Organisatie | Noord-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregeling beschikbaarheidsdiensten Noord-Holland 2013. |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling beschikbaarheidsdiensten Noord-Holland 2013. |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bereikbaarheid, beschikbaarheid, oproepen, vergoedingen, consignatiedienst |
Regeling vergoeding gladheidsbestrijding en vergoeding waakdienst bruggen en sluizen (RC0008) wordt ingetrokken.
Vergoeding consignatiedienst milieuklachtentelefoon (RC0012) wordt ingetrokken.
Beloning voor storingswachtdienst en brandwacht en bewakingsdienst (RC0009) wordt ingetrokken.
Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies, art. C.15
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-10-2015 | 01-01-2013 | 13-10-2015 | art.3 | 29-09-2015 Provinciaal blad, 2015, 116 | 683768-683775 |
01-01-2013 | 13-10-2015 | Onbekend | 13-11-2012 Provinciaal blad, 2012, 136 | 87431 |
Artikel 3. Toelagen voor beschikbaarheidsdienst
Voor het zich beschikbaar houden wordt een toelage toegekend op grond van artikel C.15, lid 1, van de CAP. De hoogte van de toelage wordt bepaald door het soort beschikbaarheidsdienst als bedoeld in artikel 2:
De toelagen in onderdelen a tot en met c zijn gebaseerd op een volledige week beschikbaarheidsdienst en bestaat uit de som van de dagelijkse vergoedingen die worden berekend op basis van een percentage van het in onderdeel a genoemde bedrag, te weten: 1º. voor een doordeweekse dag: 10%;2º. voor een zaterdag of zondag: 25%.
Haarlem, 13 november 2012
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.
Bij het opleggen van een beschikbaarheidsdienst moet men rekening houden met verschillende aspecten. Enerzijds zijn er regels over de arbeids- en rusttijden, anderzijds zijn er regels voor de vergoeding van de beschikbaarheidsdienst en de arbeid die uit die dienst voortvloeit. Deze regeling is bedoeld om het vergoedingenaspect te regelen. Vergoedingen voor arbeid die uit de beschikbaarheidsdienst voortvloeien zijn geregeld in art. C. 20 van de CAP.
Regels over arbeids- en rusttijd zijn vastgelegd in de Arbeidstijdenwet (ATW) en het Arbeidstijdenbesluit (ATB). De regels in het kort bij consignatie :
• Een werknemer mag niet langer dan 13 uur per 24 uur werken, inclusief de uren die voortkomen uit oproepen. Dit mag eens per 7 dagen ingekort worden tot 8 uur als de aard van het werk of het bedrijfsbelang dit nodig maakt.
• Per 4 weken mag een werknemer maximaal 14 dagen oproepbaar zijn.
• Per 4 weken moet een werknemer minimaal tweemaal 2 aaneengesloten dagen niet werken en ook niet oproepbaar zijn.
• Direct voor en na een nachtdienst mag een werknemer niet oproepbaar zijn. Dit mag tot 11 uur
voor een nachtdienst en pas weer vanaf 14 uur erna.
• Als een werknemer binnen 16 weken 16 keer of meer oproepbaar is tussen 00.00 uur en 06.00
uur, mag hij niet meer dan gemiddeld 40 uur per week werken binnen die 16 weken.
• Uitzondering: hij mag binnen deze 16 weken gemiddeld 45 uur per week werken onder de
In dit artikel wordt een nadere omschrijving gegeven van de in de regeling voorkomende begrippen als "ambtenaar" en "beschikbaarheidsdiensten".
De verplichting tot het verrichten van beschikbaarheidsdiensten is neergelegd in artikel D. 2, lid 5 van de CAP: de ambtenaar kan in het belang van de dienst worden verplicht zich buiten de voor zijn functie vastgestelde werktijden ter beschikking te houden teneinde bij oproep zo nodig bepaalde werkzaamheden/taken te verrichten.
Er worden 3 typen beschikbaarheidsdienst onderscheiden. Bij het eerste type beschikbaarheidsdienst is de beperking voor de ambtenaar dat hij/zij telefonisch bereikbaar moet zijn én binnen een door de verantwoordelijke directeur gestelde tijd aanwezig moet kunnen zijn op een bepaalde plek.
