Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Aalsmeer

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van ontheffingen voor het parkeren

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAalsmeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van ontheffingen voor het parkeren
CiteertitelParkeerverordening Aalsmeer 2001
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren van 19 maart 1992.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994
  3. artikel 87 van de Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2001nieuwe regeling

21-12-2000

De Nieuwe Meerbode

00-7557/LE

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van ontheffingen voor het parkeren

De raad van de gemeente Aalsmeer; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 december 2000, nr. 144;

overwegende dat duidelijk de regels voor het afgeven van parkeerontheffingen moeten worden vastgesteld;

gelet op artikel 6 van de Wegenverkeerswet (1994);  artikel 149 Gemeentewet en artikel 87 van het R.V.V. (1990);

besluit:

de Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van ontheffingen voor het parkeren vast te stellen.

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschriivingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    RW 1990: het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens van 26 juli 1990, Staatsblad 459;

  • 2.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RW 1990;

  • 3.

    personenauto: een motorvoertuig dat, met inbegrip van de lading, een maximale lengte heeft van zes meter of een maximale breedte van 2,20 meter;

  • 4.

    parkeren: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 225 Gemeentewet;

  • 5.

    parkeerplaats: een voor parkeren bestemd en als zodanig aangeduid gedeelte van de openbare weg of van een openbaar terrein;

  • 6.

    houder: degene die naar omstandigheden als houder van het voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat:

    • a.

      voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet (Staatsblad 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam de voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

    • b

      de gebruiker van een motorvoertuig wordt aangemerkt als de houder indien hij ten tijde van het indienen van de aanvraag een rechtsgeldige overeenkomst kan overleggen waaruit blijkt dat hij als gebruiker van het motorvoertuig moet worden aangemerkt.

Artikel 2 Aanwijzen van zones

Burgemeester en wethouders kunnen bij openbaar te maken besluit de gebieden aanwijzen waarop deze verordening van toepassing is.

Paragraaf 2 Parkeerontheffingen in parkeerschijfzones

Artikel 3 Parkeerontheffingen Oude Dorp

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkende aanvraag een ontheffing verlenen van de toegestane parkeerduur voor het parkeren in de parkeerschijfzone Oude Dorp, verder te noemen zone Oude Dorp die is aangewezen krachtens artikel 2.

  • 2.

    Een ontheffing kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig wanneer deze:

    • a.

      blijkens het bevolkingsregister zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft in een zone en ouder is dan 17 jaar, te noemen 'bewonersontheffing'',

    • b.

      blijkens de gegevens van de Kamer van Koophandel eigenaar is van een beroep of bedrijf dat een vestiging heeft in een zone, te noemen' bedrijfsontheffing'',

    • c.

      blijkens een werkgeversverklaring werkzaam is bij een beroep of bedrijf als bedoeld bij lid b, verder te noemen 'werknemersontheffing'', met dien verstande dat voor een bedrijf met 1 tot 10 werknemers 1 ontheffing wordt verleend; voor bedrijven met 10 of meer werknemers worden maximaal 2 ontheffingen verleend;

    • d.

      blijkens een verklaring van een huisarts kan aantonen dat hij gedurende een of meerdere dagdelen in de week de zorg van een bewoner in een zone op zich neemt en dat deze zorg als noodzakelijk moet worden aangemerkt, te noemen 'zorgontheffing'.

    • e.

      professionele zorgverleners die voor de uitoefening van hun functie een voertuig in de gemeente nodig hebben, komen in aanmerking voor een ontheffing, te noemen 'functioned ontheffing'',

  • 3.

    Een bewonersontheffing wordt niet verleend indien eigenaar of houder van een personenauto woont in een gebouw of gebouwencomplex waartoe parkeergelegenheid behoort die strookt met de ter plaatse geldende richtlijnen van de gemeente.

  • 4.

    Een bedrijfsontheffing of werknemersontheffing wordt niet verleend indien het bedrijf beschikt over het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein of indien het bedrijf wordt uitgeoefend in een gebouw of gebouwencomplex waartoe parkeergelegenheid behoort die strookt met de ter plaatse geldende richtlijnen van de gemeente.

  • 5.

    Per natuurlijk persoon wordt maximaal een ontheffing verleend.

    • a)

      De eigenaar of houder van een voertuig die zowel voor een bewoners- als een bedrijfsontheffing in aanmerking komt, wordt geacht uitsluitend voor een bewonersontheffing in aanmerking te komen.

    • b)

      Een zorgontheffing wordt niet verstrekt indien de eigenaar of houder van de personenauto reeds over een bewoners- en/of bedrijfsontheffing voor het betrokken gebied beschikt.

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het gestelde in dit artikel.

Artikel 4. Parkeerontheffingen overige schijfzones

Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkende aanvraag een ontheffing verlenen van de toegestane parkeerduur voor het parkeren in overige parkeerschijfzones in de gemeente Aalsmeer, verder te noemen overige zone die zijn aangewezen krachtens artikel 2.

  • 1.

    Een ontheffing kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig wanneer deze blijkens de gegevens van de Kamer van Koophandel een bedrijf uitoefent in een overige zone en kan aantonen dat hij in het kader van zijn bedrijfsuitoefening minimaal vier dagen in de week meer dan vier maal per dag bederfelijke, volumineuze of zware goederen met een en hetzelfde voertuig moet laden en lessen, te noemen 'bedrijfsontheffing'.

  • 2.

