Organisatie | Berg en Dal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI) Groesbeek |
Citeertitel | Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI) |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Openbare werken, inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in openbare gronden. |
n.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-10-2009 | 15-01-2015 | nieuwe regeling | 24-09-2009 Groesbeeks Weekblad, 06-10-2009 | OW/RB/RVS/20090005 |
De raad der gemeente Groesbeek;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groesbeek van 1 september 2009;
overwegende dat de gemeente verantwoordelijk is voor de orde en veiligheid van de (ondergrondse)openbare ruimte;
1. Vast te stellen de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI) Groesbeek;
2. In te trekken de Telecommunicatieverordening vastgesteld 23 december 1999;
Hoofdstuk 2 Melding en instemmingsbesluit
Het is verboden kabels en/of leidingen in of op openbare gronden aan te leggen, in stand te houden of op te ruimen, zonder of in afwijking van een voorafgaand door het college verleend instemmingsbesluit omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden, medegebruik van voorzieningen en de afstemming van voorgenomen werkzaamheden met overige netbeheerders.
Artikel 4 Melding en meldingstermijn
Spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in artikel 3 lid 2, ten gevolge van een ernstige belemmering of storing in de dienstverlening via het net, waarvan uitstel niet mogelijk is, dienen achteraf, doch uiterlijk binnen 1 werkdag te worden gemeld middels het op grond van artikel 5 lid 4 voorgeschreven formulier, dat via e-mail wordt ingediend bij het door de gemeente aan te geven mailadres.
Artikel 7 Voorschriften, beperkingen en verplichtingen
Het college kan aan een instemmingsbesluit voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van:
de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het zo min mogelijk hinder veroorzaken voor reeds in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder mede verstaan worden werken ten behoeve van de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit.
Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid kan het college aan het instemmingsbesluit voorschriften of beperkingen verbinden over het medegebruik van voorzieningen. Een grondroerder is verplicht om zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, door andere netbeheerders of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten en -geleidingen, die door derden of de gemeente tegen marktconforme prijzen ter beschikking worden gesteld. Indien de grondroerder een redelijk aanbod wordt gedaan, is deze verplicht ervan gebruik te maken.
De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen geschiedt conform het Handboek. In dat kader is het college bevoegd voorschriften te stellen op het gebied van markering, afzetting en het toepassen van proefsleuven. Bij tegenstrijdigheden tussen de bepalingen van de AVOI en het Handboek omtrent de procedure hebben de bepalingen van de AVOI voorrang.
De gemeente beslist omtrent het herstraten. De netbeheerder is verantwoordelijk voor het herstel van de bestrating en het onderhoud gedurende het 1e jaar. Na het eerste jaar neemt, middels een opleveringsopname, de gemeente het onderhoud over. Aan herstel van bijzondere bestrating kan het college nadere voorwaarden stellen.
Op verleggingen van leidingen die ten dienste staan van een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen in of op openbare gronden gelden de volgende bepalingen, tenzij en voor zover daarover andersluidende afspraken zijn overeengekomen tussen partijen:
De netbeheerder is verplicht op verzoek van de gemeente over te gaan tot het nemen van maatregelen voor kabels en leidingen ten dienste van zijn net, waaronder het verplaatsen, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de gemeente in het algemeen belang;
Hoofdstuk 3 Overige bepalingen
Indien de eigendom, exploitatie of beheer van een net, kabel of leiding wordt overgedragen aan een andere netbeheerder, gaan de rechten en plichten over op de nieuwe netbeheerder, en stelt de netbeheerder het college onverwijld van deze overdracht in kennis.
Hoofdstuk 4 Toezicht en handhaving
Artikel 13 Toezicht en handhaving
Het college kan het instemmingsbesluit wijzigen of intrekken, waarbij de openbare grond in de oorspronkelijke toestand wordt gebracht voor rekening van de netbeheerder of grondroerder, indien:
de aanleg, instandhouding en opruiming van de kabels en/of leidingen gedurende een aaneengesloten periode van ten minste zes maanden gestaakt is door de netbeheer dan wel diens gemachtigde, dan wel de kabel en/of leiding anderszins gedurende een periode van ten minste zes maanden niet in gebruik of onderhouden is;
na het nemen van het instemmingsbesluit naar het oordeel van het college gegronde aanleiding bestaat te veronderstellen dat het van kracht blijven van het instemmingsbesluit onaanvaardbare schadelijke gevolgen heeft voor mens, natuur of milieu en hieraan door het stellen van nadere voorschriften en beperkingen aan het besluit niet kan worden tegemoetgekomen;
Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en de daarbij op grond van artikel 7 gegeven voorschriften en beperkingen kan worden gestraft met hechtenis van ten hoogste 3 maanden of een geldboete van de 2e categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 14 Verplichte verordening
Met deze verordening wordt invulling gegeven aan de wettelijke verplichting van artikel 5.4 Telecommunicatiewet. De in dat artikel bedoelde regels zijn geïntegreerd in deze verordening.
Artikel 16 Overgangsbepalingen en hardheidsclausule
De aanwezigheid van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn aangelegd met toepassing van reeds verleende vergunningen of andere gelegaliseerde afspraken met de gemeente, wordt met ingang van deze verordening eveneens beheerst door de regels daarvan.
Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien de toepassing daarvan, gelet op het doel en de strekking van de verordening, leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.