Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Berg en Dal

Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI) Groesbeek

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBerg en Dal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAlgemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI) Groesbeek
CiteertitelAlgemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI)
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpOpenbare werken, inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in openbare gronden.

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

n.v.t.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art.149, 154, 156 en 229
  2. Belemmeringenwet Privaatrecht, art. 1
  3. Telecommunicatiewet, art. 5.2 en 5.4
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-10-200915-01-2015nieuwe regeling

24-09-2009

Groesbeeks Weekblad, 06-10-2009

OW/RB/RVS/20090005

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI) Groesbeek

De raad der gemeente Groesbeek;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groesbeek van 1 september 2009;

overwegende dat de gemeente verantwoordelijk is voor de orde en veiligheid van de (ondergrondse)openbare ruimte;

 

b e s l u i t :

 

1. Vast te stellen de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI) Groesbeek;

2. In te trekken de Telecommunicatieverordening vastgesteld 23 december 1999;

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groesbeek;

  • b.

    net: een of meer ondergrondse kabel(s) en/of leiding(en), bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie, uitgezonderd de riolering;

  • c.

    kabels en leidingen: kabels en/of leidingen als onderdeel van een net;

  • d.

    (huis)aansluiting: het gedeelte van de kabel of leiding in of op openbare gronden dat een net verbindt met een netwerkaansluitpunt ten behoeve van een onroerende zaak of met een ander net;

  • e.

    netbeheerder: rechtspersoon die is aangewezen als beheerder van een net;

  • f.

    opdrachtgever: degene die opdracht geeft tot het uitvoeren van werkzaamheden;

  • g.

    grondroerder: degene onder wiens verantwoordelijkheid of leiding

    graafwerkzaamheden worden verricht;

  • h.

    gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 1, van deBelemmeringenwet Privaatrecht of in artikel 5.2, 1e lid Telecommunicatiewet;

  • i.

    openbare gronden: openbare wegen en wateren conform artikel 1.1, onder aa Telecommunicatiewet;

  • j.

    werkzaamheden: handmatige en mechanische (graaf)werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding en

    opruiming van kabels en leidingen;

  • k.

    werkzaamheden van

    minder ingrijpende aard: werkzaamheden die qua aard of omvang dusdanig beperkt zijn dat, ter beoordeling door het college, een afwijkend, lichter, meldregime toegepast kan worden;

  • l.

    instemmingsbesluit: besluit van het college op een melding van voorgenomen werkzaamheden;

  • m.

    niet-openbare kabels

    diensten en leidingen: kabels en leidingen die niet gebruikt worden om openbare diensten aan te bieden;

  • n.

    marktconforme kosten: kosten zoals deze onder normale omstandigheden in een markteconomie op de desbetreffende markt worden gemaakt;

  • o.

    Handboek: door het college vastgestelde regels en voorwaarden betreffende de

    voorbereiding en uitvoering van ontwerp, aanleg, exploitatie, onderhoud en verwijdering van kabels en leidingen.

Artikel 2 Toepasselijkheid

Deze verordening is van toepassing op het aanleggen, instandhouden en opruimen van kabels en leidingen in of op openbare gronden, voor zover de gemeente deze gronden beheert, in bezit heeft of daarover coördinatieverplichtingen heeft conform de Belemmeringenwet Privaatrecht of Telecommunicatiewet.

Hoofdstuk 2 Melding en instemmingsbesluit

Artikel 3 Instemmingsvereiste

  • 1.

    Het is verboden kabels en/of leidingen in of op openbare gronden aan te leggen, in stand te houden of op te ruimen, zonder of in afwijking van een voorafgaand door het college verleend instemmingsbesluit omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden, medegebruik van voorzieningen en de afstemming van voorgenomen werkzaamheden met overige netbeheerders.

  • 2.

    Voor werkzaamheden van minder ingrijpende aard, en voor spoedeisende reparatie- of onderhoudswerkzaamheden, is geen instemming, als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk.

Artikel 4 Melding en meldingstermijn

  • 1.

    Een grondroerder meldt voorgenomen werkzaamheden uiterlijk acht weken voor aanvang bij het college.

  • 2.

    Indien de voorgenomen werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van andere gedoogplichtigen, wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de aanvraag, het college schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg met de andere gedoogplichtige(n).

  • 3.

    Voorgenomen minder ingrijpende werkzaamheden, conform artikel 3 lid 2, dienen vijf werkdagen voor uitvoering schriftelijk bij de gemeente te worden gemeld. Op grond van belangen als genoemd in artikel 7 lid 1 kan het college bepalen dat realisatie op een ander tijdstip moet plaats vinden.

