Organisatie | Drimmelen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Havenverordening Drimmelen 1999 |
Citeertitel | Havenverordening Drimmelen 1999 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-07-1999 | 07-07-2018 | nieuwe regeling | 08-07-1999 't Carillon 15 juli 1999 | Onbekend |
HAVENVERORDENING DRIMMELEN 1999
Wordt in deze verordening een scheepsafmeting of verplaatsing genoemd, dan geldt de afmeting of de verplaatsing volgens de meetbrief. Wordt op vordering de meetbrief niet ter inzage gegeven of is geen meetbrief aanwezig, dan worden de afmetingen of verplaatsing geschat door de met de uitvoering van deze verordening belaste personen.
De schipper is verantwoordelijk voor de naleving van de bepalingen van deze verordening voor zover hij hierop direct invloed kan uitoefenen en onverminderd de verantwoordelijkheid van alle andere personen, voortvloeiende uit andere wettelijke regelingen. Hij is verplicht de hiertoe nodige maatregelen te nemen en de daartoe nodige bemanning en uitrusting aan boord te hebben.
Van 1 maart tot 1 november van elk kalenderjaar is het verboden de havens van de kern Drimmelen binnen te varen, of in de havens af te meren met vaartuigen welke een grotere lengte hebben dan 30 meter. Buiten deze periode is het toegestaan om met schepen tot maximaal 80 meter verblijf te kiezen in de industriehaven.
De schipper die geen vaste ligplaats voor zijn vaartuig in de haven heeft, is gehouden, zodra hij in de haven is binnengekomen, met het doel daar zijn vaartuig te meren en/of te water te laten, dan wel uit het water te halen zich te melden bij de havenmeester.
Zonder toestemming van de rechthebbende op de haven is het verboden zich met een vrachtvaartuig, een werkvaartuig of een woonschip in de haven te bevinden.
In de haven van Lage Zwaluwe is het de schipper van een vaartuig, dan wel de daarvoor verantwoordelijke persoon, welk vaartuig voor een perceel ligt afgemeerd, niet toegestaan dit vaartuig te doen uitsteken over de denkbeeldige lijn die wordt gevormd door doortrekking in een rechte lijn van de kadastrale grens tussen beide percelen, welke is aangegeven door een markering op de walkant.
In afwijking van het bepaalde in lid 2 is het de schipper van een vaartuig of de daarvoor verantwoordelijke persoon niet toegestaan dit vaartuig, wanneer dit is afgemeerd aan een der zijden van de lijn zoals die is aangegeven op de bij dit besluit behorende tekening, en welke lijn in de haven door middel van een duidelijke markering is aangegeven, over die lijn te doen uitsteken.
Het is verboden aan de gemeentelijke aanlegsteiger in de haven van Lage Zwaluwe, plaatselijk bekend onder de naam De Beurs en gelegen achter de woningen Nieuwlandsedijk 76 tot en met 82 enig vaartuig af te meren met uitzondering van pleziervaartuigen en dienstschepen van overheids- en semi-overheidsinstellingen, mits niet langer dan drie achtereenvolgende uren.
Door de havenmeester kan in bijzondere omstandigheden ontheffing van het in lid 4 gestelde verbod worden verleend voor zover het de in lid 4 genoemde categorieën vaartuigen betreft tot een maximum periode van 48 uur. In alle andere gevallen kunnen burgemeester en wethouders in bijzondere omstandigheden ontheffing verlenen van het in lid 4 gestelde verbod.
Het is, zonder toestemming van de havenmeester, verboden van een gemeerd liggend vaartuig de voortstuwer te laten werken, tenzij en voor zover nodig ter voorbereiding van het vertrek en op zodanige wijze dat daardoor geen schade aan derden of goederen kan worden veroorzaakt. Het beproeven van een nieuw ingebouwde of gerepareerde motor of ander voortstuwingswerktuig van een vaartuig mag slechts geschieden met toestemming van de havenmeester en uitsluitend op de daartoe aangewezen plaats.
Wanneer een vaartuig schade heeft veroorzaakt aan een ander vaartuig of aan enig havenwerk, zoals kade, aanlegsteiger of paal, moet de schipper alvorens zijn reis te vervolgen, hiervan ten spoedigste kennis geven of opgave doen aan de schipper van het beschadigde vaartuig en aan de havenmeester, gemeente- of politieambtenaar onder opgave van zijn naam en woonadres.
