Organisatie | Wormerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bomenverordening Wormerland |
Citeertitel | Bomenverordening Wormerland |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | bomen kapvergunning |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-06-1996 | Onbekend | 25-04-1996 Aktief, 28 mei 1996 | Onbekend |
In deze verordening wordt verstaan onder:
boom: een houtachtig, overblijvend gewas dat:
één of meer stammig kan zijn, waarbij in geval van meer-stammigheid de stammen zich bovengronds moeten vertakken;
en een dwarsdoorsnede van de stam, of bij meer stammigheid de dwarsdoorsnede van de dikste stam, van minimaal 10 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld heeft.
of - aangewezen is na oplegging van een herplant- of instandhoudingsplicht als bedoeld in artikel 7 van deze verordening.
boomwaarde: het getal dat wordt gevonden door het produkt van defactoren:
het aantal cm2 van de dwarsdoorsnede op 1,3 meter boven het maaiveld
de eenheidsprijs van f 10,35 per cm2, prijs zonodig jaarlijks aan te passen; de standplaatswaarde;
voor een historisch centrum 100%
voor binnen de bebouwde kom 90% voor het open-dorps gebied 80% voor het landelijk gebied 70%
de conditiewaarde (100%, 80%, 60%, 40%, 20%), door een taxateur of deskundige te bepalen;
Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor houtopstanden, dieop bosbouwkundige of bedrijfseconomische wijze worden geëxploiteerd, indien het betreft:
houtopstand, die deel uitmaakt van als zodanig bij het Bosschap geregistreerde bosbouwondernemingingen en niet gelegen is binnen de bebouwde kom tenzij de houtopstand een zelfstandige eenheidvormt en ofwel geen grotere oppervlakte beslaat dan 10 are, ofwel in geval van rij beplanting, gerekend over het totale aantal rijen; niet meer bomen omvat dan 20;
Burgemeester en wethouders kunnen bij het weigeren of onder voorschriftenverlenen van een vergunning tevens de boomwaarde als motivering hanteren. Zij kunnen bij de toepassing van de boomwaarde tevens naar redelijkheid en billijkheid besluiten.
Zij verwijzen zoveel mogelijk naar gemeentelijke bestemmings-, groen-, bomen-, of landschapsplannen.
De vergunning vervalt indien daarvan niet binnen maximaal één jaar na afgifte gebruik is gemaakt. In het geval het een vergunning voor meer dan één boom betreft is de vergunning voor deze bomen, geveld of niet, slechts voor één jaar geldig.
Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat, binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door burgemeester en wethouders te geven aanwijzingen, moet worden herplant. Indien een gemeentelijk bestemmings-, bomen-, groen- of landschapsplan de te vellen houtopstand direct of indirect alswaardevol omschrijft, wordt altijd een herplantplicht opgelegd.
Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zondervergunning van burgemeester en wethouders is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gedaan, kunnen burgemeester en wethouders aan de rechthebbende de verplichting opleggen te herbeplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.
Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in dezeverordening van toepassing is in het voortbestaan ernstig wordt bedreigdkunnen burgemeester en wethouders aan de rechthebbende de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.
Burgemeester en wethouders beslissen op een verzoek om schadevergoeding op grond van artikel 17, juncto artikel 13 vierde lid, van de Boswet
Indien zich op een terrein één of meer iepen bevinden die naar oordeel van burgemeester en wethouders gevaar opleveren voor verspreiding van de iepenziekte of voor vermeerdering van de iepenspintkevers, is de rechthebbende indien hij daartoe door de burgemeester en wethouders is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:
Handelen in strijd met artikel 2, artikel 4, eerste lid, artikel 6, eerste en tweede lid, artikel 7 en artikel 9, tweede lid en de krachtens deze artikelen gegeven voorschriften, of verplichtingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste driS maanden of geldboete van de derde categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechtelijke uitspraak. Bij de strafmaatbepaling kan rekening worden gehouden met de boomwaarde.
De opsporing van de in artikel 10 strafbaar gestelde feiten is opgedragen aan de in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering genoemde opsporingsambtenaren.
Zo dikwijls de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, wordt hierbij aan hen die met het toezicht op de naleving daarvan zijn belast of daaraan moeten meewerken en aan de opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 11, de last verstrekt gebouwen, niet zijnde woningen, en terreinen te betreden, desnoods tegen de wil van de rechthebbende.