Organisatie | Asten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Asten 2013 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Asten 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Geen
Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Asten 2013
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-07-2014 | Nieuwe regeling | 18-12-2012 Peelbelang 20-12-2012 | 12.12.05 |
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 30-10-2012;
gehoord het advies van de commissie BURGERS .d. 26-11-2012;
gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Asten 2013;
overwegende dat het noodzakelijk is nadere regels te stellen voor het verlenen van voorzieningen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning;
Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget
Artikel 1 Regels rond verstrekking en verantwoording
Artikel 1 Regels rond verstrekking en verantwoording
Als een persoonsgebonden budget wordt aangewend voor de koop van een voorziening legt de budgethouder verantwoording af aan het college door, binnen maximaal 4 weken nadat het college daarom heeft verzocht, bewijsstukken te overleggen over de besteding van het persoonsgebonden budget. De bewijsstukken dienen op naam van de budgethouder te zijn gesteld en duidelijk aan te geven op welke voorziening deze betrekking hebben.
Na ontvangst van de in het vorige lid bedoelde bescheiden wordt door het college beoordeeld of er aanleiding bestaat het persoonsgebonden budget geheel of ten dele terug te vorderen of te verrekenen. Alvorens tot terugvordering overgegaan kan worden dient het toekenningbesluit geheel of gedeeltelijk ingetrokken te worden.
Klanten die op 1 januari 2013 een geldige indicatie voor het PGB budget hulp bij het huishouden hebben, dienen verantwoording af te leggen zoals geformuleerd onder b. Zij hebben echter tot 1 juli 2013 in de verantwoording recht op een verantwoordingsvrij bedrag van € 125,00 en in de verantwoording zal hiermee rekening gehouden worden.
Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over de financiële tegemoetkoming
Artikel 2 Regels rond verstrekking en verantwoording
Als de financiële tegemoetkoming wordt aangewend voor een w
oningaanpassing dan legt de belanghebbende verantwoording af aan het college door, terstond na realisatie van de woningaanpassing maar binnen maximaal 15 maanden na toestemming, gespecificeerde facturen en nota’s te overleggen over de besteding van de financiële tegemoetkoming.
Artikel 7 Financiële tegemoetkoming en persoonsgebonden budget woonvoorzieningen
De risicoverrekening van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de risicoregeling woning- en utiliteitsbouw 1991. Indien de voorziening in zelfwerkzaamheid wordt getroffen dan vervalt de post loonkosten en komen alleen de materiaalkosten voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking.
Het architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in SR 1997 van de BNA. Alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect voor de woningaanpassing moet worden ingeschakeld worden deze kosten subsidiabel geacht. Het betreft dan veelal de ingrijpender woningaanpassingen.
De hoogte van een door het college te verlenen financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting is gelijk aan de werkelijk gemaakte kosten, met een maximum van het bedrag genoemd in artikel 13 lid 1 onder a van de Wet op de Huurtoeslag.
De maximale duur gedurende welke een financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting kan worden verstrekt, bedraagt 6 maanden.
Onder bezoekbaar maken wordt uitsluitend verstaan dat de aanvrager de woonruimte, de woonkamer, één toilet en de buitenruimte behorende bij het hoofdverblijf kan bereiken. De maximale financiële tegemoetkoming voor het bezoekbaar maken als genoemd in artikel 11 lid 7 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning bedraagt € 5.000,-.
De aanvrager heeft geen recht op een woonvoorziening als bedoeld in artikel 11 lid 1 en 2 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Asten 2011, indien hij eigenaar is van de aan te passen woning, en het in de woning gebonden vermogen hoger is dan 1,5 x de vermogensdrempel zoals genoemd in artikel 34 lid 2 onderdeel d van de Wet werk en bijstand (Wwb).
Hoofdstuk 6 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Artikel 9 Persoonsgebonden budget vervoersmiddel
Het persoonsgebonden budget voor een vervoersmiddel wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening, indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie, gebaseerd op het gemiddelde bedrag voor onderhoud en reparatie voor soortgelijke voorzieningen over het jaar voorafgaand aan het laatste volle kalenderjaar voor de toekenning van de voorziening.
Bij toekenning dit persoonsgebonden budget wordt de minimale afschrijvingstermijn vermeld.
Hoofdstuk 7 Verplaatsen in en rond de woning
Artikel 11 Persoonsgebonden budget rolstoel
Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld als tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening, verhoogd met het gemiddelde bedrag voor onderhoud en reparatie voor vergelijkbare rolstoelen over het jaar voorafgaand aan het laatste volle kalenderjaar voor de toekenning van de voorziening. De gebruiksduur van een rolstoel bedraagt tenminste 5 jaren. Voor een rolstoel is geen eigen bijdrage verschuldigd.
Hoofdstuk 8 Samenhangende afstemming
Artikel 13 Samenhangende afstemming
Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager wordt bij het onderzoek inzake het advies ex artikel 25 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Asten 2011 indien van toepassing aandacht besteed aan:
Bij de besluitvorming en de motivering van het besluit wordt door het college bij deze bevindingen aangesloten.
Teneinde de aard en de omvang van gebruikelijke zorg in relatie tot een eventuele aanspraak op Hulp bij het huishouden eenduidig te bepalen wordt een Protocol gebruikelijke zorg en een Protocol indicatiestelling voor Hulp bij het huishouden gevolgd. Deze protocollen zijn opgenomen in de
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van dit besluit, indien toepassing van het besluit tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 16 Intrekking oude regeling
Het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Asten 2011 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2013.