  • 4.

    Spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in artikel 3 lid 2, ten gevolge van een ernstige belemmering of storing in de dienstverlening via het net, waarvan uitstel niet mogelijk is, dienen achteraf, doch uiterlijk binnen 1 werkdag te worden gemeld middels het op grond van artikel 5 lid 4 voorgeschreven formulier, dat via e-mail wordt ingediend bij het door de gemeente aan te geven mailadres.

  • 5.

    Als voorgenomen werkzaamheden worden verricht in nader door het college aan te wijzen gebieden, wordt uiterlijk acht weken voor aanvang melding gedaan en is de uitzondering voor minder ingrijpende of spoedeisende werkzaamheden niet van toepassing.

Artikel 5 Voorwaarden

  • 1.

    Voor een melding als bedoeld in artikel 4 lid 1 dient gebruik te worden gemaakt van daartoe door het college vastgestelde formulieren.

  • 2.

    Bij de melding verstrekt de grondroerder in elk geval de volgende gegevens:

    • a.

      een machtiging indien het een melding betreft voor of namens een opdrachtgever;

    • b.

      NAW-gegevens van de netbeheerder, opdrachtgever en/of grondroerder van de kabels en/of leidingen, alsmede van de (te machtigen) uitvoerder waarvan de contactpersoon de Nederlandse taal machtig moet zijn;

    • c.

      een opgave van aantal, soort en beoogd gebruik van de kabels en/of leidingen;

    • d.

      een opgave van belanghebbenden (waaronder omwonenden) en instanties die vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen aanvang, beëindiging en aard van de werkzaamheden;

    • e.

      een omschrijving van eventuele opbrekingen van de verhardingen;

    • f.

      het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

    • g.

      een opgave van ondergrondse (handholes en dergelijke) of bovengrondse kasten waarvoor geen bouwvergunning noodzakelijk is, alsmede de situering en afmetingen ervan;

    • h.

      een opgave van alle overige van belang zijnde feiten en omstandigheden gelet op de in artikel 5.4 leden 2 en 3 van de Telecommunicatiewet genoemde belangen;

    • i.

      een uitvoeringsplan inclusief:

      • 1.

        in viervoud volledige en duidelijk leesbare tekeningen van het gewenste tracé, schaal 1:500;

      • 2.

        een opgave van de eventuele te plaatsen objecten, alsmede van de situering daarvan;

      • 3.

        een beschrijving van de maatregelen voor de bereikbaarheid en bescherming van in de openbare gronden aanwezige kabels en leidingen;

      • 4.

        een verkeersplan op basis van CROW 96b;

      • 5.

        de te nemen maatregelen ter bescherming van de openbare voorzieningen (bomen etc.);

      • 6.

        de te nemen maatregelen ten behoeve van de bereikbaarheid van percelen en opstallen in de nabijheid;

    • j.

      Planning van het gehele werk inclusief de fasering en werkvolgordes.

  • 3.

    Indien de voorgenomen werkzaamheden betrekking hebben op kabels van elektronische communicatienetwerken dienen tevens te worden verstrekt binnen het uitvoeringsplan: een opgave van aantal kabels dat direct/niet direct in gebruik wordt genomen.

  • 4.

    Bij de melding van voorgenomen minder ingrijpende of spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in artikel 4 lid 3 en 4, dient te worden verstrekt:

    • a.

      naam, adres en ondertekening van de netbeheerder (dan wel diens gemachtigde), NAW- gegevens van de uitvoerende partijen, waarbij de contactpersoon de Nederlandse taal machtig dient te zijn;

    • b.

      de dagtekening van de melding;

    • c.

      de lengte van de sleuf die wordt opengebroken;

    • d.

      het oppervlak van het lasgat dat wordt opengebroken.

  • 5.

    Het college kan nadere regels stellen inzake de te verstrekken gegevens en de wijze waarop die worden verstrekt.

  • 6.

    Een melding wordt in behandeling genomen indien en zodra de melding met vereiste gegevens compleet is.

Artikel 6 Termijnen en looptijd

  • 1.

    Het college beslist binnen uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding. Betreft het een melding waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken, dan beslist het college binnen acht weken na ontvangst van de complete melding èn van alle bijbehorende instemmingen van deze gedoogplichtigen.

  • 2.

    De termijn bedoeld in het eerste lid kan eenmaal met ten hoogste acht weken worden verlengd. Dit wordt schriftelijk en gemotiveerd aan de aanvrager medegedeeld, met vermelding van de termijn waarbinnen de beschikking tegemoet kan worden gezien.

