Organisatie | Reusel-De Mierden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2013 |
Citeertitel | Verordening rioolheffing 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën en economie |
De Verordening rioolheffing 2012 wordt per gelijke datum ingetrokken.
Gemeentewet, art. 228a
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 18-12-2012 D'n Uitkijk, 21-12-2012 | R 12-064c |
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 4 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
Ingeval de verbruiksperiode, als onder sub 2 bedoeld, niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald.
Hierbij wordt de verbruikte hoeveelheid water kubieke meters in de in de vorige volzin bedoelde verbruiksperiode gedeeld door het aantal dagen waarover de verbruiksperiode betrekking heeft. Het hierbij verkregen gemiddeld dagverbruik in liters wordt afgerond op hele liters waarbij 0,5 liter of meer naar boven wordt afgerond. Vervolgens wordt dit afgeronde dagverbruik in liters vermenigvuldigd met 365 dagen. Deze uitkomst in liters wordt omgerekend naar kubieke meters waarbij 0,5 kubieke meters of meer naar boven wordt afgerond op hele kubieke meters.
De belasting als bedoeld in artikel 3, eerste lid bedraagt bij een waterverbruik van:
2 101 m³ doch minder dan 201 m³ € 81,12
3 201 m³ doch minder dan 301 m³ € 129,16;
4 301 m³ doch minder dan 401 m³ € 177,54;
5 401 m³ doch minder dan 501 m³ € 226,68;
6 501 m³ doch minder dan 751 m³ € 308,25;
7 751 m³ doch minder dan 1001 m³ € 433,09;
8 De m³ waterverbruik boven de 1000 m³ waterverbruik worden in het 1e, 2ebelastingtijdvak afgerekend tegen een bedrag van € 0,44 per m³ waterverbruik, in het 3e belastingtijdvak tegen een bedrag van € 0,45 per m³ waterverbruik.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel volle kalendermaanden van het voor dat tijdvak verschuldigde recht als er in dat tijdvak, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
1 Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2013.
2 De Verordening rioolrecht 2012, vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 2011, nummer 11-088c, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2013. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.
4 Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Rioolheffing 2013”.