Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Heerenveen

Nadere regel ''Ontwikkelkansen door kwaliteit en educatie/voor- en vroegschoolse educatie schooljaar 2012-2013''

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Heerenveen
Officiële naam regelingNadere regel ''Ontwikkelkansen door kwaliteit en educatie/voor- en vroegschoolse educatie schooljaar 2012-2013''
CiteertitelNadere regel ''Ontwikkelkansen door kwaliteit en educatie/voor- en vroegschoolse educatie schooljaar 2012-2013''
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Algemene subsidieverordening 2010 gemeente Heerenveen, art. 2, lid 2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201301-08-201201-08-2013nieuwe regeling

11-07-2012

Heerenveense Courant (Crackstate Nijs), 27-12-2012

12.2001071

Tekst van de regeling

Jaarlijkse subsidie

Nadere regel “Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie /voor- en vroegschoolse educatie schooljaar 2012-2013”

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen,

Gelet op het bepaalde in artikel 149 van de gemeentewet, artikel 2, lid 2 van de Algemene subsidieverordening 2010 gemeente Heerenveen en de notitie Wet OKE gemeente Heerenveen van 14 november 2011,

Besluit:

Vast te stellen de nadere regel “Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie/voor- en vroegschoolse educatie (VVE) schooljaar 2012-2013”

1. Thema raad

Heerenveen bevordert meedoen en ondersteunt daarbij.

2. Doel

Voor doelgroepkinderen in de leeftijd van 2 tot en met 4 jaar op VVE -peuterspeelzalen en VVE-kindercentra een veilige, stimulerende omgeving creëren, waarbij medewerkers in staat zijn om een risico op een taalachterstand in het Nederlands te signaleren en dat effectief aan te pakken.

3. Omschrijving activiteiten

  • Door het gebruik van gerichte taalstimulerings- en signaleringsprogramma’s , goedgekeurd door het Ministerie van OCW, een bijdrage leveren aan het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden van doelgroepkinderen (zie ook punt 4).

  • Deze programma’s dienen gericht te zijn op het gebied van taal-, reken, motoriek en sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 2 tot en met 4 jaar;

  • Het samen spelen, ontmoeten, ontwikkelen en stimuleren van kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar bevorderen en daarnaast peuters en ouders bij eventuele ontwikkelingsachterstanden ondersteunen (=ambitieniveau 2);

4. Speerpunten gemeentelijk beleid

  • a.

    Invoeren dekkend aanbod voorschoolse educatie

    VVE aanbieden op die peuterspeelzalen/kinderdagverblijven in wijken waar de meeste doelgroepkinderen zijn, waarbij gelet wordt op een goede spreiding binnen de gemeente

  • b.

    Doelgroepbepaling

    Wanneer een kind onder één van onderstaande doelgroepcriteria valt, wordt hij aangemerkt als VVE doelgroepkind en kan hij in aanmerking komen voor een VVE aanbod van vier dagdelen/10 uur per week op een VVE- peuterspeelzaal of VVE-kinderdagverblijf, alsmede een verlaging van de ouderbijdrage voor het peuterspeelzaalwerk .

    Doelgroepcriteria:

  • De beide ouders/verzorgers of de ouder/verzorger, die belast is met de dagelijkse verzorging hebben minder dan twee jaar vervolgonderwijs genoten na het basisonderwijs (conform de gewichtenregeling van het primair onderwijs).

  • De indicatie voor Stevig Ouderschap door risicoanalyse (JGZ). Om zo goed mogelijk vast te kunnen stellen in welke gezinnen het programma van Stevig Ouderschap kan worden ingezet wordt gewerkt met een korte vragenlijst. Alle ouders die een indicatie hebben gekregen, behoren tot de doelgroep, ongeacht of ze het programma hebben gevolgd of niet.

  • Onvoldoende taalaanbod in thuissituatie (omgevingsanalyse door de JGZ). Nagegaan wordt wat ouders thuis voor taal spreken (Nederlands, Fries, Nederlands/Fries of een andere taal) en of de taalomgeving van het kind voldoende stimulerend is.

