Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Edam-Volendam

Verordening op de heffing en invordering van grafrechten 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEdam-Volendam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van grafrechten 2008
CiteertitelVerordening grafrechten 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet artikel 229, lid 1, onder a en b

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200801-01-2012Nieuwe regeling

13-12-2007

NIVO 19 december 2007

96-2007

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van grafrechten 2008

De raad van de gemeente Edam-Volendam;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2007;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN GRAFRECHTEN 2008

Artikel 1 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 2 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 4 Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijkaan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk IV, onderdelen 4.3 en 4.4 en hoofdstuk IX, onderdeel 9.2 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 5 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk IV, onderdelen 4.2, 4.3 en 4.4, en hoofdstuk IX van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk IV, onderdelen 4.2, 4.3 en 4.4, en hoofdstuk IX van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken en inrichtingen.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk IV, onderdeel 4.2, en hoofdstuk IX, onderdeel 9.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in hoofdstuk IV, onderdeel 4.2, en hoofdstuk IX, onderdeel 9.1 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de grafrechten.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van grafrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening grafrechten 2007" van 9 november 2006, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover terzake daarvan heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2008.

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening grafrechten 2008".

Aldus besloten door de raad van de

gemeente Edam-Volendam in zijn openbare

vergadering gehouden op 13 december 2007.

de griffier, de voorzitter,

TABEL VAN TARIEVEN

Behorende bij de verordening grafrechten 2008, vastgesteld

bij raadsbesluit van 13 december 2007, voorstel no. 96-20

Tarieventabel behorende bij de verordening grafrechten 2008

 

Hoofdstuk I Verlenen van rechten

1.1. Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven:

1.1.1 voor een eigen graf in 2 lagen (zandgraf ), voor een periode van 20 jaar € 2.223,35

1.1.2 voor een eigen graf in 3 lagen (keldergraf), voor een periode van 20 jaar € 2.667,45

1.2 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt

geheven:

1.2.1 voor een periode van 20 jaar € 629,20

1.3 Voor het verlenen van het recht op een urnennis wordt geheven:

1.3.1 voor een periode van 20 jaar € 629,20

1.4 Voor het verlengen van het recht als bedoeld in onderdeel:

1.4.1 1.1.1 met tien jaar, wordt geheven € 1.111,10

1.4.2 1.1.2 met tien jaar, wordt geheven € 1.333,40

1.4.3 1.2 met tien jaar, wordt geheven € 314,60

1.4.4 1.3 met tien jaar, wordt geheven € 314,60

1.5 Voor het verlengen van het uitsluitend recht tot het begraven in een

bepaalde grafruimte waarvan de uitgiftetermijn afloopt binnen de

wettelijk minimum grafrusttermijn van de laatste begraving, wordt geheven:

1.5.1 voor een periode van 1 jaar € 121,90

 

Hoofdstuk II Grafrechten

2.1. Voor het geven van gelegenheid tot het doen begraven en het

begraven houden wordt geheven:

2.1.1 voor een algemeen graf, voor een periode van 13 jaar € 1.069,60

2.1.2 voor een algemeen graf, voor een periode van 13 jaar

voor het lijk van een kind beneden 12 jaar € 534,80

2.2 Voor het geven van gelegenheid tot het doen bijzetten van een urn

wordt geheven:

2.2.1 in een algemeen urnengraf, voor een periode van 20 jaar € 534,80

2.2.2 in een algemene urnennis, voor een periode van 20 jaar € 534,80

 

Begraven

2.3 Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder

wordt geheven:

2.3.1 in een algemeen graf € 318,95

2.3.2 in een eigen graf als bedoeld in onderdeel 1.1.1 € 318,95

2.3.3 in een eigen graf als bedoeld in onderdeel 1.1.2 € 566,25

2.4 Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar wordt

geheven:

2.4.1 in een algemeen graf € 159,45

2.4.2 in een eigen graf als bedoeld in onderdeel 1.1.1 € 159,45

2.4.3 in een eigen graf als bedoeld in onderdeel 1.1.2 € 283,10

2.5 Voor het begraven van stoffelijke resten van levenloos geborenen

of van kinderen beneden de leeftijd van drie maanden die in een kist

worden begraven, wordt het recht slechts eenmaal geheven.

