Organisatie | Goeree-Overflakkee |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee |
Citeertitel | Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | behorende bij de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee (artikel 4:11) behorende bij de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee (artikel 4:11) behorende bij de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee (artikel 4:11) |
Deze verordening vervangt de Algemene plaatselijke verordening gemeente Dirksland 2010; de Algemene plaatselijke verordening Goedereede 2011, met uitzondering van hoofdstuk 5, afdeling 6A (havens) en hoofdstuk 5, afdeling 6B (duiken), de artikelen 5:31a.1 tot en met 5:31b.3; b. artikel 6:1, voor zover het betreft de strafbaarstelling van de artikelen 5:31a.3 tot en met 5:31a.7, 5:31a.13, 5:31a.17, 5:31a.19 tot en 5:31a.21, 5:31b.1 tot en met 5:31b.3; de Algemene plaatselijke verordening gemeente Middelharnis 2011; en de Algemene plaatselijke verordening 2011 zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Oostflakkee op 16 december 2010.
Artikel 6:5 bevat een overgangsbepaling.
Ten aanzien van openbare inrichtingen als bedoeld in artikel 2:27 van deze verordening, gelegen op het grondgebied van de voormalige gemeente Oostflakkee, treedt artikel 2:29, eerste en tweede lid, in werking op 1 januari 2014.
- Besluit beperking verspreiden en aanbieden van gedrukte of geschreven stukken of afbeeldingen Goeree-Overflakkee, in werking getreden op 6 maart 2013
- Besluit verbod straatartiesten e.d. Goeree-Overflakkee, in werking getreden op 6 maart 2013
- Besluit categorieën voorwerpen op de openbare weg Goeree-Overflakkee, in werking getreden op 6 maart 2013
- Besluit beperking rijden met skateboards e.d. Goeree-Overflakkee, in werking getreden op 6 maart 2013
- Besluit beperkte plaatsen waar het is toegestaan vuur aan te leggen, te voeden of te onderhouden Goeree-Overflakkee, in werking getreden op 6 maart 2013
- Besluit beperking kite-, wind- en golfsurfen e.d. Goeree-Overflakkee, in werking getreden op 6 maart 2013
- Besluit beperking plaatsen waar het is toegestaan zich met een vaartuig te bevinden Goeree-Overflakkee, in werking getreden op 6 maart 2013
- Besluit sluitingstijden openbare inrichtingen Goeree-Overflakkee, in werking getreden op 6 maart 2013
- Aanwijzingsbesluit openlijk drankgebruik Goeree-Overflakkee, in werking getreden op 6 maart 2013
- Aanwijzingsbesluit voorkomen van overlast op markten door fiets of bromfiets Goeree-Overflakkee, in werking getreden op 6 maart 2013
- Besluit hondenuitlaatplaatsen Goeree-Overflakkee, in werking getreden op 6 maart 2013
- Besluit beperking plaatsen bedelarij Goeree-Overflakkee, in werking getreden op 6 maart 2013
- Besluit beperking overlast op het strand Goeree-Overflakkee, in werking getreden op 6 maart 2013
- Besluit beperking dieren op het strand Goeree-Overflakkee, in werking getreden op 6 maart 2013
- Nadere regels mestopslag Goeree-Overflakkee, in werking getreden op 6 maart 2013
- Besluit verbod parkeren voertuigen met als doel deze te verkopen of verhandelen Goeree-Overflakkee, in werking getreden op 6 maart 2013
- Besluit verboden parkeren voertuigen voor recreatiedoeleinden e.d. Goeree-Overflakkee, in werking getreden op 6 maart 2013
- Besluit verboden parkeren grote voertuigen Goeree-Overflakkee, in werking getreden op 6 maart 2013
- Besluit verbod verhuren vaartuig e.d. Goeree-Overflakkee, in werking getreden op 6 maart 2013
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-06-2015 | 03-06-2015 | intrekking | 23-04-2015 | Z-14-33832/4557 | |
25-09-2013 | 02-06-2015 | 2:27, 2:28, 2:29, 2:30a, 2:34a tot en met 2:34f | 30-05-2013 | Z-13-06113/864 | |