  • Kinderen waarbij een taal/spraak/ontwikkelingsachterstand is vastgesteld door het VTO team (Vroeg Tijdige onderkenning van Ontwikkelingsstoornissen 0-6 jarigen), JGZ of logopedist.

  • c.

    VVE locaties

    De VVE peuterspeelzalen en VVE-kinderdagverblijven bevinden zich in de vier speerpuntwijken/dorpen: Heerenveen Midden/Centrum, De Greiden, Jubbega en Oudeschoot.

  • d.

    Toeleiding doelgroepkinderen naar VVE peuterspeelzaal/VVE kinderdagverblijf en zorg in om de voorschoolse voorzieningen

    De JGZ zal op basis van onderstaande 3 selectiecriteria bepalen of een kind tot de VVE doelgroep behoort:

  • a.

    informatie over het opleidingsniveau van de ouders (Gewichtenregeling Onderwijs);

  • b.

    indicatie voor Stevig Ouderschap door risicoregistratie;

  • c.

    informatie verkregen via de omgevingsanalyse van een kind (RIVM). Nagegaan wordt wat ouders thuis voor taal spreken (Nederlands, Fries, Nederlands/Fries of een andere taal) en of de taalomgeving van het kind voldoende stimulerend is.

  • e.

    Financiële toegankelijkheid VVE peuterspeelzalen

  • Ouders waarvan de kinderen tot de VVE doelgroep behoren, komen in aanmerking voor een verlaging van de ouderbijdrage peuterspeelzalen en betalen maximaal € 228,-- per jaar (kan worden verhoogd, is afhankelijk van de kosten van kinderopvang), wanneer hun kind(eren) 4 dagdelen/10 uur per week op de peuterspeelzaal zit.

  • De peuterspeelzaalinstelling krijgt op haar beurt compensatie voor het eventuele verlies aan ouderbijdrage van de gemeente (verschil tussen werkelijke ouderbijdrage en de verlaagde ouderbijdrage).

5. Subsidieplafond

Voor het schooljaar 2012-2013 is voor de uitvoering van het VVE beleid maximaal

€ 159.000,--beschikbaar.

6. Verdeelcriteria

  • De beschikbare middelen uit punt 5 kunnen, op basis van het aantal doelgroepkinderen in de prioritaire wijken, verstrekt worden ten behoeve van de kosten voor:

    - tutoring op de VVE psz

    - materialen

    - peuter/kleuteroverleg

    - compensatieregeling ouderbijdrage

  • Bij de verdeling van de jaarlijkse subsidies komen als eerste de aanvragen van rechtspersonen in aanmerking, waarmee de gemeente een langdurige subsidierelatie (3 jaar of langer) op het aangevraagde werkveld heeft. Vervolgens worden de overige jaarlijkse aanvragen behandeld op volgorde van binnenkomst.

7. Kwaliteitseisen

  • Houders van een peuterspeelzaal en kinderdagverblijf hebben de zorgplicht voor een verantwoord peuterspeelzaalwerk en kinderopvang, dat bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving. De instelling is zelf verantwoordelijk voor de eigen kwaliteit van het aanbod.

  • Accommodaties voldoen aan ARBO en GGD eisen.

  • De leidster-kindratio voor peuterspeelzalen is één professionele leidster op maximaal 8 kinderen;

  • De groepsgrootte is maximaal 16 kinderen per groep;

  • Het aantal dagdelen dat voorschoolse educatie wordt aangeboden is minimaal 4 per week of 10 uur per week (=ambitieniveau 2)

  • Personeel dat voorschoolse educatie (VVE) verzorgt, wordt verplicht om, naast minimaal SPW3 opgeleid te zijn, een aanvullende nascholing te volgen voor het werken met een VVE programma.

8. Inwerkingtreding

Deze nadere regel treedt in werking met ingang van 1 augustus 2012 en eindigt op 1 augustus 2013.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders d.d.

10 juli 2012