Het is verboden op een aanlegsteiger een vaartuig, voertuig of enig ander voorwerp te plaatsen of geplaatst te hebben, behoudens bij het onmiddellijk laden en lossen en/of in- en uitstappen van het vaartuig.
Het is verboden op andere plaatsen dan bij scheepswerven of op de daarvoor in de haven bestemde plaatsen een vaartuig te water te laten of uit het water te halen.
De schippers zijn verplicht zorg te dragen dat het invaren, uitvaren en het bevaren van de havens, benevens het verhalen van pleziervaartuigen niet langer duurt dan nodig is. De havens in en uitzeilen is alleen toegestaan indien de windkracht, de windrichting en overige omstandigheden zodanig zijn dat geen gevaar voor aanvaringen met andere vaartuigen, steigers en dergelijke zal ontstaan.
Het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel is niet van toepassing op zeilvaartuigen, welke voor het op- en aftuigen afmeren aan de in de havenmonding van de nieuwe jachthaven in Drimmelen aanwezige remmingwerken en op zeilvaartuigen welke ligplaats hebben of kiezen in het oostelijke gedeelte van de oude jachthaven, voor de tijd van het op- en aftuigen en/of het in- en uitvaren van de oude jachthaven te Drimmelen.
De schipper moet alle voorzorgsmaatregelen nemen en moet zich overigens zodanig gedragen, dat door zijn wijze van varen geen schade aan een gemeerd liggend of passerend vaartuig, aan een oever, aan een aanlegsteiger of enig ander havenwerk wordt toegebracht en dat het verkeer te water niet wordt gehinderd of overlast ondervindt.
Het is verboden zonder toestemming van de schipper of eigenaar, dan wel zonder toestemming en anders dan volgens aanwijzingen van de havenmeester een in de haven gemeerd liggend vaartuig los te maken of te verhalen.
Indien van een vaartuig enig voorwerp verloren raakt, dat drijvend of gezonken gevaarlijk of hinderlijk kan zijn, is iedere rechthebbende van een ligplaats die hiervan kennis neemt, verplicht hiervan onverwijld kennis te geven aan de havenmeester, gemeente- of politieambtenaar. De plaats waar het drijvende of gezonken voorwerp zich bevindt moet terstond worden gemarkeerd.
Een ieder die enig (vreemd) voorwerp in de haven of op de oever vindt, is verplicht hiervan onverwijld kennis te geven aan de havenmeester, gemeente- of politieambtenaar.
Onverminderd het bepaalde in de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren is het verboden in het water van de havens stoffen of voorwerpen, olie, brandbare vloeistoffen of vloeistoffen die het water kunnen verontreinigen, te brengen, te laten vallen, te laten afvloeien, te plaatsen of te laten, of stoffen of voorwerpen zodanig op de oever te plaatsen, dat gevaar bestaat dat deze stoffen of voorwerpen geheel of gedeeltelijk in de havens komen.
Zonder voorafgaande mondelinge toestemming van de rechthebbende op de haven is het de schipper verboden met een vaartuig geladen met licht ontvlambare, ontplofbare of giftige stoffen de haven binnen te varen of een ligplaats in te nemen. Bij het laden of lossen van licht ontvlambare, ontplofbare of giftige stoffen is de schipper verplicht tot naleving van de omtrent het vervoer bestaande wetten en besluiten, alle bijzondere voorzorgsmaatregelen te nemen, die hem door de rechthebbende worden voorgeschreven.
Een vaartuig mag alleen geladen of gelost worden op de daartoe bestemde of door de havenmeester aangewezen plaats. De havengebruikers zijn verplicht, indien ten gevolge van door hen of op hun last verrichte werkzaamheden restanten lading, emballage, puin, kalk, kolen, zand, grind, aarde of andere daarmee gelijk te stellen stoffen op een laad- of loswal of op een haventerrein zijn achtergebleven, te zorgen dat laad- en loswal of het haventerrein binnen de tijd van 1 uur na afloop van de te verrichten werkzaamheden geheel is gereinigd en/of ontdaan van de vorenvermelde stoffen of goederen.
Vaartuigen die ongeladen zijn, of niet direct geladen of gelost moeten worden, zullen op aanwijzing van de havenmeester plaats moeten maken en verhaald worden voor voertuigen die terstond moeten lossen of laden.
