Overheidsorganisatie | Gemeente Krimpen aan den IJssel |
---|---|
Officiële naam regeling | Vakantieverlof |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | personeel en organisatie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 03-06-2016 | Onbekend | 18-12-2012 Onbekend | Onbekend |
Lid 1
De duur van het vakantieverlof van de ambtenaar met een volledige betrekking bedraagt 158,4 uur per kalenderjaar.
Lid 2
Aan de ambtenaar, die op 1 mei 1983 belast is met de leiding van een afdeling of een tak van dienst, wordt gedurende de tijd dat hij als zodanig werkzaam is, 21,6 uur extra verlof toegekend.
Lid 3
Indien het in het 1e lid bedoelde verlof met 7,2 of meer uren wordt verhoogd, wordt het in het 2e lid bedoelde verlof met hetzelfde aantal uren verminderd (met uitzondering van leeftijdsdagen).
Het in artikel 1, lid 1, genoemde vakantieverlof wordt vermeerderd:
voor de ambtenaar die op 1 januari jonger is dan 19 jaar met 21,6 uur;
voor de ambtenaar die op 1 januari 19 jaar is, doch jonger dan 20 jaar met 14,4 uur;
voor de ambtenaar die op 1 januari 20 jaar is, doch jonger dan 21 jaar met 7,2 uur.
a. Voor personeel, dat in dienst is getreden vóór 1 oktober 1999 geldt, dat de volgens artikel 1 vastgestelde duur van het vakantieverlof over het kalenderjaar waarin de leeftijd van 30 jaar wordt bereikt, wordt vermeerderd met 7,2 uur, vervolgens bij het bereiken van de leeftijd van 40 jaar wederom met 7,2 uur en verder bij elke 5 jaar ouder opnieuw met 7,2 uur, totdat bij het bereiken van de leeftijd van 60 jaar het aantal extra uren 43,2 bedraagt. Het vakantieverlof wordt afgerond op halve uren en zal maximaal 223,2 uren bedragen.
b. Voor personeel dat in dienst is getreden op of na 1 oktober 1999 geldt, dat de volgens artikel 1 vastgestelde duur van het vakantieverlof over het kalenderjaar waarin de leeftijd van 30 jaar wordt bereikt, wordt vermeerderd met 7,2 uur, vervolgens bij het bereiken van de leeftijd van 40 jaar wederom met 7,2 uur en verder bij elke 5 jaar opnieuw met 7,2 uur, totdat bij het bereiken van de leeftijd van 50 jaar het aantal uren extra 28,8 uren bedraagt. Het vakantieverlof wordt afgerond op halve uren en zal maximaal 187,2 uren bedragen.
c. De ambtenaar heeft de mogelijkheid om met ingang van 1 januari 1998 maximaal 21,6 leeftijdsverlofuren uit te laten betalen (voor deeltijders naar rato). Dit onder voorwaarde dat daartegen naar het oordeel van het college geen zwaarwegende financieel-organisatorische bezwaren bestaat.