Subsidieverordening oud-papier inzameling 2005

Deze verordening beoogt bijzondere regels te geven inzake de verdeling van de beschikbare gelden ten behoeve van het instandhouden en stimuleren van de gescheiden inzameling van oud-papier en oud-karton.

Artikel 2. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

• a)

  "vergunninghouder(s)"; de houder(s) van een vergunning als bedoeld in artikel 11 van de Afvalstoffenverordening, bestemd voor de inzameling van oud-papier en oud-karton;

• b)

  "niet-commerciële inzamelaar(s)": vergunninghouder(s), die de opbrengst van het ingezamelde oud-papier en oud-karton rechtstreeks ten goede laten komen aan scholen, kerken, sportverenigingen en verenigingen en instellingen met een sociaal en/of cultureel doel;

• c)

  "particuliere inzamelaar<s)': inzamelaar(s) van oud-papier en oud-karton, die naar het oordeel van burgemeester en wethouders een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan het systeem van gescheiden inzameling, naast inzameling door niet-commerciële inzamelaars, waarbij geen sprake mag zijn van een bedrijfsmatige activiteit, maar slechts van een neven activiteit en waarbij een functionele samenhang bestaat tussen de inzamelaar, de plaats en wijze van inzameling en de groep waarbij wordt ingezameld;

• d)

  "opbrengst": de totale opbrengst, waarvan de gemaakte inzamelingskosten nog niet zijn afgetrokken, van het ingezamelde oud-papier en oud-karton, waaronder de opbrengst die verkregen wordt bij de papierhandel en eventuele subsidies, vergoedingen en bijdragen van andere instanties en instellingen dan de gemeente Papendrecht;

• 1.

  Door burgemeester en wethouders wordt, met inachtneming van het in deze verordening bepaalde, een milieupremie verstrekt.

• 2.

  De milieupremie wordt uitsluitend verstrekt voor papier afkomstig uit particuliere huishoudens. Papier afkomstig van bedrijven wordt niet in de berekening van de ingezamelde hoeveelheid en de milieupremie meegenomen.

• 3.

  Voor een milieupremie komen uitsluitend in aanmerking niet-commerciële inzamelaars en particuliere inzame1aars~ die vergunninghouder zijn, als bedoeld in artikel 2, onder a, van deze verordening, dan wel voor een dergelijke vergunning in aanmerking komen.

• 4.

  Voor een milieupremie komen uitsluitend in aanmerking niet-commerciële inzamelaars, die de opbrengst van het ingezameld. Oud-papier en oud-karton voor tenminste 60% ten goede laten komen aan scholen, kerken, sportverenigingen en instellingen met een sociaal en/of cultureel doel, die tenminste één jaar in de gemeente Papendrecht zijn gevestigd en aldaar hun werkterrein hebben, alsmede particuliere inzamelaars, als bedoeld in artikel 2, onder c, die daarvoor een vergunning hebben van burgemeester en wethouders.

Burgemeester en wethouders kunnen aan een dergelijke vergunning voorschriften verbinden, betrekking hebbend op het tijdstip en de wijze van inzameling, het inzamelgebied en de wijze van opslag van het oud-papier en oud-karton, de openbare orde en de brandveiligheid.

• 1.

  Voor het verkrijgen van een milieupremie moet een aanvraag worden ingediend bij burgemeester en wethouders.

• 2.

  Bij de aanvraag moeten worden overgelegd:

  • a.

    een afschrift van een vergunning als bedoeld in artikel 11 van de Afvalstoffenverordening

  • b.

    weegbriefjes, ondertekend zowel door of namens de papierhandelaar waar het ingezamelde oud-papier en oud-karton is ingeleverd, als door of namens de degene, die op voet van deze verordening in aanmerking kan komen voor een milieupremie waarop tenminste is vermeld:

    • -

      de datum waarop het papier is ingeleverd;

    • -

      de naam van de papierhandelaar;

    • -

      de naam van de vergunninghouder;

    • -

      de hoeveelheid ingeleverde oud-papier en oud-karton;

    • -

      het ontvangen bedrag per kilo;

    • -

      het ontvangen bedrag voor de totale hoeveelheid ingeleverde oud-papier en oud-karton;

  • c.

    een opgave van eventuele subsidies, vergoedingen en bijdragen van andere instanties dan de gemeente Papendrecht;

  • d.

    het bank-of gironummer waarop de uit te betalen milieupremie kan worden overgemaakt.

• 3.

  Om voor een milieupremie in aanmerking te komen moet ten minste één maal per kwartaal, in de eerste twee weken na afloop van het desbetreffende kwartaal, een aanvraag worden ingediend.

• 4.

  Door of namens burgemeester en wethouders kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de inhoud, de inrichting, de vorm, het tijdstip en de wijze van indiening van de aanvraag.

