Afdeling II. De vergunning
Artikel 2. Vergunningsplicht
- 1.
Het is verboden zonder een daartoe verleende aansluitvergunning een aansluiting op het openbaar riool tot stand te brengen of te wijzigen.
- 2.
Burgemeester en wethouders verlenen een aansluitvergunning alleen voor het tot stand brengen en in stand houden van een aansluiting tussen het particulier riool en de perceelaansluitleiding:
- a.
voor de afvoer van afvalwater inclusief hemelwater indien ter plaatse een gemengd stelsel aanwezig is;
- b.
voor de afvoer van afvalwater zonder hemelwater naar het daarvoor bedoelde buizenstelsel, indien ter plaatse een gescheiden stelsel aanwezig is;
- c.
voor de afvoer van hemelwater naar het daarvoor bedoelde buizenstelsel, indien ter plaatse een gescheiden stelsel aanwezig is;
- d.
voor de afvoer van afvalwater zonder hemelwater indien ter plaatse riolering onder over- en/of onderdruk aanwezig is.
- 3.
Indien meer dan één aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool tot stand dient te worden gebracht, alsmede wanneer meer dan één aansluiting dient te worden gewijzigd, is het eerste lid voor iedere aansluiting of wijziging afzonderlijk van toepassing.
- 4.
In de vergunning kunnen voorschriften worden opgenomen met betrekking tot:
- a.
het tot stand brengen van de aansluiting;
- b.
het onderhoud, de renovatie en de vervanging van de perceelaansluitleiding;
- c.
sloopwerkzaamheden op het perceel van de rechthebbende;
- d.
de periode waarvoor vergunning wordt verleend indien de aansluiting is bedoeld voor de afvoer van bronneringswater.
Artikel 3. De aanvraag om vergunning
- 1.
De aanvraag om een aansluitvergunning wordt door de rechthebbende van het aan te sluiten perceel schriftelijk door middel van een daartoe bestemd formulier ingediend bij burgemeester en wethouders.
- 2.
Bij de aanvraag om vergunning dienen tenminste de volgende gegevens te worden verstrekt:
- a.
naam en adres van de rechthebbende;
- b.
- c.
een situatieschets op een schaal van 1: 1000 of groter;
- d.
voor zover het lozing van bedrijfsafvalwater betreft, de aard en de hoeveelheid van de af te voeren vloeistoffen, waarbij dient te worden aangegeven of niet verontreinigd water, zoals regen- of koelwater, en/of verontreinigd water, zoals huishoudelijk of industrieel afvalwater, zal worden afgevoerd;
- e.
voor zover het lozing van huishoudelijk afvalwater betreft dient te worden aangegeven of niet-verontreinigd water, zoals regenwater en/of verontreinigd water, zoals huishoudelijk afvalwater, zal worden afgevoerd;
- f.
van het aan te sluiten of te wijzigen particulier riool tenminste de volgende gegevens:
- 1.
het leidingverloop en de dimensionering;
- 2.
de hoogteligging en het materiaal ter plaatse van het aansluitpunt;
- 3.
een duidelijk verschil in kleur of symbolen tussen de verschillende afvoerleidingen;
- 4.
de wijze waarop de functies van de verschillende leidingen van het particulier riool ter plaatse van het aansluitpunt zullen worden gemarkeerd.
- 3.
Indien de gegevens bedoeld in het tweede lid reeds zijn vastgelegd in de voor het perceel afgegeven bouwvergunning of een vergunning op grond van de Omgevingswet, kan bij de aanvraag om een aansluitvergunning voor dit perceel worden volstaan met het overleggen van een kopie van de gegevens uit deze vergunning.
- 4.
De aanvraag van een aansluitvergunning wordt slechts in behandeling genomen nadat bij de aanvraag alle in het tweede lid vermelde gegevens zijn verstrekt. Bij het ontbreken van gegevens wordt de rechthebbende daarover schriftelijk geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld deze gegevens binnen vier weken na kennisgeving daarvan alsnog aan te vullen.
Artikel 4. Weigeringsgronden
- 1.
Een aansluitvergunning kan slechts worden geweigerd indien aansluiting van een aansluitleiding op het openbaar riool of wijziging van die aansluitleiding vanwege technische, juridische of milieuhygiënische redenen bezwaarlijk is.
- 2.
