Organisatie | Renswoude |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Wet inburgering, 1e wijziging |
Citeertitel | Verordening Wet inburgering, 1e wijziging |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Sociale Zaken |
Geen
Gelet op de artikelen 8, 19, vijfde lid, 23, derde lid, 24a, vijfde lid, 24f en 35 van de Wet inburgering en artikel 4.27, derde lid van het besluit Inburgering
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-12-2012 | 01-01-2015 | Onbekend | 04-12-2012 Heraut, 17-12-2012 | 117818 |
De raad van de gemeente Renswoude;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renswoude van 20 november 2012, nummer 115265,
gelet op de artikelen 8, 19, vijfde lid, 23, derde lid, 24a, vijfde lid, 24f en 35 van de
Wet inburgering en artikel 4.27, derde lid, van het Besluit inburgering.
vast te stellen de volgende Verordening Wet inburgering, 1e wijziging
Hoofdstuk 2 Het aanbieden van een voorziening aan inburgeringsplichtigen
Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen
Het college biedt de volgende groepen inburgeraars een voorziening aan:
Artikel 6 De voorziening in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget
Het college keurt het voorstel van de inburgeringsplichtige voor het volgen van een (duaal) inburgeringsprogramma goed, indien dit programma:
wordt verzorgd door een inburgeringsbedrijf dat voldoet aan de volgende vereisten:
1. ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;
2. beschikken over een keurmerk van de brancheorganisatie;
3. beschikken over aantoonbare ervaring en deskundigheid op het gebied van het verzorgen van inburgeringsvoorzieningen of taalkennisvoorzieningen.
Artikel 8 Opleggen van verplichtingen
Het college kan een inburgeringsplichtige bij beschikking een of meer verplichtingen opleggen zoals:
Hoofdstuk 3 De bestuurlijke boete
Artikel 10 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 125, - indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet.
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500, - indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II heeft behaald.