09-01-2013 | 25-09-2013 | nieuwe regeling | 02-01-2013 Huis-aan-huiskrant Groot Goeree-Overflakkee, 08-01-2013 | Z-13-00345 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
duinen: het gehele terrein tussen de Noordzee, Grevelingen en Haringvliet enerzijds en het achterliggende polderland anderzijds in zijn geheel vormende de natuurlijke kering tegen het water langs de kust van Goeree-Overflakkee, bestaande uit aaneengesloten zandruggen en tussengelegen duinvalleien met de zich daarin bevindende kunstwerken en met de daarin gelegen en daartoe behorende wegen, dijken, voet- en fietspaden, afritten en toegangstrappen;
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:
Afdeling 1 Bestrijding van ongeregeldheden
Artikel 2:1b Verboden voorwerpen of middelen om te stoken
Het is verboden op 31 december en 1 januari in het openbaar bij zich te hebben of te vervoeren enig materiaal of voorwerp waarmee in de open lucht een vuur is aan te leggen, te stoken of te hebben, tenzij aannemelijk gemaakt kan worden dat dit materiaal of voorwerp hiervoor niet gebezigd of bestemd is.
Artikel 2:3 Kennisgeving betoging op openbare plaatsen
Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging te houden, waaronder begrepen een samenkomst als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet openbare manifestaties, geeft daarvan vóór de openbare aankondiging en ten minste achtenveertig uur voordat de betoging wordt gehouden, schriftelijk kennis aan de burgemeester.
Afdeling 5 Bruikbaarheid en aanzien van de weg
Artikel 2:10a Vergunning voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg
Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg
Het is verboden een uitweg te maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg indien:
degene die voornemens is een uitweg te maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg daarvan niet van tevoren melding heeft gedaan aan burgemeester en wethouders , onder indiening van een situatieschets van de gewenste uitweg en een foto van de bestaande situatie; of
Afdeling 6 Veiligheid op de weg
De rechthebbende op een bedrijf die winkelwagentjes ter beschikking stelt, mede ten behoeve van het vervoer van winkelwaren over de weg, is verplicht ze te voorzien van de naam van het bedrijf of een ander herkenningsteken en de in de omgeving van dat bedrijf door het publiek op een openbare plaats achtergelaten winkelwagentjes terstond te verwijderen of te doen verwijderen.
Het is verboden zich met een winkelwagentje op de weg te bevinden buiten de onmiddellijke omgeving van het bedrijf als bedoeld in het eerste lid of, indien het bedrijf gelegen is in een winkelcentrum, buiten de onmiddellijke omgeving van dat winkelcentrum. Als onmiddellijke omgeving van het bedrijf of winkelcentrum wordt aangemerkt de weg of het weggedeelte, grenzende aan dat bedrijf of dat winkelcomplex en tevens een aan die weg of dat weggedeelte aansluitende parkeerplaats.
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp
Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of dat er op andere wijze voor het wegverkeer hinder of gevaar ontstaat.
Artikel 2:16 Openen straatkolken en dergelijke
Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een straatkolk, rioolput, brandkraan of een andere afsluiting die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken.
Afdeling 6a Verboden slaapverblijf
Artikel 2:23a (Slaap-)verblijf op openbare plaats in voertuigen
Het is verboden tussen zonsondergang en zonsopgang op een openbare plaats, al dan niet in een motorvoertuig, te slapen dan wel op of aan de weg een voertuig, woonwagen, tent, caravan of een soortgelijk ander onderkomen te plaatsen met het kennelijke doel dit als slaapplaats te gebruiken of daarin te slapen dan wel gelegenheid daartoe te bieden.
