Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Den Haag.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Den Haag.
CiteertitelVerordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorziening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp2010/01

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

art 2 tweede lid van de Wet gemeentelijke antidiscriminatie voorziening en art. 149 van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-06-2017art. 1 en 2

08-06-2017

Gemeenteblad 102010, 2017

RIS296911, 2017
04-02-201001-01-201016-06-2017nieuwe regeling

14-01-2010

Posthoorn, 27-01-2010

rv 2 2010

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Den Haag.

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

1.

Wet:

de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

2.

Besluit:

het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

3.

De antidiscriminatievoorziening:

antidiscriminatievoorziening als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

4.

Klacht:

klacht bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de wet.

5.

Klachtbehandelaar:

klachtbehandelaar als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

6.

Klager:

Klager als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

7.

Ingezetene:

ingezetene als bedoeld in artikel 2 van de Gemeentewet.

8.

Ombudsman:

ombudsman als bedoeld in de Verordening gemeentelijke ombudsman 2006.

Artikel 2 Aanwijzing antidiscriminatievoorziening

Als antidiscriminatievoorziening wordt aangewezen de ombudsman.

Artikel 2a Onafhankelijkheid antidiscriminatievoorziening

  • 1.

    De ombudsman is ten aanzien van de uitoefening van zijn taken als antidiscriminatievoorziening niet ondergeschikt aan de raad, het college of enig ander gemeentelijk gezag.

  • 2.

    De beoordeling en begeleiding van de ombudsman hebben geen betrekking op de wijze waarop hij zijn taken als antidiscriminatievoorziening vervult.

  • 3.

    Disciplinaire straffen worden de ombudsman niet opgelegd ten aanzien van de behandeling van klachten op het gebied van de antidiscriminatievoorziening.

Artikel 3 Inrichting antidiscriminatievoorziening

Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de voorziening gewaarborgd.

  • 1.

    De antidiscriminatievoorziening draagt er zorg voor dat de klachtbehandelaars voldoen aan de vereiste deskundigheid voor de klachtenbehandeling en biedt de klachtbehandelaars de mogelijkheid hun deskundigheid te onderhouden en verder te ontwikkelen.

  • 2.

    De klager heeft in ieder geval de mogelijkheid om een klacht te melden:

    • -

      Per post;

    • -

      Per e-mail;

    • -

      Telefonisch;

    • -

      Op locatie.

Artikel 4 Protocol klachtenbehandeling

Het protocol voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 6 van de wet regelt in ieder geval:

  • a.

    De afdoeningstermijn van klachten;

  • b.

    De wijze van afdoening van klachten;

  • c.

    De registratie van klachten.

Artikel 5 Laagdrempeligheid antidiscriminatievoorziening

  • 1.

    Ingezetenen worden in de gelegenheid gesteld een klacht op een centrale locatie van de antidiscriminatievoorziening in Den Haag te melden.

Artikel 6 Verslaglegging

  • 1.

    De antidiscriminatievoorziening brengt jaarlijks vóór 1 maart verslag uit aan het college over de door de antidiscriminatievoorziening in het daaraan voorafgaande kalenderjaar geregistreerde klachten.

  • 2.

    Het verslag, bedoeld in het eerste lid, omvat geanonimiseerde gegevens over het aantal klachten dat door de antidiscriminatievoorziening in het voorafgaande kalenderjaar is geregistreerd en deze worden onderverdeeld naar:

    • a.

      grond of gronden van onderscheid of discriminatie;

    • b.

      maatschappelijk terrein;

    • c.

      aard van de klacht;

    • d.

      plaats van het voorval;

    • e.

      wijze van behandeling.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als: Verordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen.