Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zwartewaterland

Fraudeverordening 2004

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZwartewaterland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingFraudeverordening 2004
CiteertitelFraudeverordening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-200401-10-2009Onbekend

01-07-2004

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Fraudeverordening 2004

 

 

 

fraudeverordening 2004

Artikel 1. Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van Zwartewaterland

  • b.

    de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);

  • c.

    bijstand: de bijstand zoals genoemd onder artikel 5 onder b van de Wet werk en bijstand;

  • d.

    alleenstaande: de persoon genoemd in artikel 4 onder a van de Wet werk en bijstand;

  • e.

    alleenstaande ouder: de persoon genoemd in artikel 4 onder b van de Wet werk en bijstand;

  • f.

    gezin: de personen genoemd in artikel 4 onder c van de Wet werk en bijstand;

  • g.

    recidive: het binnen een periode van 5 jaar wederom verwijtbaar niet nakomen, of niet volledig nakomen van de inlichtingenplicht;

  • h.

    benadelingsbedrag: het netto-bedrag aan bijstand dat ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend;

  • i.

    inlichtingenplicht: de verplichtingen genoemd in artikel 17 lid 1, 2 en 4 van de Wet werk en bijstand en de artikelen 28 lid 2 en 29 lid 1 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (SUWI);

  • j.

    maatregelenverordening: de verordening gebaseerd op artikel 8 lid 1 onder b van de Wet werk en bijstand;

  • k.

    fraude: het verwijtbaar, ten onrechte of tot een te hoog bedrag ontvangen van een bijstandsuitkering als gevolg van het verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen dan wel het ten onrechte in het geheel niet verstrekken van inlichtingen.

Artikel 2. Terugvordering

  • 1.

    Terugvordering van bijstand voor zover deze ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend als gevolg van het niet of niet volledig nakomen van de inlichtingenplicht genoemd in artikel 1 onder i van deze verordening door de personen genoemd in artikel 1 onder d, e en f van deze verordening, gebeurt met inachtneming van de bepalingen van deze verordening.

  • 2.

    Terugvordering van ten onrechte of tot een te hoog verleend bedrag aan bijstand vindt altijd plaats.

  • 3.

    Bij gebreke van tijdige betaling kan de vordering op grond van artikel 58, vierde lid van de wet, worden verhoogd met de wettelijke rente en de op de terugvordering betrekking hebbende kosten. Loonbelasting en de premies volksverzekeringen waarvoor de gemeente krachtens de Wet op de loonbelasting 1964 inhoudingsplichtige is, alsmede de ziekenfondspremie kunnen worden teruggevorderd voorzover deze belasting en premies niet verrekend kunnen worden met de belastingdienst en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

Artikel 3. De wijze van terugvorderen

  • 1.

    Indien het benadelingsbedrag gedurende het lopende kalenderjaar niet of niet volledig kan worden ingevorderd, wordt het resterende deel, met toepassing van artikel 58 lid 4 Wet werk en bijstand, na afloop van voornoemd kalenderjaar, verhoogd met de verschuldigde loonbelasting, de premies volksverzekeringen alsmede de ziekenfondspremie.

  • 2.

    In geval van terugvordering bij verwijtbaar gedrag van betrokkene, worden administratie- en invorderingskosten in rekening gebracht.

Artikel 4. Aangifte

Indien het benadelingsbedrag de € 6.000,= overschrijdt wordt door of namens het college Proces-verbaal opgemaakt en aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie.

Artikel 5. Verantwoording College

  • 1.

    De raad bepaalt jaarlijks de onderwerpen waarover het college dient te rapporteren.

  • 2.

    In ieder geval rapporteert het college aan de raad over:

    • a.

      het aantal gevallen waarin is vastgesteld dat bijstand ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend;

    • b.

      de verschillende vormen van fraude die zijn geconstateerd en de frequentie ervan;

    • c.

      of, en zo ja in hoeveel gevallen tot terugvordering is besloten onderscheidenlijk in hoeveel gevallen, met redenen omkleed, is afgezien van terugvordering;

    • d.

      of, en zo ja in hoeveel gevallen is ingevorderd en tot welk bedrag;

    • e.

      in hoeveel gevallen toepassing is gegeven aan het gestelde in artikel 6 van deze verordening;

    • f.

      in hoeveel gevallen aangifte heeft plaatsgevonden.