Afdeling 6b Veiligheid op het strand
Artikel 2:23c Skivliegen en dergelijke
Het is de bestuurder van een motorboot, waaronder begrepen een jetski, dan wel motorvoertuig verboden zijn boot dan wel motorvoertuig te gebruiken voor het voorttrekken van één of meer personen die zich, direct of indirect verbonden met de boot dan wel het motorvoertuig, voortbewegen door de lucht aan een parachute, een vlieger of een soortgelijk voorwerp.
Artikel 2:23d Veiligheid zwemmen en baden
Bij afgaand water en aflandige wind, zomede ter plaatse waar en wanneer dat op de wijze als bedoeld in het eerste lid is kenbaar gemaakt, is het verboden zich met een luchtbed, luchtband of enig ander voorwerp, waarmee men zich drijvende kan houden, vanaf het strand in zee te gaan of zich daarmee in zee te bevinden.
Artikel 2:23e Kite-, wind- en golfsurfen
Het is verboden de surfsport te beoefenen:
op zee of een kite-, wind- of golfsurfplank op het strand te brengen of te hebben, daar waar burgemeester en wethouders dit blijkens een openbaar te maken besluit en door middel van borden of op een andere door hen te bepalen wijze, gevaarlijk achten voor de veiligheid van de strandgasten of de zwemmers.
Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Vaarwegenverordening Zuid-Holland, de Verordening Watergebieden en Pleziervaart Zuid-Holland, een verordening van het Natuur- en recreatieschap De Grevelingen of een verordening van het Natuur- en recreatieschap Haringvliet.
Artikel 2:23f Vaartuigen op zee
Het is verboden zich met een vaartuig te bevinden in die gedeelten van de zee of op die gedeelten van het strand, waar het college dit volgens een openbaar bekend te maken besluit, en door middel van borden of op een andere door hen te bepalen wijze, gevaarlijk achten voor de veiligheid van de strandgasten of zwemmers.
Artikel 2:23g Motorvoertuigen, bespannen en onbespannen wagens en (brom-)fietsen
Het is verboden het strand te berijden met motorvoertuigen, bespannen- en onbespannen wagens en (brom-)fietsen of deze daar achter te laten. Dit verbod geldt niet voor kinderwagens, wandelwagentjes, invalidenwagens en andere soortgelijke voertuigen, welke met de hand worden voortgetrokken of voortgeduwd.
Afdeling 8 Toezicht op openbare inrichtingen
Artikel 2:27 Begripsbepalingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
bezoeker: een ieder, die zich in een openbare inrichtting bevindt, met uitzondering van:
- de exploitant(en) en de levenspartner en kinderen van de exploitant(en) van het horecabedrijf;
- de personen die voorkomen in liet register als bedoeld in artikel 438 van het wetboek van strafrecht;
- de personen wier tegenwoordigheid in de openbare inrichting wegens dringende omstandigheden vereist wordt;
- werknemers in loondienst bij de openbare inrichting;
een schoonmaakbedrijf of onderhoudsbedrijf, in verband met (schoonmaak)werkzaamheden.
- de natuurlijke persoon die al dan niet samen met de exploitant onmiddellijk leiding geeft aan de exploitatie van de openbare inrichting.
Artikel 2:28 Exploitatievergunning openbare inrichting
In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester de vergunning slechts geheel of gedeeltelijk weigeren indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- of leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.
Bij de toepassing van de in het derde lid genoemde weigeringgrond houdt de burgemeester rekening met het karakter van de straat en de wijk, waarin het horecabedrijf is gelegen of zal zijn gelegen, de aard van het horecabedrijf en de spanning, waaraan het woonmilieu ter plaatse reeds blootstaat of bloot zal komen te staan door de exploitatie.
Afdeling 8A Bijzondere bepalingen over horecabedrijven als bedoeld in de Drank- en Horecawet
Artikel 2:34b Regulering paracommerciële rechtspersonen
En paracommercieel rechtspersoon dat zich voornamelijk richt op het organiseren van activiteiten van sportieve aard kan, onverminderd artikel 2:29, alcoholhoudende drank uitsluitend verstrekken vanaf 2 uur voor de aanvang en tot uiterlijk 2 uur na afloop van een activiteit die wordt uitgeoefend in verband met de statutaire doelen van de rechtspersoon;
Een paracommercieel rechtspersoon verstrekt geen alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen welke niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn, als dit zou leiden tot oneerlijke mededinging.