2.6 Geen begrafenisrechten worden geheven voor het begraven van een

levenloos geborenen of lijkjes van zuigelingen die tegelijk met de

overleden moeder in een kist worden begraven.

Hoofdstuk III Bijzetten van asbussen en urnen / asverstrooien

3.1 Voor het bijzetten van een asbus of urn in een urnennis wordt geheven € 318,95

3.2 Voor het bijzetten van een asbus of urn in een urnengraf wordt geheven € 318,95

3.3 Voor het verstrooien van as op de daartoe bestemde verstrooiingsplaats

wordt geheven € 94,35

 

Hoofdstuk IV Grafbedekking en onderhoud

4.1 Voor het afgeven van een vergunning tot het plaatsen van voorwerpen

of het aanbrengen van beplanting wordt geheven € 56,30

4.2 Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van op graven

geplaatste voorwerpen wordt per jaar geheven:

4.2.1 voor een grafkelder € 125,80

4.2.2 voor een monument, zerk, kruis of enig hekwerk € 103,75

4.2.3 voor een beplanting € 40,55

4.3 De rechten als bedoeld onder 4.2 kunnen voor een periode van

10 jaar worden afgekocht tegen betaling ineens van een bedrag

gelijk aan 8 maal het onder 4.2 genoemde bedrag.

4.4 De rechten als bedoeld onder 4.2 kunnen voor een periode van

13 jaar worden afgekocht tegen betaling ineens van een bedrag

gelijk aan 10 maal het onder 4.2 genoemde bedrag.

 

Hoofdstuk V Afnemen en terugplaatsen gedenktekens

5.1 Voor het afnemen en terug aanbrengen van op eigen graven geplaatste

voorwerpen wordt geheven:

5.1.1 voor een monument, zerk, kruis of enig hekwerk € 154,10

5.1.2 voor een beplanting € 53,45

 

Hoofdstuk VI Opgraven en ruimen

6.1 Voor het opgraven van een stoffelijk overschot wordt geheven € 566,25

6.2 Voor het na het opgraven weer opnieuw begraven van het stoffelijk

overschot worden het recht geheven als vermeld in hoofdstuk II.

6.3 Voor het op aanvraag van belanghebbenden ruimen van een eigen graf

wordt geheven € 566,25

6.4 Voor het op aanvraag van belanghebbenden verwijderen van een asbus

wordt geheven € 216,30

 

Hoofdstuk VII Inschrijven en overboeken van eigen graven en urnennissen

7.1 Voor het inschrijven en overboeken van eigen graven in een daartoe

bestemd register wordt geheven € 35,20

7.2 Voor het inschrijven en overboeken van eigen urnennissen of

urnengraven in een daartoe bestemd register wordt geheven € 35,20

 

Hoofdstuk VIII Gebruik van de aula

8.1 Voor het gebruik van de van gemeentewege als aula beschikbaar

gestelde ruimte wordt geheven:

8.1.1 voor het gebruik tot en met 3 dagen € 308,85

8.1.2 voor het gebruik elke dag meer dan 3 dagen, per dag € 125,80

 

Hoofdstuk IX Overgangsrecht onderhoud eigen graven

9.1 Voor het van gemeentewege onderhouden van eigen graven waarvan

het uitsluitend recht tot begraven voor het tijdstip van inwerkingtreden

van deze verordening is verleend en voorzover dit onderhoud niet is

afgekocht wordt per enkele grafruimte een jaarlijks recht geheven van € 40,55

9.2 Het recht als bedoeld onder 9.1 kan telkenmale voor een periode van

10 jaar worden afgekocht tegen betaling ineens van een bedrag gelijk

aan 8 maal het in dat onderdeel genoemde bedrag.

 

Behoort bij besluit van de raad van

de gemeente Edam-Volendam van

13 december 2007, voorstel no. 96-2007

de griffier,