Bij het tweede en derde type beschikbaarheidsdienst is de beperking voor de ambtenaar dat hij/zij alleen telefonisch bereikbaar dient te zijn.
Bij het derde type beschikbaarheidsdienst, de zogenaamde achterwacht, wordt de ambtenaar beduidend minder gebeld.
Met betrekking tot de crisisorganisatie provincie Noord-Holland is de keuze gemaakt de kernstaf in te delen in beschikbaarheidsdienst b. en c. De manager en zijn vervanger ontvangen een beschikbaarheidstoelage conform artikel 3, lid c (achterwacht). De overige leden van de kernstaf ontvangen een beschikbaarheidstoelage conform artikel 3, lid b. Het operationele team is 7x24 uur bereikbaar en wordt geacht snel en adequaat te handelen bij rampen en zware ongevallen.
De beperking van de bewegingsvrijheid en/of psychische belasting is groter als de ambtenaar niet alleen bereikbaar moet zijn, maar ook binnen een bepaalde tijd op locatie aanwezig moet zijn. Daarom is de toelage van de type 1 beschikbaarheidsdiensten het hoogst.
De belasting en de vrijheidsbeperking van de type 2 beschikbaarheidsdiensten is groter dan bij de type 3 beschikbaarheidsdiensten, omdat deze ambtenaren beduidend meer worden gebeld. Daarom is de toelage voor type 2 beschikbaarheidsdiensten hoger dan de toelage voor type 3 beschikbaarheidsdiensten.
In onderdeel b is geregeld hoe de toelage voor een volledige week is opgebouwd uit dagvergoedingen. Deze dagvergoedingen zijn van toepassing als incidenteel – anders dan op basis van rooster – beschikbaarheidsdiensten worden gelopen. Bijvoorbeeld als invaller of omdat een (infrastructureel) project incidentele beschikbaarheid van een ambtenaar buiten de voor de functie geldende werktijden vereist. Of beschikbaarheid vereist is, is – op voorhand – ter beoordeling van de leidinggevende.
Ambtenaren krijgen de feitelijk gewerkte uren gecompenseerd in tijd-voor-tijd. De uren worden in tijd gecompenseerd en de overwerktoeslag in geld, conform het gestelde in artikel C.20, lid 2 van de CAP.
Ook voor de ambtenaren die hoger ingeschaald zijn dan schaal 10 wordt de gewerkte tijd vergoed in tijd-voor-tijd en een overwerktoeslag in geld.
De leidinggevende beslist of er sprake is van dienstbelang, waardoor het door de ambtenaar met de beschikbaarheidsdiensten opgebouwde overwerkverlof uitbetaald dient te worden.
Het opgebouwde overwerkverlof dient z.s.m. te worden opgenomen. Het is niet de bedoeling dat het met overwerk opgebouwde verlof opgespaard wordt om een lange periode van verlof (meer dan 4 weken) op te nemen.
Voor elke oproep geldt dat wordt uitgegaan van minimaal een half uur werktijd, ook al is de werkelijke werktijd minder geweest.
Als een medewerker na een oproep binnen dit half uur weer aan de slag moet, is de tussenliggende periode al werktijd. Een nieuwe oproep binnen dat half uur na die eerste oproep is dus geen oproep meer, maar geldt als werktijd.
Het is dus niet zo dat een ambtenaar voor iedere oproep altijd een half uur werktijd kan schrijven, omdat deze opeenvolgende oproepen al plaatsvinden in werktijd.
Werkt men langer dan een half uur aaneengesloten als gevolg van een oproep, dan wordt de daadwerkelijke gewerkte tijd vergoed.
Voorbeeld: A. wordt opgeroepen om 2.02 en om 2.20 uur. Hij is beide keren 20 minuten aan het werk geweest. De werktijd is dan van 2.02 tot 2.40 uur.
De leidinggevende heeft de mogelijkheid om deze opgave te doen per kwartaal of in een andere frequentie, bijvoorbeeld per (half) jaar.
De Uitvoeringsregeling beschikbaarheidsdiensten provincie Noord-Holland 2013 vervangt alle bestaande beschikbaarheids-, consignatie-, achterwacht- piket- en storingswachtdiensten. Ook het gevoerde beleid ten aanzien van de piketregeling voor de ambtenaren werkzaam bij het Kabinet, Sector Juridische Dienstverlening en Sector Communicatie wordt hierbij vervangen.