Afdeling 9 Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf
In deze afdeling wordt verstaan onder inrichting: elke al dan niet besloten ruimte waarin, in de uitoefening van beroep of bedrijf, aan personen de mogelijkheid van nachtverblijf of gelegenheid tot kamperen wordt verschaft.
Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie
Degene die een inrichting opricht, overneemt, verplaatst of de exploitatie of feitelijkeleiding van een inrichting staakt, is verplicht binnen drie dagen daarna daarvan schriftelijk kennis te geven aan de burgemeester.
Artikel 2:38 Verschaffen gegevens nachtregister
Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt of de kampeerder is verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van die inrichting volledig en naar waarheid naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, betrekking, dag van aankomst en de dag van vertrek te verstrekken.
Afdeling 10 Toezicht op speelgelegenheden
Artikel 2:39 Speelgelegenheden
In dit artikel wordt onder speelgelegenheid verstaan: een voor het publiek toegankelijke gelegenheid waar bedrijfsmatig of in een omvang alsof deze bedrijfsmatig is de mogelijkheid wordt geboden enig spel te beoefenen, waarbij geld of in geld inwisselbare voorwerpen kunnen worden gewonnen of verloren.
Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelgelegenheid te exploiteren of te doen exploiteren. Het verbod is niet van toepassing op:
speelgelegenheden waar de mogelijkheid wordt geboden om het kleine kansspel als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen te beoefenen, of te spelen op speelautomaten als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen, of de handeling als in artikel 1, eerste lid, onder a, van de Wet op de kansspelen te verrichten.
Afdeling 11 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen
Dit verbod is niet van toepassing indien de bedoelde werktuigen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.
Artikel 2:48 Verboden drankgebruik
Het is verboden op een openbare plaats alcoholhoudende drank te nuttigen of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben, indien dit gepaard gaat met gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- of leefklimaat aantasten of anderszins overlast veroorzaken.
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel en op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijke ruimte, dan wel deze te verontreinigen of te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor deze ruimte is bestemd. Onder deze ruimten worden in elk geval begrepen: portalen, telefooncellen, wachtlokalen voor het openbaar vervoer, parkeergarages en rijwielstallingen.
Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen en dergelijke
Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw of in de ingang van een portiek indien:
Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt of kermisterrein en dergelijke
Het is verboden op uren en plaatsen die door burgemeester en wethouders of de burgemeester zijn aangewezen, zich met een fiets of bromfiets te bevinden op een door het college of de burgemeester aangewezen terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid wordt gehouden die publiek trekt, mits dit verbod kenbaar is aan de bezoekers van het terrein.
Artikel 2:58 Verontreiniging door honden
Het is de eigenaar of houder van een hond of hij die een hond onder zich heeft verboden zich binnen de bebouwde kom met de hond op de weg, op een voor het publiek toegankelijke plaats of op een andere door burgemeester en wethouders aangewezen plaats te begeven zonder een deugdelijk hulpmiddel voor het opruimen van de uitwerpselen van de hond bij zich te hebben.
Artikel 2:61a Geleiden van paarden
Het is de eigenaar of houder van één of meer paarden verboden dit paard of deze paarden op de weg te laten berijden of met de hand te laten geleiden door een persoon die niet de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt.
De rechthebbende op herkauwende en eenhoevige dieren, varkens of andersoortig vee die zich bevinden in een weiland of op een terrein dat niet van de weg is afgescheiden door een deugdelijke veekering, is verplicht ervoor te zorgen dat zodanige maatregelen getroffen worden dat deze dieren die weg niet kunnen bereiken
Afdeling 11a Maatregelen tegen overlast op het strand
Artikel 2:65a Overnachten op het strand
Het is verboden tussen zonsondergang en zonsopgang op het strand, in de duinen of de onmiddellijk daaraan grenzende wegen of andere voor publiek toegankelijke plaatsen slapende te overnachten.