Indien de aanvraag niet voldoet aan de in artikel 4 gestelde eisen of nadere regels, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld de aanvraag binnen twee weken, nadat dit hem is meegedeeld, aan te vullen of te verbeteren.

• 1.

  Burgemeester en wethouders beslissen omtrent de aanvraag binnen acht weken na afloop van het kwartaal waarop de aanvraag betrekking heeft.

• 2.

  Burgemeester en wethouders kunnen de termijn van acht weken, als bedoeld in het eerste lid, met ten hoogste acht weken verlengen. Van hun daartoe strekkend besluit doen zij voor het verstrijken van de in dat lid genoemde termijn mededeling aan de aanvrager.

• 1.

  De hoogte van de aan aanvragers c.g. vergunninghouders te verstrekken milieupremie wordt door burgemeester en wethouders vastgesteld en is afhankelijk van de door vergunninghouders gezamenlijk ingezamelde hoeveelheid oud-papier en oud-karton op basis van de volgende formule:

  • a.

    bij een inzameling tot 50% (1.000.000 kg) bedraagt de milieupremie 0,03 cent per kg;

  • b.

    bij een inzameling van 50% tot 60% (van 1.000.000 kg tot 1.200.000 kg) bedraagt de milieupremie 0,032 cent per kg;

  • c.

    bij een inzameling van 60% tot 70% (van 1.200.000 kg tot 1.400.500 kg) bedraagt de milieupremie 0,036 cent per kg;

  • d.

    bij een inzameling van 70% tot 80% (van 1.400.500 kg tot 1.600.000 kg) bedraagt de milieupremie 0,041 cent per kg;

  • e.

    bij een inzameling van 80% tot 90% (van 1.600.000 kg tot 1.800.000 kg) bedraagt de milieupremie 0,045 cent per kg;

  • f.

    bij een inzameling van 100% (2.000.000 kg) bedraagt de milieupremie 0,05 cent per kg.

  • g.

    De inzamelkosten (containerkosten) worden van de milieupremie in mindering gebracht.

• 2.

  Indien de gemiddelde opbrengst per kalenderjaar meer dan de milieupremie zoals bedoeld in artikel 7.1. bedraagt zal de meeropbrengst t.o.v. de milieupremie volledig ten goede komen voor de aanvrager c,q vergunninghouder. De inzamelkosten (containerkosten) worden hierop in mindering gebracht.

• 3.

  Voor de berekening van de totale hoeveelheid ingezamelde oud-papier en oud-karton is behoudens het bepaalde in artikel 3, lid 2 maatgevend de totale hoeveelheid die blijkt uit de op het kalenderjaarbetrekking hebbende ingeleverde weegbriefjes, behorende bij door burgemeester en wethouders ontvankelijk verklaarde aanvragen.

• 4.

  Na afloop van ieder kwartaal verstrekken burgemeester en wethouders de gevraagde milieupremie naar rato van de uit de overgelegde weegbriefjes blijkende hoeveelheid oud-papier en oud-karton, op basis van een schatting van de onder lid 1 bedoelde na afloop van het jaar te berekenen hoogte van de milieupremie. Na afloop van het vierde kwartaal vindt zonodig een herberekening plaats op basis van de definitieve gegevens over het kalenderjaar.

• 1.

  De aanspraak op een milieupremie vervalt:

• a.

  indien de ter verkrijging daarvan verstrekte gegevens onjuist of anders blijken te zijn en op de aanvraag anders zou zijn beslist, indien bij de behandeling daarvan de juiste gegevens bekend waren geweest;

• b.

  indien langer dan dertien weken geen oud-papier en oud-karton is ingezameld;

• c.

  indien gehandeld wordt zonder of in strijd met de aan vergunninghouder verstrekte vergunning voor de inzameling van oud-papier en oud-karton.

• 2.

  Burgemeester en wethouders kunnen uitbetaalde betalingen geheel of gedeeltelijk terugvorderen, indien uitbetaling heeft plaatsgevonden op grond van gegevens waarvan gebleken is dat zij zodanig onjuist of onvolledig waren, dat waren zij juist en volledig geweest, de uitbetaling niet zou hebben plaatsgevonden.

• 1.

  Burgemeester en wethouders kunnen verlangen dat de afzet van het ingezamelde oud-papier en oud-karton via door hen aangewezen handelaren verloopt, indien dit in het belang is van een betere uitvoering van deze verordening of meer garanties biedt voor een stabielere of hogere opbrengst.

• 2.

  Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regels te stellen in het belang van een goede uitvoering van de in deze verordening geregelde onderwerpen.

• 3.

  In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet of onduidelijk is, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 10. Inwerkingtreding

• 1.

  Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.

• 2.

  Op dat moment vervalt de Subsidieverordening oud-papier inzameling Papendrecht" vastgesteld op 8 september 2003.

Artikel 11. Citeerbepaling

Deze verordening kan worden aangehaald als "Subsidieverordening oud-papier inzameling 2005".