Organisatie | Tilburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening regelende het zich ontdoen van huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen, de al dan niet afzonderlijke inzameling van afvalstoffen en de met deze activiteiten verband houdende bescherming van het milieu |
Citeertitel | Afvalstoffenverordening gemeente Tilburg 2003 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
De historie bij ´Het overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen´ is mogelijk niet compleet. Er kunnen wijzigingen ontbreken tussen het ontstaan van de regeling en de eerste opgenomen wijziging daarvan.
Wet milieubeheer, art. 10.23
1.Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-03-2007 | 30-04-2010 | art. 48 | 12-03-2007 Gemeenteblad, 2007, 06 | 2007/045 | |
22-01-2004 | nieuwe regeling | 24-11-2003 Gemeenteblad, 2003, 29 | 2003/180 |
De raad van de gemeente Tilburg;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 10.23 van de Wet milieubeheer;
Verordening regelende het zich ontdoen van huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen, de al dan niet afzonderlijke inzameling van afvalstoffen en de met deze activiteiten verband houdende bescherming van het milieu (Afvalstoffenverordening gemeente Tilburg 2003)
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen.
Paragraaf 1.1. Begripsomschrijvingen.
In deze verordening wordt verstaan onder:
grof huisafval: huishoudelijke afvalstoffen die te groot en/of te zwaar zijn om op dezelfde wijze als andere huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst aan te bieden, met uitzondering van (afgedankte) elektrische en elektronische apparatuur, bouw- en sloopafval (zoals keukenblokken, sanitair en losse planken), autobanden en – onderdelen, alle tuinafval, asbest, chemisch afval (KCA), papier en karton.
zwerfafval: afval dat door mensen bewust of onbewust is weggegooid of achtergelaten op plaatsen die daar niet voor bestemd zijn of door indirect toedoen of nalatigheid van mensen op zulke plaatsen terecht is gekomen (zoals blikjes, flesjes, wikkels, patatbakjes, sigarettenpeuken kauwgomresten, kranten, folders en tissues).
Paragraaf 1.2. Vergunningsverlening c.a.
Indien een aanvraag om vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan acht weken voor het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, kan het college van burgemeester en wethouders de aanvrager in zijn aanvraag niet-ontvankelijk verklaren, indien zij van mening zijn dat de aard van de gevraagde vergunning of ontheffing zodanig is dat voor een verantwoorde beoordeling van de aanvraag onvoldoende tijd aanwezig is.
Persoonlijk of zakelijk karakter van de vergunning of ontheffing.
De vergunning of ontheffing is naams- dan wel persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.
Intrekking of wijziging van de vergunning of ontheffing.
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:
Inzage vergunning of ontheffing.
De houder van een vergunning of ontheffing is verplicht deze op eerste vordering van een ambtenaar belast met de zorg voor de naleving van een of meer bepalingen van deze verordening ter inzage af te geven aan deze ambtenaar.
Mandaatuitvoering aan gemeenteambtenaren.
Het college van burgemeester en wethouders kan de uitvoering van bepalingen van deze verordening, voor zover die uitvoering tot hun bevoegdheid behoort, opdragen aan door hen aan te wijzen gemeenteambtenaren.
Voor zover sprake is van termijnen in uren, bepaald door terugrekening van een tijdstip of gebeurtenis en deze eindigen op een vrijdag na 12.00 uur, een zaterdag, een zondag of een algemeen erkende feestdag, worden die termijnen geacht te eindigen om 12.00 uur op de voorgelegen dag, die geen zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is.
Hoofdstuk 3. Het zich ontdoen van huishoudelijke afvalstoffen.
Paragraaf 3.1. Het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen.
Het in bijzondere gevallen overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen.
Het college van burgemeester en wethouders kan regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen op afroep overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst.
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen anders aan de inzameldienst over te dragen of ter inzameling aan te bieden dan:
Wijze van overdracht of aanbieding van huishoudelijk afval en inzamelmiddelen.
Het overdragen of het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in inzamelmiddelen moet ordelijk geschieden door plaatsing daarvan, op een krachtens artikel 11, derde lid, vastgestelde inzameldag, op het voetpad, zo dicht mogelijk bij de rijweg, of, bij het ontbreken van een voetpad, aan de kant van de rijweg, of, indien aanwezig, op een collectieve inzamelplaats.
Het overdragen of aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in inzamelmiddelen staand in een gebouw (flat of appartementencomplex), moet ordelijk geschieden, en kan onder voorwaarden, gesteld door de inzameldienst als vermeld in artikel 11, eerste lid, door de inzameldienst uit de containerruimte worden gehaald ter lediging.
Het is verboden een van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor dit bestemd is.
In het belang van een doelmatige inzameling van huishoudelijke afvalstoffen kan het college van burgemeester en wethouders bepalen dat de inzamelmiddelen ter lediging aangeboden dienen te worden op een door hen te bepalen plaats nabij de percelen, of op een door hen aan te wijzen collectieve inzamelplaats.
Paragraaf 3.2. Het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe ter beschikking gestelde plaats.
Indien krachtens artikel 10.26, eerste lid onder c en artikel 10.27 van de wet een plaats binnen de gemeente is aangewezen, waar in voldoende mate gelegenheid geboden wordt huishoudelijke afvalstoffen achter te laten, stelt het college van burgemeester en wethouders de dagen, tijden en wijzen vast waarop dit kan geschieden.
Hoofdstuk 4. Het zich afzonderlijk ontdoen van bijzondere categorieën van huishoudelijke afvalstoffen (gescheiden inzameling).
Afzonderlijk overdragen of ter inzameling aanbieden van bijzondere categorieën huishoudelijke afvalstoffen.