Afdeling 12 Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen
In deze afdeling wordt verstaan onder handelaar: een handelaar als bedoeld in artikel 1 van de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
In deze afdeling wordt verstaan onder consumentenvuurwerk: consumentenvuurwerk,waarop het Vuurwerkbesluit van toepassing is.
Artikel 2:74 Drugshandel op straat
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden zich op een openbare plaats op te houden met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling, af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
Artikel 2:74c Weggooien van spuiten en dergelijke
Het is verboden om injectiespuiten of onderdelen daarvan zoals naalden, reservoirs, zuigers en dergelijke of daarop gelijkende voorwerpen, op of aan de openbare weg dan wel in afvalbakken achter te laten met het kennelijke doel om afstand van het voorwerp te doen.
Afdeling 15 Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden, cameratoezicht op openbare plaatsen
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding
De burgemeester is bevoegd overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet te besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats indien deze personen het bepaalde in de artikelen 2:1, 2:1a, 2:1b, 2:10, 2:11, 2:16, 2:23b, 2:47, 2:48, 2:49, 2:50, 2:65b, 2:73 en 5:34 van deze verordening groepsgewijs niet naleven.
Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden
De burgemeester is bevoegd overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aan te wijzen als veiligheidsrisicogebied.
Artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare plaatsen
De burgemeester is bevoegd overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet te besluiten tot plaatsing van vaste camera’s voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats.
Artikel 2:77a Gebiedsontzegging
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan degene die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht een verbod opleggen om zich gedurende drie aaneengesloten dagen te bevinden op in dat verbod aangewezen plaatsen, waar of in de nabijheid waarvan de gedragingen hebben plaatsgehad.
Met het oog op de in het eerste lid genoemde belangen kan de burgemeester aan degene aan wie eerder een verbod als bedoeld in het eerste lid is opgelegd en ten aanzien van wie wordt geconstateerd dat hij opnieuw strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht, een verbod opleggen om zich gedurende een in dat verbod genoemd tijdvak van ten hoogste acht weken te bevinden op in dat verbod aangewezen plaatsen, waar of in de nabijheid waarvan de gedragingen hebben plaatsgehad.
Hoofdstuk 3 Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie en dergelijke
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
Afdeling 2 Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, zijn de exploitant en de beheerder niet:
binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, inclusief de drie gemeenten Bonaire, Saba en Sint-Eustatius en de voormalige Nederlandse Antillen, Aruba, Curaçao en Sint Maarten, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;
binnen de laatste vijf jaar bij ten minste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht , wegens dan wel mede wegens overtreding van:
De exploitant of de beheerder zijn binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor ten minste een maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem ter zake geen verwijt treft.
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
De exploitant en de beheerder zien er voortdurend op toe dat in de seksinrichting:
geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten genoemd in de titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XVIII (misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie; en
De burgemeester kan met het oog op de openbare orde en de belangen genoemd in artikel 3:13, tweede lid, personen aan wie ten minste eenmaal een bevel is gegeven als bedoeld in het derde lid, verbieden zich gedurende bepaalde termijn, anders dan in een openbaar middel van vervoer, te bevinden op of aan de wegen of gebieden en op de tijden bedoeld in het eerste lid onder b.
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin een sekswinkel te exploiteren in door burgemeester en wethouders in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving aangewezen gebieden of delen van de gemeente.
Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Het verbod bedoeld in het eerste lid is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.