De schipper van een gemeerd liggend vaartuig, met uitzondering van schepen, die niet voor het beroepsgoederenvervoer, dan wel de sleep- of duwvaart worden gebezigd, moeten gedogen, dat een ander vaartuig terzijde van zijn vaartuig komt en daarover verbinding met de wal kan hebben, mits niet om te laden of te lossen.
Het is verboden, buiten het geval wanneer dit tengevolge enig wettelijk voorschrift of deze verordening verplicht is, geluidsignalen te geven.
Het is eenieder, die niet behoort tot de bemanning of passagiers van een vaartuig verboden, zonder toestemming van de schipper:
Onverminderd het bepaalde in artikel 431 van het Wetboek van Strafrecht is verboden in of op de haven of op een haventerrein tussen 20.00 uur en 7.00 uur muziek te maken of te hebben, of zodanig rumoer of burengerucht te veroorzaken, dat daardoor hinder of overlast kan ontstaan.
Het is verboden de in en rond de haven aangebrachte reddingsmiddelen te gebruiken, anders dan bij gevaar voor verdrinking.
De gemeente aanvaardt generlei aansprakelijkheid voor schade of ongevallen welke op enigerlei wijze voor de schipper of diens medegebruikers, voortvloeien uit het gebruik of het betreden van de havens, de kaden en de bijbehorende ruimten en terreinen. Door de ingebruikneming van een ligplaats vrijwaart de schipper de gemeente uitdrukkelijk tegen alle aanspraken welke terzake van dergelijke schaden of ongevallen jegens de gemeente worden gemaakt.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om, wanneer de omstandigheden er naar hun mening aanleiding toe geven, af te wijken van het bepaalde in deze verordening. Zij kunnen voorts voorzien in alle gevallen, waarin deze verordening naar hun oordeel niet of onvoldoende voorziet.
Indien een overtreding van de gebods- en verbodsbepalingen van deze verordening gepleegd wordt door een rechtspersoon, een vennootschap, enige andere vereniging van personen of een doelvermogen, zijn aansprakelijk de bestuurders, leden van het bestuur of commissarissen, alsmede zij, die tot het feit opdracht hebben gegeven of die feitelijk leiding hebben gehad bij het verboden handelen of nalaten.
Met de handhaving van de bepalingen van deze verordening en het opsporen van de overtredingen van de verordening, zijn de bij artikel 141 en 142 van het Wetboek van Strafvordering genoemde personen, havenmeester en gemeente-ambtenaar belast.
In de gevallen dat de zorg voor nakoming van enig voorschrift van deze verordening, dat strekt tot handhaving van de openbare rust of veiligheid of tot bescherming van het leven of de gezondheid van personen, dit vereist, wordt aan hen, die belast zijn met het opsporen van de overtredingen van deze verordening, de last verstrekt te allen tijde tegen de wil van de rechthebbende de tot woning ingerichte gedeelten van vaartuigen binnen te treden of te betreden, zulks met inachtneming van de bepalingen van de wet van 22 juni 1994 (Algemene wet op het binnentreden).
Ten aanzien van de jachthaven in Terheijden gelden de navolgende aanvullende regels en bepalingen.
Het aanbrengen of voeren van reclame op pleziervaartuigen, in welke vorm dan ook, is verboden. Uitgezonderd hiervan zijn vlaggen van rederijen, dan wel van schippersorganisaties of van watersportorganisaties.
De schippers zijn verplicht hun afvalstoffen op een door de havenmeester te bepalen wijze af te voeren naar de daarvoor aangewezen plaatsen.
Aan boord van een pleziervaartuig mogen zich niet meer dan twee gasflessen (butaan of propaan) bevinden, welke zijn aangesloten door middel van deugdelijke slangen en klemmen. De gasflessen dienen deugdelijk te zijn geplaatst, in een ruimte met voldoende ventilatie, zo mogelijk buiten het woonverblijf en buiten de motorruimte.
De schipper van een pleziervaartuig met motor is verplicht te zorgen dat steeds een goed werkend brandblusapparaat, geschikt voor het snel en doeltreffend bestrijden van benzine- en oliebrand, aan boord aanwezig is.
Burgemeester en wethouders behouden zich het recht voor bepaalde personen, indien daartoe aanleiding bestaat, de toegang tot de haven, de kade en de daarbij behorende ruimten en de terreinen te ontzeggen, dan wel uit de haven te doen verwijderen.