Aansluiting van de aansluitleiding of wijziging hiervan is in ieder geval bezwaarlijk indien:
- a.
de hoogteligging van het aansluitpunt (binnenonderkant buis) lager ligt dan de bovenzijde van het openbaar riool, vermeerderd met 200 mm plus de benodigde hoogte voor het afschot van de aansluitleiding;
- b.
de bovenzijde van een lozingstoestel lager is gelegen dan 150 mm boven de kruin van de straat, tenzij via een pompinstallatie voorzien van een terugslagklep wordt aangesloten;
- c.
de gevraagde aansluiting een samengevoegde voorziening betreft, terwijl een gescheiden openbaar riool aanwezig is;
- d.
de gevraagde aansluiting een lozing voor afvalwater en/of bronneringswater betreft, waarvoor krachtens de geldende milieuwetgeving een vergunning benodigd is, maar niet is verleend, of niet aan de geldende algemene regels is voldaan;
- e.
het openbaar riool ter plaatse van de aansluitleiding niet over voldoende capaciteit beschikt om de hoeveelheid te lozen vloeistoffen te kunnen afvoeren;
- f.
het lozing van niet verontreinigd drainagewater betreft;
- g.
de gevraagde aansluiting een afvoerleiding voor niet verontreinigd bronneringswater betreft, die zonder bezwaar op het oppervlaktewater kan worden aangesloten of middels retourbemaling kan worden afgevoerd;
- h.
Een bouwvergunning of een vergunning ingevolge de Omgevingswet.
Artikel 5. Beslistermijn
1.Burgemeester en wethouders besluiten binnen 8 weken na ontvangst op de
aanvraag.
2.In afwijking van het eerste lid houden burgemeester en wethouders de
beslissing omtrent een aanvraag van een aansluitvergunning aan indien er geen reden is de vergunning te weigeren:
- a.
terwijl voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag moet worden gedaan of in behandeling is voor een bouwvergunning krachtens art. 5.1 Omgevingswet.
- b.
terwijl er voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag moet worden gedaan of in behandeling is voor een vergunning krachtens artikel artikelen 2.24, 2.25, 4.3, 4.4, 4.5, 4.7 en 16.88 Omgevingswet;
- 3.
Rechthebbende wordt zo spoedig mogelijk van de aanhouding op de hoogte
gesteld.
- 4.
Na verlening van de in lid 2 onder a en b bedoelde vergunningen, nemen
burgemeester en wethouders alsnog binnen 8 weken een besluit op de aanvraag.
Artikel 6. Hardheidsclausule
Burgemeester en wethouders kunnen van de bepalingen in afdeling II afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Afdeling III. De aansluiting
Artikel 7. Tijdstip van aansluiting
Zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 4 weken na datum van verlening van de aansluitvergunning stellen burgemeester en wethouders in overleg met rechthebbende een datum vast voor uitvoering van de aansluiting.
Artikel 8. Uitvoering aanleg of wijziging van de perceelaansluitleiding
- 1.
De uitvoering van de aanleg of wijziging van de perceelaansluitleiding, inclusief de aansluiting van het particulier riool op de perceelaansluitleiding vindt niet plaats anders dan door of vanwege de gemeente.
- 2.
De aansluiting van het particulier riool op de perceelaansluitleiding vindt slechts plaats wanneer het aan te sluiten particulier riool tot aan het aansluitpunt aanwezig is en voldoet aan de daaraan op grond van het Bouwbesluit of de Bouwverordening gemeente Zwartewaterland gestelde of te stellen eisen.
Afdeling VI. Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 11. Overgangsrecht
- 1.
De aanvragen om vergunning tot aansluiting of wijziging van een aansluiting die voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend, maar waarop op dat tijdstip nog niet is beslist, vallen onder de bepalingen van deze verordening.
- 2.
Op aansluitingen die op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening krachtens de tot dan geldende wetgeving en voorschriften tot stand zijn gebracht, zijn de bepalingen van afdeling IV en afdeling V van deze verordening van toepassing.
- 3.
Bij strijd van deze verordening met bepalingen in overeenkomsten gesloten
tussen de gemeente en de rechthebbende, prevaleert het bepaalde in deze overeenkomsten.
Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De “Verordening aansluiting riolering” van voorheen de gemeente Genemuiden en Zwartsluis, worden ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de aansluiting, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na datum van de bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de aansluitverordening riolering is 1 januari 2003.
- 4.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening aansluiting riolering gemeente Zwartewaterland 2003".