Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zwartewaterland

Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs en levens-beschouwelijk vormingsonderwijs op openbare basisscholen;

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZwartewaterland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening subsidiëring godsdienstonderwijs en levens-beschouwelijk vormingsonderwijs op openbare basisscholen;
CiteertitelVerordening godsdienst- en levensbeschouwelijk onderwijs
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200102-04-2020Onbekend

02-01-2001

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs en levens-beschouwelijk vormingsonderwijs op openbare basisscholen;

 

 

 

Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs en levens-beschouwelijk vormingsonderwijs op openbare basisscholen;

Artikel 1

Burgemeester en wethouders kunnen aan kerkelijke gemeenten, plaatselijke

kerken, of rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid die zich blijkens hun statuten het geven van godsdienstonderwijs ten doel stellen, dan wel volledig rechtsbevoegdheid bezittende organisaties op geestelijke grondslag, die levens-beschouwelijk vormingsonderwijs geven een tegemoetkoming verlenen in de kosten, voortvloeiende uit het binnen de schooltijden doen geven van godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs.

Artikel 2

Het onderwijs wordt gegeven in de schoollokalen die daarvoor beschikbaar zijn ge-steld en aan de leerlingen van de daarvoor in aanmerking komende groepen, voor-zover de ouders, voogden of verzorgers daartoe de wens te kennen hebben gegeven.

Artikel 3

De verantwoordelijkheid voor de inhoud van het godsdienstonderwijs respectievelijk levensbeschouwelijk vormingsonderwijs berust bij de instelling, welke dit onderwijs doet geven.

Artikel 4

De voor het geven van godsdienstonderwijs respectievelijk levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aangewezen leraren onthouden zich van het voeren van propa-ganda, hetzij voor het bijzonder onderwijs, hetzij voor enige instelling als bedoeld in artikel 51 van de Wet op het Primair Onderwijs.

Artikel 5

Het onderwijs wordt gegeven door leraren die voldoen aan de bepalingen van artikel 32, lid 2 van de Wet op het Primair Onderwijs.

Artikel 6

De tegemoetkoming per wekelijks gegeven lesuur van tenminste 45 minuten bedraagt f 3.000,-- per schooljaar, met dien verstande dat voor lesuren met een kortere tijdsduur een evenredig deel van de vergoeding wordt betaald.

Artikel 7

Om bij het berekenen van de in artikel 6 bedoelde tegemoetkoming in aanmerking te worden genomen, moet de les bezocht worden door tenminste 10 leerlingen. Hierbij kunnen leerlingen, die wegens ziekte verhinderd zijn de les bij te wonen, worden meegerekend, indien zij naar het oordeel van burgemeester en wethouders geacht kunnen worden regelmatig aan dit onderwijs deel te nemen.

Elke leerling mag voor de berekening van de in artikel 6 bedoelde tegemoetkoming slechts éénmaal worden meegeteld.

Artikel 8

Van ieder in artikel 1 genoemde instelling wordt per openbare basisschool maximaal één wekelijks gegeven lesuur per schooljaar vergoed.

Artikel 9

Voor het verkrijgen van de in artikel 6 bedoelde tegemoetkoming zendt de in artikel 1 bedoelde instantie binnen 30 dagen na afloop van het schooljaar bij burgemeester en wethouders een opgave in, vermeldende voor elke school afzonderlijk:

a.de naam van de leerkracht(en), belast met het geven van godsdienstonderwijs

respectievelijk levensbeschouwelijk vormingsonderwijs;

  • b.

    het aantal lesuren, dat werd gegeven;

  • c.

    de dagen en uren gedurende welke deze lesuren werden gegeven;

  • d.

    het aantal groepen;

  • e.

    de aantallen leerlingen, die iedere les hebben bijgewoond.

Deze opgave wordt, vóór inzending, door de directeur van de school gewaarmerkt.

Artikel 10

1.De leerkrachten gedragen zich naar de aanwijzingen door de directeur van de

school te geven. Zij verstrekken de directeur alle verlangde inlichtingen.

2.De in het eerste lid bedoelde aanwijzingen mogen niet de vorm of inhoud van de

lessen betreffen.

Artikel 11

De in artikel 1 bedoelde instantie zendt vóór 1 december van elk jaar aan burgemeester en wethouders een jaarverslag over het dan afgelopen schooljaar.

Artikel 12

In gevallen waarin de verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 13

1.Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening subsidiëring

godsdienst en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs op openbare basis-

scholen.

2.Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dag na de

bekendmaking.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Zwartewaterland

in zijn openbare vergadering van 2 januari 2001.

De secretaris, De voorzitter,

w.g. drs. I. de Muijnck w.g. drs. W.J. Plomp