  • 3.

    Het college houdt de beslissing aan, indien er in verband met de voorgenomen werkzaamheden een vergunning als bedoeld in de Woningwet, de Wet milieubeheer of de WABO (Omgevingsvergunning) is vereist.

  • 4.

    Het instemmingsbesluit heeft een maximale geldigheid van zes maanden. De werkzaamheden moeten zijn voltooid binnen zes maanden na aanvang, tenzij in het instemmingsbesluit anders is bepaald.

Artikel 7 Voorschriften, beperkingen en verplichtingen

  • 1.

    Het college kan aan een instemmingsbesluit voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de veiligheid, waaronder mede verstaan wordt de verkeersveiligheid en/of een goede doorstroming van het verkeer;

    • c.

      het voorkomen of beperken van overlast, waaronder mede verstaan wordt het voorkomen of beperken van schade, de bescherming van eventuele archeologische vondsten, van groenvoorzieningen, bomen en beplantingen en van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

    • d.

      de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, waaronder mede verstaan wordt het veilig en doelmatig gebruik van openbare gronden en gebouwen en het doelmatig beheer en onderhoud ervan en het belang van nader aan te geven grote lokale evenementen als weekmarkten en kermissen;

    • e.

      de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het zo min mogelijk hinder veroorzaken voor reeds in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder mede verstaan worden werken ten behoeve van de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit.

  • 2.

    Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid kan het college aan het instemmingsbesluit voorschriften of beperkingen verbinden over het medegebruik van voorzieningen. Een grondroerder is verplicht om zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, door andere netbeheerders of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten en -geleidingen, die door derden of de gemeente tegen marktconforme prijzen ter beschikking worden gesteld. Indien de grondroerder een redelijk aanbod wordt gedaan, is deze verplicht ervan gebruik te maken.

  • 3.

    Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de grondroerder een alternatief tracé te kiezen, of (in geval van elektronische communicatienetwerken) aan andere netbeheerders een verzoek tot medegebruik van kabels en/of leidingen te doen.

  • 4.

    De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen geschiedt conform het Handboek. In dat kader is het college bevoegd voorschriften te stellen op het gebied van markering, afzetting en het toepassen van proefsleuven. Bij tegenstrijdigheden tussen de bepalingen van de AVOI en het Handboek omtrent de procedure hebben de bepalingen van de AVOI voorrang.

  • 5.

    De gemeente beslist omtrent het herstraten. De netbeheerder is verantwoordelijk voor het herstel van de bestrating en het onderhoud gedurende het 1e jaar. Na het eerste jaar neemt, middels een opleveringsopname, de gemeente het onderhoud over. Aan herstel van bijzondere bestrating kan het college nadere voorwaarden stellen.

  • 6.

    De grondroerder is verplicht zo spoedig mogelijk na constatering van de aanwezigheid van kabels en/of leidingen, waarvan niet bekend is van wie ze zijn, een kopiemelding van de mededeling aan het kadaster, aan de gemeente te verstrekken.

  • 7.

    De grondroerder is leges verschuldigd conform de Legesverordening.

Artikel 8 Verleggingen

  • 1.

    Op verleggingen van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk op verzoek van de gemeente zijn de wettelijke regels (Telecommunicatiewet) van toepassing.

  • 2.

    Op verleggingen van leidingen die ten dienste staan van een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen in of op openbare gronden gelden de volgende bepalingen, tenzij en voor zover daarover andersluidende afspraken zijn overeengekomen tussen partijen:

    • a.

      De netbeheerder is verplicht op verzoek van de gemeente over te gaan tot het nemen van maatregelen voor kabels en leidingen ten dienste van zijn net, waaronder het verplaatsen, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de gemeente in het algemeen belang;

    • b.

      Indien nadeelcompensatie van toepassing is, wordt deze alleen verleend op basis van een gespecificeerd kostenoverzicht;

    • c.

      De gemeente en de netbeheerder zullen bij verwijdering, verlegging of aanpassing van leidingen en/of kabels elkaars schade zo veel mogelijk beperken;

    • d.

      Na een verzoek tot het nemen van maatregelen gaat de netbeheerder zo snel mogelijk over tot de uitvoering, doch niet later dan 12 weken na de datum van ontvangst van het verzoek.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 9 Eigendom

Indien de eigendom, exploitatie of beheer van een net, kabel of leiding wordt overgedragen aan een andere netbeheerder, gaan de rechten en plichten over op de nieuwe netbeheerder, en stelt de netbeheerder het college onverwijld van deze overdracht in kennis.

