Organisatie | Aalsmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit financiële tegemoetkomingen voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Aalsmeer 2008 |
Citeertitel | Besluit financiële tegemoetkomingen voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Aalsmeer 2008 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2008 | 01-01-2009 | nieuwe regeling | 28-10-2008 Nieuwe Meerbode | 2008/15988-BO |
Burgemeester en wethouders van Aalsmeer, verder te noemen het college;
gelezen het voorstel met registratienummer 2008/8733;
gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de hierbij behorende nadere regels
en gelet op de artikelen 1.1, 2.1, 2.3, 2.4, 2.5, 3.5, 4.6, 4.8, 5.4, 7.3, 7.4, 8.2, 8.3 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Aalsmeer 2007;
vast te stellen het Besluit financiële tegemoetkomingen voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Aalsmeer 2008.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1. Begripsbepalingen
Het netto maandinkomen van de persoon met beperkingen indien de persoon met beperkingen 18 jaar of ouder is en geen gezamenlijke huishouding voert in de zin van artikel 1, lid 4 tot en met 7 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;
Het gezamenlijk netto maandinkomen van de persoon met beperkingen en de persoon met wie hij een gezamenlijk huishouden voert in de zin van artikel 1, lid 4 tot en met 7 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;
Norminkomen: de in paragraaf 3.2 van de Wet Werk en Bijstand bedoelde bijstandsnorm per kalendermaand verhoogd met de in artikel 25, tweede lid van die wet bedoelde maximale toeslag;
Ruimte in inkomen: het verschil tussen 1,5 x het norminkomen (Wmo-inkomensnorm), zoals bedoeld in hoofdstuk IV van de Algemene Maatregel van Bestuur "Besluit maatschappelijke ondersteuning” inzake eigen bijdrage en financiële tegemoetkomingen en het inkomen van de persoon met beperkingen (WWB-norminkomen);
Draagkracht Wmo: tot 1,5 x het norminkomen wordt geen draagkracht opgelegd. Bij inkomens boven anderhalf maal het norminkomen is de draagkracht het draagkrachtpercentage van de ruimte in inkomen;
Stijging van de woonlasten van huurders: de stijging van de huur die optreedt ten gevolge van het doorberekenen in de huur van het niet voor subsidie in aanmerking komende deel van de aanpassingskosten, overeenkomstig de Uitvoeringswet huurprijzen, minus de toename van de individuele huurtoeslag ten gevolge van deze huurstijging;
Voor voorzieningen waarvan de kosten minder dan € 45 bedragen, wordt geen financiële tegemoetkoming verleend.
Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget
Artikel 2.1. Regels rond verstrekking en verantwoording
De verantwoording van het persoonsgebonden budget door de budgethouder aan het college vindt plaats in alle gevallen na aanschaf van een hulpmiddel of een voorziening, na afloop van de verstrekking of in het geval van huishoudelijke verzorging na afloop van elk kwartaal. Controle over deze verantwoording vindt steekproefsgewijs plaats, waarbij de steekproef minimaal een omvang heeft van 25 procent van de verstrekte persoonsgebonden budgetten;
Hoofdstuk 3 Eigen bijdragen en eigen aandeel
Artikel 3.2. Maximaal 39 perioden van vier weken eigen aandeel
Een voorziening kan bestaan uit het verschaffen in eigendom van een roerende zaak dan wel een bouwkundige of woontechnische aanpassing van een woning die bewoond wordt door de aanvrager.
Gedurende maximaal negenendertig perioden van vier weken kan een eigen aandeel in rekening worden gebracht. Bij de vaststelling van de hoogte van de financiële tegemoetkoming kan gedurende maximaal die periode een met toepassing van het daarvoor geldende bedrag in mindering worden gebracht.
Artikel 5.1. Hoogte financiële tegemoetkoming in de kosten van woonvoorzieningen
De hoogte van een door het college te verlenen financiële tegemoetkoming voor een woonvoorziening als bedoeld in artikel 4.3., sub f bedraagt:
de hoogte van een door het college te verlenen financiële tegemoetkoming in de kosten van een voorziening als bedoeld in artikel 4.3, sub f van de Verordening is afhankelijk van de kale huur van de woonruimte, waarbij de kale huur maximaal gelijk is aan de maximale huurgrens waarvoor huursubsidie wordt verstrekt;
Artikel 5.3. Afschrijvingsschema
Het in artikel 4.8. van de Verordening genoemde afschrijvingsschema luidt als volgt:
De eigenaar-bewoner, die krachtens deze Verordening een financiële tegemoetkoming in de kosten van het treffen van een woonvoorziening ter waarde van minimaal het bedrag dat geldt voor het toepassen van de grens van het primaat van verhuizing heeft ontvangen, en die binnen een periode van 10 jaar na de datum van gereedmelding van de werkzaamheden de woning verkoopt, is gehouden om binnen een week na het passeren van de koopakte het college hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen. De eventuele meerwaarde die door het treffen van de voorziening is ontstaan, dient gedeeltelijk aan de gemeente te worden terugbetaald;