Organisatie | Heerenveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regel ontwikkelkansen door kwaliteit en educatie/voor- en vroegschoolse educatie schooljaar 2013-2014 |
Citeertitel | Nadere regel ontwikkelkansen door kwaliteit en educatie/voor- en vroegschoolse educatie schooljaar 2013-2014 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | ADVIES AAN HET COLLEGE nadere regels 2014.pdf |
Doorlopende nadere regel voor het schooljaar 2013-2014. Elk jaar worden er nadere regels vastgesteld gelet op inhoud en subsidieplafonds.
In het kader van de gemeentelijke herindeling van de gemeente Boarnsterhim en de gemeente Heerenveen, als ook de toevoeging van het gebied van de grenscorrectie met de gemeente Skarsterlân per 1 januari 2014 wordt deze regeling geldend verklaard voor het gehele grondgebied van de gemeente Heerenveen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-08-2013 | 01-08-2014 | gewijzigde regeling | 17-12-2013 Digitaal gemeenteblad Heerenveen, 28-01-2014 Heerenveense Courant (Crackstate Nijs), 31-12-2013 | 13.2001061 |
01-01-2013 | 01-08-2012 | 01-08-2013 | nieuwe regeling | 11-07-2012 Heerenveense Courant (Crackstate Nijs), 27-12-2012 | 12.2001071 |
Nadere regel “Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie /voor- en vroegschoolse educatie schooljaar 2013-2014”
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen,
Gelet op het bepaalde in artikel 156 lid 3 van de gemeentewet, artikel 3 van de Algemene subsidieverordening 2014 gemeente Heerenveen en de notitie Wet OKE gemeente Heerenveen van 14 november 2011,
Vast te stellen de nadere regel “Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie/voor- en vroegschoolse educatie (VVE) schooljaar 2013-2014”
Wanneer een kind onder één van onderstaande doelgroepcriteria valt, wordt hij aangemerkt als VVE doelgroepkind en kan hij in aanmerking komen voor een VVE aanbod van vier dagdelen/10 uur per week op een VVE- peuterspeelzaal of VVE-kinderdagverblijf, alsmede een verlaging van de ouderbijdrage voor het peuterspeelzaalwerk .
-De beide ouders/verzorgers of de ouder/verzorger, die belast is met de dagelijkse verzorging hebben minder dan twee jaar vervolgonderwijs genoten na het basisonderwijs (conform de gewichtenregeling van het primair onderwijs).
-De indicatie voor Stevig Ouderschap door risicoanalyse (JGZ). Om zo goed mogelijk vast te kunnen stellen in welke gezinnen het programma van Stevig Ouderschap kan worden ingezet wordt gewerkt met een korte vragenlijst. Alle ouders die een indicatie hebben gekregen, behoren tot de doelgroep, ongeacht of ze het programma hebben gevolgd of niet.
-Onvoldoende taalaanbod in thuissituatie (omgevingsanalyse door de JGZ). Nagegaan wordt wat ouders thuis voor taal spreken (Nederlands, Fries, Nederlands/Fries of een andere taal) en of de taalomgeving van het kind voldoende stimulerend is.
-Kinderen waarbij een taal/spraak/ontwikkelingsachterstand is vastgesteld door het VTO team (Vroeg Tijdige onderkenning van Ontwikkelingsstoornissen 0-6 jarigen), JGZ of logopedist.
Financiële toegankelijkheid VVE peuterspeelzalen
-Ouders waarvan de kinderen tot de VVE doelgroep behoren, komen in aanmerking voor een verlaging van de ouderbijdrage peuterspeelzalen en betalen maximaal € 228,-- per jaar (kan worden verhoogd, is afhankelijk van de kosten van kinderopvang), wanneer hun kind(eren) 4 dagdelen/10 uur per week op de peuterspeelzaal zit.
-De peuterspeelzaalinstelling krijgt op haar beurt compensatie voor het eventuele verlies aan ouderbijdrage van de gemeente (verschil tussen werkelijke ouderbijdrage en de verlaagde ouderbijdrage).
Bij de verdeling van de jaarlijkse subsidies komen als eerste de aanvragen van rechtspersonen in aanmerking, waarmee de gemeente een langdurige subsidierelatie (3 jaar of langer) op het aangevraagde werkveld heeft. Vervolgens worden de overige jaarlijkse aanvragen behandeld op volgorde van binnenkomst.
Houders van een peuterspeelzaal en kinderdagverblijf hebben de zorgplicht voor een verantwoord peuterspeelzaalwerk en kinderopvang, dat bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving. De instelling is zelf verantwoordelijk voor de eigen kwaliteit van het aanbod.