Artikel 10 Niet-openbare kabels en leidingen

  • 1.

    Bij voorgenomen werkzaamheden met niet-openbare kabels en leidingen in of op openbare gronden is het bepaalde in deze verordening in procedurele zin van overeenkomstige toepassing, maar houdt het bepaalde geen gedoogplicht voor de gemeente van deze kabels en leidingen in.

  • 2.

    Bij verzoeken voor het verleggen van niet-openbare kabels en leidingen op verzoek van de gemeente, worden deze op kosten van de eigenaar van de kabels en leidingen uitgevoerd.

Artikel 11 Geldigheidsduur gedoogplicht kabels en leidingen

  • 1.

    De netbeheerder stelt het college onverwijld en schriftelijk in kennis van het feit dat een kabel of leiding niet langer ten dienste staat van een openbaar net in, of op, openbare gronden.

  • 2.

    De netbeheerder levert op verzoek een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels en/of leidingen. De bewijslast van ingebruikname ligt bij de netbeheerder.

Artikel 12 Overleg

  • 1.

    De gemeente organiseert periodiek, eens per half jaar, een overleg, waarvoor in elk geval de bij de gemeente bekende netbeheerders worden uitgenodigd.

  • 2.

    In dit overleg worden de plannen van de gemeente en de voorgenomen werkzaamheden van de netbeheerders besproken. Dit mede ter beoordeling van mogelijk medegebruik van voorzieningen en afstemming van gezamenlijk of gelijktijdig uit te voeren werkzaamheden.

Hoofdstuk 4 Toezicht en handhaving

Artikel 13 Toezicht en handhaving

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen ambtenaren.

  • 2.

    Indien de gemeente vaststelt dat de verplichtingen van deze verordening niet zijn nagekomen, kan het college besluiten handhavend op te treden.

  • 3.

    Het college kan het instemmingsbesluit wijzigen of intrekken, waarbij de openbare grond in de oorspronkelijke toestand wordt gebracht voor rekening van de netbeheerder of grondroerder, indien:

    • a.

      niet binnen de in art. 6.4 genoemde termijn na het onherroepelijk worden van het instemmingsbesluit de werkzaamheden als omschreven in het besluit zijn begonnen;

    • b.

      de aanleg, instandhouding en opruiming van de kabels en/of leidingen gedurende een aaneengesloten periode van ten minste zes maanden gestaakt is door de netbeheer dan wel diens gemachtigde, dan wel de kabel en/of leiding anderszins gedurende een periode van ten minste zes maanden niet in gebruik of onderhouden is;

    • c.

      blijkt dat het instemmingsbesluit op basis van onjuiste of onvolledige gegevens is verleend;

    • d.

      het instemmingsbesluit in strijd met enig wettelijk voorschrift is afgegeven;

    • e.

      de netbeheerder, grondroerder of gemachtigde het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften niet naleeft;

    • f.

      na het nemen van het instemmingsbesluit naar het oordeel van het college gegronde aanleiding bestaat te veronderstellen dat het van kracht blijven van het instemmingsbesluit onaanvaardbare schadelijke gevolgen heeft voor mens, natuur of milieu en hieraan door het stellen van nadere voorschriften en beperkingen aan het besluit niet kan worden tegemoetgekomen;

    • g.

      dit noodzakelijk is vanwege de uitvoering van andere werken.

  • 4.

    Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en de daarbij op grond van artikel 7 gegeven voorschriften en beperkingen kan worden gestraft met hechtenis van ten hoogste 3 maanden of een geldboete van de 2e categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 14 Verplichte verordening

Met deze verordening wordt invulling gegeven aan de wettelijke verplichting van artikel 5.4 Telecommunicatiewet. De in dat artikel bedoelde regels zijn geïntegreerd in deze verordening.

Artikel 15 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Groesbeeks Weekblad.

  • 2.

    De Telecommunicatieverordening gemeente Groesbeek wordt ingetrokken gelijktijdig met de inwerkingtreding als bedoeld in lid 1.

Artikel 16 Overgangsbepalingen en hardheidsclausule

De aanwezigheid van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn aangelegd met toepassing van reeds verleende vergunningen of andere gelegaliseerde afspraken met de gemeente, wordt met ingang van deze verordening eveneens beheerst door de regels daarvan.

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien de toepassing daarvan, gelet op het doel en de strekking van de verordening, leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI).

 

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de raad der gemeente Groesbeek

op 24 september 2009

De raadsgriffier, De voorzitter,