Organisatie | Aalsmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Begraafplaatsverordening Aalsmeer 2004 |
Citeertitel | Begraafplaatsverordening Aalsmeer 2004 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-03-2004 | 16-11-2012 | nieuwe regeling | 26-03-2004 - | 04-1866/LE |
De raad van de gemeente Aalsmeer;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 februari 2004, nr. 017; gelet op de Wet op de lijkbezorging;
Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door personeel van de begraafplaats of de begrafenisondernemer op aanwijzingen van en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzing van de beheerder op te volgen.
Artikel 9 Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn ten minste binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgifte termijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn tenminste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 17, tweede lid.
Artikel 10 Voorwaarden voor aanbieding tot begraving
Bij het ter begraving aanbieden van een kist of ander lijkomhulsel dient ten minste 24 uur voorafgaand aan het tijdstip van begraving een schriftelijke verklaring te worden overgelegd omtrent de aanwezigheid van de in voorgaande leden bedoelde materialen en voorwerpen. Indien van een lijkhoes gebruik wordt gemaakt, zal de aanbieder tevens moeten overleggen:
Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte der graven
Artikel 18 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf, na tien jaar wettelijke grafrust van laatst overledene. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college een schriftelijke mededeling aan de rechthebbende.
Niet-blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneerzij verwelkt zijn, doorde beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondelinge of schriftelijke aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.
Artikel 21 Verwijdering grafbedekking
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op te ruimen graf te plaatsen bordje door het college bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende van een eigen graf bij het college bekend is. In dat geval maakt het college aan hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend. Indien de rechten zijn verlopen over het eigen graf vervalt de vergunning tot het plaatsen/houden van een gedenkteken/monument.
Een onderhoudsrecht gedenkteken/monument eigen graven wordt uitgegeven per jaar. Bij afkoop van 10 en/of 20 jaar geldt de datum van eerste uitgifte van het eigen graf; daarna geldt de datum van verlenging. De vergunning vervalt indien de rechten zijn verlopen. Daarbij vervalt tevens het recht tot het plaatsen/houden van een gedenkteken/monument Tevens vervallen de rechten eigen graf en kan het college wanneer hij dat wenst tot ruiming overgaan.
Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het college ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 19 was verleend. De aanvraag moet worden ingediend binnen de in het tweede lid genoemde termijn.
Artikel 22 Onderhoud door de rechthebbende
Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht gedurende vier weken.
Hoofdstuk 6 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 24 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een eigen graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden, op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het eigen graf hen bekend is. In dat geval maakt het college hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend.
Het voornemen van het college om een algemeen graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden, op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbende gebracht. Nabestaanden kunnen schriftelijk een verzoek indienen bij het college tot herbegraven in een eigen graf of elders.
Hoofdstuk 7 Gedeelte voor kerkgenootschap
Artikel 25 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven
Het college kan na overleg met het bestuur van een kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking stellen van een kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats, nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 3, eerste lid, 11, tweede lid, 14 en 19, tweede lid, van deze verordening.
Op grond van het in het tweede lid genoemde verzoek stelt het college het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk er van in kennis dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft. De kennisgeving laat de bevoegdheid van het college onverlet om de rechthebbende op de graven ervan in kennis te stellen dat de grafbedekking moet worden onderhouden of hersteld.
Artikel 29 Graven onbepaalde tijd
Bestaande graven met een onbepaalde tijdsduur komen te vervallen indien is voldaan aan een van de volgende voorwaarden:
wanneer het onderhoud is verwaarloosd en de procedure als bedoeld in het 4e en 5e lid van artikel 28 van de Wet op de Lijkbezorging is gevolgd;