Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Cranendonck

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieCranendonck
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2010
CiteertitelVerordening toeristenbelasting 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 224

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201001-01-2011Onbekend

10-11-2009

Weekblad de Grenskoerier 18 november 2009

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2010

DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK

 

Gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Cranendonck d.d. 20 oktober 2009

 

Gelet op artikel 224 van de Gemeentewet

 

B E S L U I T

 

vast te stellen de: “VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 2010”

Artikel 1 Belastbaar feit  

Onder naam “toeristenbelasting wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht  

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtige die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 Vrijstellingen  

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verodening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 4 Maatstaf van heffing  

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 5 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing  

  • 1.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

    • a.

      kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijven zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatie nachtverblijf.

    • b.

      kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatie nachtverblijf.

    • c.

      vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van eenzelfde kampeermiddel gedurende een seizoen of een jaar.

    • d.

      volgtijdige standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de volgtijdige plaatsing van verschillende kampeermiddelen.

    • e.

      woning: een huis, een naar aard en inrichting vergelijkbare ander onderkomen of een deel van een huis of een vergelijkbaar onderkomen.

    • f.

      particulier: een natuurlijk persoon die buiten de uitoefening van een bedrijf of beroep gelegenheid biedt tot verblijf.

    • g.

      particulier verhuurde woning: een woning die door een particulier ter beschikking wordt gesteld voor het houden van verblijf met overnachting tegen een vergoeding in welke vorm dan ook.

     

  • 2.

    Voor particulier verhuurde woningen en voor kampeermiddelen op vaste of volgtijdige standplaatsen kan het aantal overnachtingen op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige forfaitair worden vastgesteld.

  • 3.

    Bij de forfaitaire berekening voor particulier verhuurde woningen wordt per woning:

    • a.

      het aantal overnachtende personen gesteld op het aantal slaapplaatsen;

    Het aantal nachten gesteld op:

    Als een woning in het belastingjaar geschikt is voor gebruik of alleen mag worden gebruikt gedurende:

    50

    Niet meer dan 3 maanden

    65

    Meer dan drie maanden maar niet meer dan 6 maanden

    69

    Meer dan 6 maanden maar niet meer dan 9 maanden

    72

    Meer dan 9 maanden maar niet meer dan 12 maanden

  • 4.

    Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op vaste standplaatsen wordt per standplaats:

    • a.

      het aantal overnachtende personen gesteld op,

    • -

      3 personen, indien het aantal slaapplaatsen 4 of minder bedraagt

    • -

      4 personen indien het aantal slaapplaatsen meer dan 4 bedraagt.

    Het aantal nachten gesteld op:

    Als een woning in het belastingjaar geschikt is voor gebruik of alleen mag worden gebruikt gedurende:

    50

    Niet meer dan 3 maanden

    65

    Meer dan drie maanden maar niet meer dan 6 maanden

    69

    Meer dan 6 maanden maar niet meer dan 9 maanden

    72

    Meer dan 9 maanden maar niet meer dan 12 maanden

  • 5.

    Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op volgtijdige standplaatsen, wordt per standplaats:

    • a.

      het aantal overnachtende personen gesteld op

    • -

      3 personen, indien het aantal slaapplaatsen 4 of minder bedraagt

    • -

      4 personen indien het aantal slaapplaatsen meer dan 4 bedraagt.

    • b.

      het aantal nachten gesteld op de gemiddelde bezetting per kalenderdag vermenigvuldigd met 365 dagen. De gemiddelde bezetting per kalenderdag is het gemiddelde van zes tellingen gedurende het belastingjaar, waarbij iedere telling binnen een afzonderlijke periode van twee maanden valt.

Artikel 6 Belastingtarief  

Het tarief bedraagt per overnachting € 0,76.

Artikel 7 Belastingjaar  

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing  

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Aanslaggrens  

Geen belastingaanslag wordt opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, gedurende het belastingjaar minder dan tien zal of heeft belopen.

Artikel 10 Termijnen van betaling  

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in vorige leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders  

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 12 Overgangsbepaling  

De "Verordening op de heffing en de invordering van Toeristenbelasting 2009" van 16 december 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding  

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

Artikel 14 Citeertitel  

Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening toeristenbelasting 2010".

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Cranendonck

in de openbare vergadering d.d. 10 november 2009.

DE RAAD VOORNOEMD,

De griffier,

Mr. P.J.F. Bemelmans

De voorzitter,

B.P. Meinema