Afdeling 3 Beslistermijn, weigeringsgronden
Artikel 3:13 Weigeringsgronden
Voor seksinrichtingen en in Nederland gevestigde escortbedrijven kan, onverminderd het bepaalde in artikel 1:8, de vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, worden geweigerd dan wel de aanwijzing of vaststelling bedoeld in artikel 3:9, eerste lid, achterwege gelaten, in het belang van:
Afdeling 4 Beëindiging exploitatie, wijziging beheer
Het beheer kan worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien het bevoegd bestuursorgaan op aanvraag van de exploitant besluit de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 3:13, eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente
Afdeling 1 Geluidhinder en verlichting
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten
De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 4.113, eerste lid, van het Besluit gelden niet voor door burgemeester en wethouders per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten
Het is een inrichting toegestaan maximaal zes incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:5 van deze verordening niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit burgemeester en wethouders daarvan in kennis heeft gesteld.
Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal zes incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 4.113, eerste lid, van het Besluit niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste tien werkdagen voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Artikel 4:6a Geluidhinder in de open lucht
Burgemeester en wethouders kunnen terreinen of wateren aanwijzen, waar het verbod, vervat in het eerste lid, niet van toepassing is op het in werking hebben van bepaalde in de aanwijzing aangewezen categorieën van geluidsapparaten, (recreatie)toestellen of (bouw)machines, voor zover wordt voldaan aan de door het college vast te stellen voorschriften ter voorkoming of beperking van (geluid)hinder.
Artikel 4:6b Geluid hinder door dieren
Degene die buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer de zorg heeft voor een dier, moet voorkomen dat dit voor een omwonende of overigens voor de omgeving (geluid)hinder veroorzaakt.
Artikel 4:6c Geluidhinder door bromfietsen en dergelijke
Het is verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer zich met een motorvoertuig of een bromfiets zodanig te gedragen, dat daardoor voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluid hinder ontstaat.
Artikel 4:6d Geluid hinder door vrachtauto’s
Het is verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een vrachtauto als bedoeld in artikel 1, onder a, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens op zodanige wijze te laden of te lossen dat daardoor voor een omwonende of overigens voor de omgeving (geluid)hinder wordt veroorzaakt.
Het is verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer met een vrachtauto, als bedoeld in artikel 4:6d, waarvan het ledig gewicht vermeerderd met het laadvermogen meer bedraagt dan 3.500 kg of die met inbegrip van de lading een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2 meter, tussen 23.00 en 07.00 uur op een andere dan door het college bij openbaar bekend te maken besluit aangewezen weg te rijden.
Afdeling 2 Bodem-, weg- en milieuverontreiniging
Het is verboden op een door burgemeester en wethouders ten behoeve van de werkzaamheden van de gemeentelijke reinigingsdienst aangewezen weggedeelte, een voertuig te parkeren of enig ander voorwerp te laten staan gedurende een daarbij aangeduide tijdsperiode.
Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen
Het is verboden binnen de bebouwde kom op een openbare plaats zijn natuurlijke behoefte te doen buiten daarvoor bestemde plaatsen.
Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen
Sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen mogen zich niet bevinden in een toestand die gevaar oplevert voor de veiligheid, nadeel voor de gezondheid of hinder voor de gebruikers van de gebouwen of voor anderen.
Afdeling 4 Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast
Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen en dergelijke
Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:
Afdeling 5 Kamperen buiten kampeerterreinen
In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan: een onderkomen of voertuig waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente
Artikel 5:4 Defecte voertuigen
Het is verboden een voertuig waarmee als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan op drie achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren.
Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen
Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hun anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.
Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets
Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen
Onder een inzameling van geld of goederen wordt mede verstaan: het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, dan wel bij het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende
Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van burgemeester en wethouders standplaats wordt of is ingenomen
Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet, de Telecommunicatiewet, de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening, de Waterverordening Zuid-Holland of de Vaarwegenverordening Zuid-Holland.
Artikel 5:25 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen
Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer, het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet, de Waterverordening Zuid-Holland, de Vaarwegenverordening Zuid-Holland of de Verordening Bescherming Landschap en Natuur Zuid-Holland
Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats
Het is verboden een ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen in strijd met het krachtens artikel 5:26, tweede lid bepaalde
Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken
Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van openbare wateren, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen die bij de gemeente in beheer zijn.
Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht voorwerp te gebruiken voor een ander doel dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken.
Artikel 5:31b Verhuur van waterfietsen, roeiboten en dergelijke
Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders op daartoe door hen bij openbare kennisgeving aangewezen vaarwateren bedrijfsmatig waterfietsen, roeiboten of soortgelijke vaartuigen te verhuren of op andere wijze beschikbaar te stellen.
Artikel 5:31d Sportactiviteiten op het strand
Onder sportactiviteiten op het strand worden verstaan: balsporten, daaronder begrepen voetbal en volleybal, of daaraan gerelateerde sporten, zeskamp, vliegersport en overige sporten waaronder ook ondermeer golf-, kitesurfen, buggykiten of vliegeren met een meerlijnsvlieger, die op het strand of het gedeelte van de Noordzee dat direct langs het strand en tussen de kilometerpalen 6.00 en 23.00 ligt en over de gehele lengte een breedte heeft van 100 meter, gemeten vanaf de laagwaterlijn plegen te worden beoefend.
Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders in de uitoefening van een beroep of bedrijf sportactiviteiten op het strand of het gedeelte van de Noordzee dat direct langs het strand en tussen de kilometerpalen 6.00 en 23.00 ligt en over de gehele lengte een breedte heeft van 100 meter, gemeten vanaf de laagwaterlijn te organiseren.
Afdeling 7 Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden
Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig of een bromfiets een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.
Afdeling 9 Verstrooiing van as
In deze afdeling wordt verstaan onder incidentele asverstrooiing: het verstrooien van as als bedoeld in de Wet op de lijkbezorging op een door de overledene of nabestaande(n) gewenste plek buiten een permanent daartoe bestemd terrein.
Hoofdstuk 6 Straf- en slotbepalingen
Overtreding van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde en de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak:de artikelen: 2:1, 2:1a, 2:1b, 2:1c, 2:18, 2:21, 2:28, 2:29, 2:30, 2:32, 2,33, 2:39, 2:40, 2:41, 2:44, 2:72, 2:73, 2:74, 2:74a, 2:74b, 2:74c, 2:77a, 3:4, 3:6, 3:7, 3:8, 3:9, 3:10, 3:11, 3:14, 3:15, 4:3, 4:5, 4:6, 4:6a, 4:6b, 4:6c, 4:6d, 4:6e, 4:13 en 4:18.
Overtreding van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde en de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie:de artikelen: 2:6, 2:9, 2:10a, 2:10c, 2:12, 2:14, 2:14a, 2:16, 2:17, 2:23, 2:23a, 2:23b, 2:23c, 2:23d, 2:23e, 2:23f, 2:23g, 2:25, 2:26, 2:31, 2:36, 2:38, 2:42, 2:43, 2:45, 2:46, 2:47, 2:48, 2:49, 2:50, 2:51, 2:52, 2:53, 2:57, 2:58, 2:59, 2:60, 2:61a, 2:61b, 2:61c, 2:62, 2:63, 2:64, 2:64a, 2:64b, 2:64c, 2:65, 2:67, 2:68, 2a.1, 4:7, 4:8, 4:9, 4:13, 4:15, 4:16, 5:2, 5:3, 5:4, 5:5, 5:6, 5:7, 5:8, 5:9, 5:11, 5:12, 5:13, 5:15, 5:16, 5:18, 5:19, 5:23, 5:32, 5:33, 5:34, 5:36, 5:37 en 5:38.
Artikel 6:3 Binnentreden woning
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften die strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Besluiten genomen krachtens de in artikel 6:4 genoemde verordeningen, die gelden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad
van de gemeente Goeree-Overflakkee op 2 januari 2013.
de griffier, de voorzitter,
J.Mimpen C.A. Kleijwegt
Bijlage 1 Bomenlijst Dirksland, Herkingen, Melissant
behorende bij de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee (artikel 4:11)
Bijlage 2 Bomenlijst Goedereede, Ouddorp, Stellendam
behorende bij de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee (artikel 4:11)