Overheidsorganisatie | Gemeente Eijsden-Margraten |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting eijsden-margraten 2013. |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting Eijsden-Margraten 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Toeristenbelasting Eijsden-Margraten 2013 |
Deze verordening vervangt de verordening toristenbelasting Eijsden 2010, vastgesteld 03-11-2009 en de verordening toeristenbelasting Margraten 2010, vastgesteld 15-12-2009.
Datum ingang heffing 01-01-2013.
Gemeentewet, art. 224
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 13-11-2012 Gemeenteblad, 14-11-2012 | 12IN006452 |
De raad van de gemeente Eijsden-Margraten;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2012
gezien het advies van de commissie Algemene Zaken en Middelen van 8 oktober 2012
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
BESLUIT
vast te stellen de
Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting eijsden-margraten 2013.
Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.
1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.
2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.
3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;
op vaartuigen voor welk verblijf watertoeristenbelasting is verschuldigd;
op de dag waarop de eerste overnachting plaatsvindt nog niet de leeftijd van zes jaar heeft bereikt.
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.
Het tarief bedraagt per overnachting € 1,20.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt geheven bij wegen van aanslag.
1. Door de belastingplichtige moet binnen dertig dagen na afloop van het betreffende tijdvak aangifte worden gedaan over elk van de volgende tijdvakken van een kalenderjaar:
de maanden januari tot en met maart;
de maanden april tot en met juni;
de maanden juli tot en me september;
de maanden oktober tot en met december.
2. Het formulier van het aangiftebiljet wordt bij afzonderlijk raadsbesluit vastgesteld.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen dertig dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet.
2. De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
1. De “Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Eijsden 2010” vastgesteld bij raadsbesluit van 3 november 2009 en de “Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Margraten 2010” vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2009, worden ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.
4. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening toeristenbelasting Eijsden-Margraten 2013”.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 november 2013.
M.G.A.J.T. Verbeet, D.A.M. Akkermans
Griffier, Voorzitter