Het is, in afwijking van het in hoofdstuk 3 bepaalde, verboden de volgende categorieën van huishoudelijke afvalstoffen anders dan afzonderlijk over te dragen of aan te bieden aan de inzameldienst of achter te laten in daartoe in de nabijheid van de percelen geplaatste bakken dan wel containers of op een daartoe ter beschikking gestelde plaats:
Ter inzameling aanbieden van huishoudelijk restafval en papier-afval in ondergrondse containers.
Het is verboden om afvalstoffen, met uitzondering van huishoudelijk restafval (GFT) en papierafval, in ondergrondse containers te deponeren.
Hoofdstuk 5. Het zich ontdoen van grof huisvuil en (afgedankte) elektrische en elektronische apparatuur
Verbod ontdoen grof huisafval en (afgedankte) elektrische en elektronische apparatuur.
Het in het eerste lid gestelde verbod geldt ook voor het overdragen van (afgedankte) elektrische en elektronische apparatuur of het aanbieden daarvan aan personen of instanties die bij of krachtens de wet voor de desbetreffende categorieën van de van huishoudens afkomstige afvalstoffen een inzamelplicht hebben gekregen.
Aanbieden en overdragen grof huisafval.
Het is mogelijk om (afgedankte) elektrische en elektronische apparatuur aan te bieden en over te dragen aan de inzameldienst of de voor bepaalde categorieën van huishoudelijke afvalstoffen daartoe aangewezen instantie op de wijze als bepaald in artikel 30 en 31 van deze verordening, indien dit wordt gemeld bij de grofvuillijn.
Hoofdstuk 6. Ontdoen van bouw- en sloopafval, autowrakken en zwerfafval.
Paragraaf 6.1. Ontdoen van bouw- en sloopafval.
Ter inzameling aanbieden van bouw- en sloopafval.
Het is verboden, bouw- en/of sloopafval in een inzamelmiddel ter inzameling aan te bieden aan de inzameldienst.
Hoofdstuk 7. Het zich ontdoen van andere categorieën van afvalstoffen.
Verontreiniging bij werkzaamheden aan de weg
Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen dan wel bij andere werkzaamheden de weg wordt verontreinigd, is degene die genoemde werkzaamheden verricht, alsmede, indien deze in opdracht handelt, zijn opdrachtgever verplicht:
indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of voor beschadiging van het wegdek oplevert, de weg terstond na de beëindiging van de werkzaamheden of, indien deze langer dan een dag duren, elke dag terstond na beëindiging van de werkzaamheden op die dag; te reinigen of te doen reinigen.
Wegwerpen van reclame- en strooibiljetten
Degene, die op de weg reclame- of strooibiljetten of dergelijke geschriften dan wel,
als vorm van reclame, gratis producten onder het publiek verspreidt, is verplicht
deze, indien zij in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een ander
voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen,
Aanwijzing andere categorieën afvalstoffen.
Het college van burgemeester en wethouders kan van derden afkomstige andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen (zoals textiel en kleding, olie, klein- en groot elektrisch afval) aanwijzen, die aan de inzameldienst kunnen worden overgedragen of ter inzameling aangeboden dan wel kunnen worden achtergelaten.
Hoofdstuk 8. Bepalingen ter bescherming van het milieu.
Voorkomen diffuse milieuverontreiniging.
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of aan degene die op grond van een vergunning bevoegd is tot inzameling, en evenmin voor door het college van burgemeester en wethouders aangewezen plaatsen voor door hen aangewezen afvalstoffen.
Verontreiniging van de weg en van terreinen
Het is verboden afval of vuilnis of enig andere dergelijke stof of voorwerp, die/dat aanleiding kan geven tot verontreiniging, beschadiging of onvoldoende afwatering van de weg, dan wel aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu, op of in de bodem, buiten een daarvoor bestemde verzamelplaats, te plaatsen, te storten, te werpen, uit te gieten, te laten vallen of lopen of te houden.
Het is verboden de in artikel 41 bedoelde afvalstoffen, niet zijnde gevaarlijke stoffen in de zin van de Wet milieugevaarlijke stoffen, zodanig te vervoeren dat de weg kan worden verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed. Onder het vervoeren wordt mede begrepen het parkeren van het motorrijtuig waarmede de stoffen worden vervoerd.
Het college van burgemeester en wethouders kan, in de openlucht, buiten de weg gelegen plaatsen aanwijzen waar het in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, verboden is afvalstoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben, anders dan met inachtneming van de door hen gestelde regels.
Hoofdstuk 9. Straf-, overgangs- en slotbepalingen.
Een gedraging in strijd met de artikelen 11, 13, 15 tot en met 17, 19 tot
en met 21, 23, 25 tot en met 31, 33, 34, 36 tot en met 47 is een
strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische
De opsporing van de in artikel 44 strafbaar gestelde feiten is, naast aan de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die krachtens artikel 17 van de Wet economische delicten zijn belast met de opsporing van overtredingen van voorschriften gegeven krachtens artikel 10.23 van de wet.
Vergunningen en ontheffingen - hoe ook genaamd verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 46 tweede lid blijven, indien en voorzover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft ook vervat is in deze verordening, en voorzover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken, van kracht tot de tijd waarvoor zij werden verleend is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing - hoe ook genaamd - op grond van de verordening bedoeld in artikel 46 tweede lid is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van deze verordening toegepast.
Op een aanhangig beroep- of bezwaarschrift betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste lid, dat voor of na het tijdstip waarop deze verordening in werking treedt, is ingekomen binnen de daarvoor geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 46 tweede lid.