Artikel 6. Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen, op verzoek van de belanghebbende, ten gunste van de uitkeringsgerechtigde afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 7. Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.

Artikel 8. De inwerkingtreding

Deze verordening treedt op 1 oktober 2004 in werking

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Fraudeverordening gemeente Zwartewaterland, aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 1 juli 2004.

De Voorzitter, De griffier,

TOELICHTING OP DE FRAUDEVERORDENING

Inleiding

In artikel 8a van de WWB is bepaald dat de gemeenteraad in het kader van het financiële beheer bij verordening regels moet stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. Het doel van dit artikel is de handhaving van de WWB en het fraudebeleid op de agenda van de gemeenteraden te zetten.

Artikel 1 Begripsomschrijving

De begrippen die in deze verordening worden gebruikt, hebben dezelfde betekenis als de omschrijving in de WWB

Artikel 2 Terugvordering

In artikel 58, lid 1, onder a, van de WWB is vastgelegd dat het college van de gemeente die de bijstand heeft verleend kosten van bijstand kan terugvorderen wanneer de bijstand ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend.

In de fraudeverordening is vastgelegd dat de gemeente van deze bevoegdheid altijd gebruik zal maken. Uitgangspunt is dat alleen diegenen die recht hebben op een bijstandsuitkering, deze mogen ontvangen. In gevallen waarbij de bijstandsuitkering ten onrechte of tot een hoog bedrag is verstrekt ten gevolge van verwijtbaar gedrag, zal dus altijd terugvordering plaatsvinden.

Artikel 3 De wijze van terugvordering

In artikel 58, lid 4 van de WWB is vermeld dat bij gebreke van tijdige betaling de vordering kan worden verhoogd met de wettelijke rente en de op de terugvordering betrekking hebbende kosten. Loonbelasting en de premies volksverzekeringen waarvoor de gemeente die de bijstand verstrekt krachtens de Wet op de loonbelasting 1964 inhoudingsplichtige is, alsmede de ziekenfondspremie kunnen worden teruggevorderd, voorzover deze belasting en premies niet verrekend kunnen worden met de belastingdienst en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Van deze mogelijkheid zal door de gemeente gebruik worden gemaakt.

In geval van verwijtbaar gedrag van de klant waardoor de bijstand ten onrechte of tot een te hoog bedrag is vertrekt, wordt de klant verantwoordelijk gehouden voor gemaakte onkosten en administratieve kosten. Deze kosten worden dan ook bij de klant in rekening gebracht.

In het debiteurenplan zal worden toegelicht op welke wijze terugvordering exact zal plaatsvinden.

Artikel 4 Aangifte

Dit artikel voorziet in de strafrechterlijke afhandeling van fraudegevallen waarbij het benadelingsbedrag boven het door het Openbaar Ministerie (OM) vastgestelde grens ligt.

Artikel 5 Verantwoording College

In dit artikel wordt invulling gegeven aan de opdracht die door de raad, in het kader van haar kaderstellende en controlerende taak, aan het college is opgedragen. In dit artikel is benoemd dat er verantwoording wordt afgelegd aan de gemeenteraad en dat daarbij gebruik gemaakt zal worden van de onderdelen zoals benoemd.

Het interne controleplan zal een verdere invulling moeten geven aan wanneer en waaraan er verantwoording wordt afgelegd. In het intern controleplan zal tevens worden vastgelegd op welke manier de gegevens voor de diverse verantwoordingsverslagen worden verzameld.

Artikel 6 Hardheidsclausule

Ingeval de toepassing van de verordening leidt tot onbillijkheden van overwegende aard, kan het college afwijken van deze verordening.

Artikel 7 Onvoorziene omstandigheden

Dit artikel mandateert de bevoegdheid aan het college om een besluit te nemen in gevallen waarin deze verordening onverhoopt niet voorziet.

Artikel 8 en 9 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze verordening treedt per 1 oktober 2004 in werking en wordt aangehaald als fraudeverordening