtenaren.
Vergunningen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 27, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een aanwijzing bedoeld in artikel 2 van deze verordening.
Ontheffingen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 27, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een ontheffing als bedoeld in deze verordening.
Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 27, tweede lid, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning op grond van de verordening bedoeld in artikel 27, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot aanwijzing, als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 27, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot ontheffing, als bedoeld in deze verordening.
Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 27, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 27, tweede lid.
De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 27, tweede lid, heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad
van de gemeente Goeree-Overflakkee op 2 januari 2013.
de griffier, de voorzitter,
J.Mimpen C.A. Kleijwegt
Toelichting Afvalstoffenverordening Goeree-Overflakkee
Voor de toelichting op de artikelen conform het VNG-model wordt verwezen naar de uitgebreide toelichting behorend bij dat model. Op elke afwijking van dat model wordt hier een toelichting gegeven.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Eerste lid: Aanvulling lijst met andere categorieën
De lijst genoemd in artikel 3 kan naar behoefte met andere categorieën worden uitgebreid. De grondslag hiervoor is te vinden in artikel 10.21, derde lid, van de Wet milieubeheer, waarin gesteld wordt dat de raad kan besluiten tot het afzonderlijk inzamelen van andere bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen. In casu gaat het om de categorieën overige kunststoffen, wit- en bruingoed, oud ijzer en overige metalen, plantaardige olieën en vetten, schoon houtafval en voertuigbanden.
Artikel 5 Frequentie van inzamelen
De gemeente Goeree-Overflakkee zamelt i.p.v. wekelijks het GFT-afval en restafval alternerend in. Er is geregeld dat èn het GFT-afval èn het huishoudelijk restafval eenmaal in de twee weken wordt ingezameld.
Artikel 8 - Verbod op het ter inzameling aanbieden door anderen
Alleen diegenen die binnen de gemeente afvalstoffenheffing betalen, mogen huishoudelijke afvalstoffen aanbieden. Achtergrond hiervan is de toename in het illegaal aanbieden van afvalstoffen door inwoners van andere gemeenten (afvaltoerisme) of door bedrijven van binnen en buiten de eigen gemeente, die op deze manier de kosten van de verwijdering van hun afvalstoffen willen ontlopen.
Het afval van recreatiewoningen die geen onderdeel uit van een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, en waar regelmatig afval vrijkomt, wordt ook aangemerkt als huishoudelijk afval waarop de zorgplicht van toepassing is. Daartegenover staat dat de gemeente in dat geval ook een afvalstoffenheffing kan heffen.
Omgekeerd geldt ook dat indien er op een perceel niet geregeld huishoudelijke afvalstoffen ontstaan, geldt de zorgplicht van de gemeente niet geldt (hier kan dan geen afvalstoffenheffing worden geheven).
Artikel 24. Dode gezelschapsdieren
Per 1 januari 2008 is de Destructiewet buiten werking gesteld. De betekent dat de gemeentelijke destructieverordeningen waren gebaseerd op een niet meer bestaande wet. Het stellen van nadere regels voor dode gezelschapsdieren wordt nu geregeld via de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, artikel 81h. Voor boerderijdieren zijn weer andere regels van toepassing, waar de gemeente niet direct verantwoordelijk voor is.
Artikel 81h stelt dat bij gemeentelijke verordening worden ten aanzien van dode gezelschapsdieren regels gesteld ter zake van:
Of het moet zijn dat de gemeente een overeenkomst heeft met een ondernemer, die aanwezen is door de minister, dan hoeft de gemeentelijke verordening geen voorschriften te bevatten voor lid b. en c. De gemeente heeft een overeenkomst met een verwerker. Deze verwijdert de dode dieren van de door burgemeester en wethouders aangewezen locatie.
Burgers worden op grond van dit artikel in de gelegenheid worden gesteld om een dood gezelschapsdier "ergens" kwijt te kunnen (stel iemand woont op een appartement). In de praktijk worden niet veel dode gezelschapsdieren door de burgers aangeboden. Het is aan de eigenaar van een gezelschapsdier of hij of zij een gezelschapsdier wil aanbieden voor destructie of niet. Hierbij spelen verschillende afwegingen een rol, een dode vogel of muis in de tuin wordt meestal begraven of in de huisvuilcontainer gedaan. De particuliere dierhouder zal zijn huisdier niet snel ter destructie aanbieden. In dat soort situaties wordt meestal gekozen voor begraven of cremeren. Of men laat een dood gezelschapsdier achter bij de dierenarts.