    Een bedrijfsontheffing wordt niet verleend indien het bedrijf beschikt over een parkeerplaats op eigen terrein of indien het bedrijf wordt uitgeoefend in een gebouw of gebouwencomplex waartoe parkeergelegenheid behoort die strookt met de ter plaatse geldende richtlijnen van de gemeente. Per bedrijf wordt maar maximaal een ontheffing verleend.

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het gestelde in dit artikel.

Paragraaf 3 Procedure

Artikel 5 Aanvraag

  • 1.

    Voor het aanvragen van een ontheffing krachtens deze verordening dient gebruikte worden gemaakt van een daartoe door of namens burgemeester en wethouders vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Bij het indienen van een aanvraag moeten de volgende bescheiden worden ingediend:

    • a.

      een kopie van het kentekenbewijs;

    • b.

      een kopie van een geldig paspoort, een geldige Europese identiteitskaart of een geldig rijbewijs;

    • c.

      indien sprake is van een bedrijfsontheffing: een afschrift van het bewijs van inschrijving van de Kamer van Koophandel;

    • d.

      indien sprake is van een bedrijfsontheffing: een onderbouwde motivering en de daarbij behorende gegevens en bescheiden waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de criteria voor een bedrijfsontheffing;

    • e.

      indien sprake is van een werknemersontheffing: een recente werkgeversverklaring;

    • f.

      indien sprake is van een zorgontheffing: een verklaring van de huisarts waaruit blijkt dat verzorging noodzakelijk is; 

    • g.

      indien sprake is van een functioned ontheffing: gegevens waaruit blijkt dat de aanvrager moet worden aangemerkt als professionele zorgverlener;

    • h

      indien van toepassing: een afschrift van de overeenkomst waaruit blijkt dat de aanvrager ten tijde van het indienen van de aanvraag gebruiker is van het voertuig.

Artikel 6 Inhoud van de ontheffing

Een parkeerontheffing bevat tenminste de volgende gegevens:

  • a)

    de periode waarvoor de ontheffing geldt;

  • b)

    het gebied waarvoor de ontheffing geldt;

  • c)

    het kenteken van het voertuig waarvoor de ontheffing is verleend.

Artikel 7 Geldigheidsduur van de ontheffing

Een ontheffing wordt voor ten hoogste één jaar verleend.

Artikel 8 Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Aan een ontheffing kunnen beperkingen worden verbonden met betrekking tot het gebied waarbinnen deze geldig is.

  • 2.

    Aan een ontheffing kunnen beperkingen worden verbonden met betrekking tot de tijdstippen waarop deze van kracht is.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een ontheffing ook andere voorschriften en beperkingen verbinden. Deze voorschriften en beperkingen mogen alleen strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.

  • 4.

    Een ontheffing wordt verleend op kenteken. Per kenteken wordt maximaal 66n ontheffing verleend, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 lid 5.

  • 5.

    Een functioned ontheffing is alleen geldig indien de ontheffinghouder het voertuig heeft geparkeerd ten behoeve van de uitoefening van zijn functie.

Artikel 9 Het intrekken van een ontheffing

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een ontheffing intrekken:

    • a.

      op verzoek van de ontheffinghouder;

    • b.

      wanneer de ontheffinghouder uit het gebied waarvoor de ontheffing is verleend als bewoner verhuist, het daar uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt of de werkzaamheden bij het beroep of bedrijf beeindigt;

    • c.

      wanneer zich een wijziging voordoet in 6 en of meerdere van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de ontheffing;

    • d.

      wanneer voor het gebied waarbinnen de ontheffing geldig is het ontheffingenstelsel wordt gewijzigd;

    • e.

      wanneer de ontheffinghouder handelt in strijd met de aan de ontheffing verbonden voorschriften of beperkingen;

    • f.

      wanneer de ontheffinghouder handelt in strijd met het bepaalde in deze verordening;

    • g.

      wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de ontheffing onjuiste gegevens zijn verstrekt; 

    • h.

      om redenen van openbaar belang.

  • 2.

    Een besluit tot het intrekken van een ontheffing wordt schriftelijk en met redenen omkleed aan de ontheffinghouder meegedeeld. 

Artikel 10 Verplichtingen van de ontheffinghouder

  • 1.

    Wanneer een ontheffinghouder zijn voertuig parkeert in een zone waarbinnen zijn ontheffing geldig is, moet hij de ontheffing duidelijk zichtbaar achter de linkerzijde van de voorruit van het voertuig plaatsen en ervoor zorgen dat de op de ontheffing vermelde tekst van de buitenkant af leesbaar is.

  • 2.

    Indien niet wordt voldaan aan de verplichting als bedoeld in het eerste lid, wordt geacht geen ontheffing te zijn verleend van de toegestane parkeerduur.

Paragraaf 4 Verbodsbepalingen

Artikel 11 Verbodsbepaling

Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, te plaatsen of geplaatst te houden op een parkeerplaats.

Paragraaf 5 Strafbepaling

Artikel 12 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in artikel 11 van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden.

Paragraaf 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 13 Opsporing

Met opsporing van de overtreding zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren belast.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2001.

  • 2

    De Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren, vastgesteld op 19 maart 1992, wordt met ingang van 1 januari 2001 ingetrokken.

Artikel 15 Overgangsbepaling

Vergunningen verleend krachtens de verordening als bedoeld in artikel 14, tweede lid, blijven van kracht tot hoogstens 1 maart 2001.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de "Parkeerverordening Aalsmeer 2001".

Aldus besloten in de openbare vergadering van 21 december 2000.

voorzitter, secretaris.