Voor het door of vanwege de gemeente plegen van onderhoud op de wijze als omschreven in artikel 29 van de Beheersverordening begraafplaatsen 2006 wordt geheven: Voor een eigen graf, waarvoor het uitsluitend recht op begraven is verleend voor de tijd van 20 jaar, voor de duur van die periode Voor een eigen graf, waarvoor het uitsluitend recht als bedoeld in 4.1.1 is verlengd met 10 jaar, voor de duur van die periode Voor een eigen graf, waarvoor het uitsluitend recht op begraven vóór 1 januari 1996 is verleend voor onbepaalde tijd, per periode van 10 jaar Voor een eigen graf, waarvoor het uitsluitend recht op begraven is verleend voor onbepaalde tijd, voor de duur van 100 jaar Voor een eigen graf, waarvoor het uitsluitend recht als bedoeld in 4.1.4 is verlengd met 10 jaar, voor de duur van die periode Voor een eigen graf, waarvoor het uitsluitend recht op begraven op een zelfgekozen plek op een v.m. klasseafdeling is verleend voor onbepaalde tijd, voor de duur van 100 jaar Voor een eigen graf, waarvoor het uitsluitend recht als bedoeld in 4.1.6 is verlengd met 10 jaar, voor de duur van die periode Voor een eigen kindergraf, waarvoor het uitsluitend recht op begraven is verleend voor de tijd van 20 jaar, voor de duur van die periode Voor een eigen kindergraf waarvoor het uitsluitend recht als bedoeld in 4.1.8 is verlengd met 10 jaar, voor de duur van die periode Voor een eigen kindergraf, waarvoor het uitsluitend recht op begraven is verleend voor onbepaalde tijd, voor de duur van 100 jaar Voor een eigen urnenkelder, waarvoor het uitsluitend recht tot het bijzetten van asbussen met of zonder urnen is verleend voor de tijd van 20 jaar, voor de duur van die periode Voor een eigen urnenkelder, waarvoor het uitsluitend recht als bedoeld onder 4.1.11 is verlengd met 10 jaar, voor de duur van die periode Voor een eigen urnennis, waarvoor het uitsluitend recht tot het bijzetten van asbussen met of zonder urnen is verleend voor de periode van 20 jaar, voor de duur van die periode Voor een eigen urnennis waarvoor het recht als bedoeld onder 4.1.13 is verlengd met 10 jaar, voor de duur van die periode Voor een eigen gedenkplaats, waarvoor het uitsluitend recht tot plaatsing van een gedenkteken is verleend voor de tijd van 20 jaar, voor de duur van die periode Voor een eigen gedenkplaats, waarvoor het uitsluitend recht als bedoeld in 4.1.15 is verlengd met 10 jaar, voor de duur van die periode |