Organisatie | Baarn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening compenserende maatregelen Wet Maatschappelijke Ondersteuning Baarn |
Citeertitel | Verordening compenserende maatregelen Wet Maatschappelijke Ondersteuning Baarn |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet maatschappelijke ondersteuning, artikel 5
Beleidsregels behorende bij de Verordening compenserende maatregelen Wet
maatschappelijke ondersteuning Baarn
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 26-09-2012 Elektronisch Gemeenteblad 14 november 2012 - week 46 - nr 20 | 12RV000050 |
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
College van burgemeester en wethouders.
Lid 3. Compenserende maatregelen
De plicht van het college om aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem maatregelen te treffen of voorzieningen te verstrekken ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan.
De mededeling van een belanghebbende aan het college dat hij beperkingen ondervindt op grond waarvan hij verzoekt een afspraak te maken voor een gesprek.
Het eerste contact na een aanmelding waarin met degene die maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke, collectieve, (wettelijk) voorliggende en/of individuele voorzieningen.
Het verzoek van een belanghebbende om in aanmerking te komen voor één of meerdere compenserende maatregelen.
Een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een aanmelding of een aanvraag doet of laat doen.
Een situatie van verlies van zelfstandigheid en met name een gebrek aan mogelijkheden tot deelname aan het maatschappelijk verkeer, veroorzaakt door belemmeringen die iemand ondervindt in zijn relatie met anderen, met zijn sociale omgeving.
Een voorliggende voorziening die weliswaar niet bestemd is voor, noch te gebruiken is door alle personen met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem, maar die anderzijds door iedereen waarvoor de voorziening wel bedoeld is op eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is, zonder een ingewikkelde aanvraagprocedure.
Lid 10. Algemeen gebruikelijke voorziening
Lid 11. Collectieve voorziening
Een voorziening die individueel wordt verstrekt maar die door meerdere personen tegelijk wordt gebruikt, bijvoorbeeld het collectief vraagafhankelijk vervoer.
Lid 12. Voorliggende voorziening
Een voorziening die normaal in de maatschappij aanwezig en beschikbaar is en bedoeld voor iedereen die daar behoefte aan heeft.
Lid 13. Wettelijk voorliggende voorziening
Een voorziening op grond van een wettelijke bepaling anders dan ingevolge de wet, waarmee het resultaat geheel of gedeeltelijk bereikt kan worden.
Lid 14. Individuele voorziening
Een voorziening die door het college ten behoeve van één persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem wordt verstrekt. Deze stelt hem in staat om een huishouden te voeren; zich te verplaatsen in en om de woning; zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel; medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan.Lid 15. Gebruikelijke zorg
De zorg die op het gebied van het voeren van het huishouden voor alle leden van een leefeenheid als algemeen aanvaardbaar wordt beschouwd. Zoals omschreven in het protocol “gebruikelijke zorg bij hulp in het huishouden” van het CIZ, herziene versie d.d. oktober 2006.
Een voorziening, in te zetten om het resultaat te bereiken, zoals omschreven in hoofdstuk 2 van deze verordening, te bereiken, in de vorm van goederen in (bruik)leen of in eigendom, of als persoonlijke dienstverlening.
Lid 17. Persoonsgebonden budget
Een geldbedrag om te gebruiken voor het te bereiken resultaat, zoals omschreven in hoofdstuk 2 van deze verordening, als alternatief voor een voorziening in natura.
Lid 18. Financiële tegemoetkoming
Een geldbedrag, al dan niet forfaitair of gemaximeerd, bedoeld om een voorziening mee aan te schaffen voor het te bereiken resultaat, zoals omschreven in hoofdstuk 2 van deze verordening,
Een persoon die langdurige zorg biedt die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden. De zorg wordt geleverd aan een hulpbehoevende uit diens directe omgeving. De zorgverlening vloeit rechtstreeks voort uit de sociale relatie en deze overstijgt de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar.
De plaats waar een persoon daadwerkelijk de meeste nachten per jaar doorbrengt.
Een inkomensafhankelijk bedrag dat het college oplegt. Eigen bijdrage geldt bij een voorziening in natura of PGB die kostendekkend wordt geacht. Het CAK berekent, stelt vast en int vervolgens de eigen bijdrage. Op de eigen bijdrage zijn de regels van het landelijk Besluit maatschappelijke ondersteuning van toepassing.
Eigen aandeel geldt bij een verstrekking van een financiële tegemoetkoming, die al dan niet kostendekkend is. Het college is in eerste instantie verantwoordelijk voor het berekenen, vaststellen en innen van het eigen aandeel, maar kan deze taak mandateren aan het CAK. Op het eigen aandeel zijn de regels van het landelijk Besluit maatschappelijke ondersteuning van toepassing.
Hoofdstuk 2. Resultaatgerichte compensatie
Artikel 2. De te bereiken resultaten
Compenserende maatregelen en/ of voorzieningen zijn gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van een belanghebbende. Daartoe treft het college compenserende maatregelen en/of voorzieningen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning die belanghebbende in staat stellen:
De op basis van compenserende maatregelen en/of voorzieningen te bereiken resultaten zijn:
Hoofdstuk 3. voorwaarden om te komen tot compenserende maatregelen/te bereiken resultaten
Artikel 3. Aanspraak op individuele compenserende maatregelen en/of voorzieningen
Een belanghebbende komt in aanmerking voor compensatie indien:
Artikel 4. Geen individuele compenserende maatregelen en/of voorzieningen
Geen individuele compenserende maatregelen en/of voorzieningen vinden plaats indien:
een compenserende maatregel en/of voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze, dan wel krachtens de aan deze voorafgaande “Verordening Wmo gemeente Baarn 2007” of “Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Baarn” is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de compenserende maatregel en/of voorziening, nog niet is verstreken. Tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen;
Artikel 5. Verantwoordelijkheid van het college
Het college houdt rekening met de capaciteit van de aanvrager om uit een oogpunt van de kosten zelf in maatregelen te voorzien, zoals is bepaald in artikel 4 lid 2 van de wet. Hieronder wordt mede verstaan de mogelijkheden van de belanghebbende om de eigen omstandigheden te verbeteren en departicipatie te bevorderen.
Artikel 6 Verantwoordelijkheid van belanghebbende
Van belanghebbende wordt verwacht dat deze voorafgaand aan een aanvraag voor individuele compensatie gezocht heeft naar mogelijkheden om zelf te voorzien in een adequate oplossing voor zijn ondersteuningsvraag. Gebruik makend van eigen mogelijkheden, de mogelijkheden van zijn sociale netwerk en beschikbare (wettelijk) voorliggende, algemeen gebruikelijke en collectieve voorzieningen.
Van een belanghebbende wordt verwacht dat deze tijdig anticipeert op ondersteuningsvragen die voortkomen uit levensloopgerelateerde fasen en hier ook binnen zijn eigen mogelijkheden de mogelijkheden van zijn sociale netwerk en beschikbare (wettelijk) voorliggende, algemeen gebruikelijke en collectieve voorzieningen maatregelen treft.
Van belanghebbende wordt verwacht dat deze verantwoordelijk is voor het verbeteren en of optimaliseren van de lichamelijke en geestelijke gezondheid en individuele psycho-sociale omstandigheden. Waar nodig met ondersteuning van zijn sociale netwerk en/ of (professionele) hulpverleners, mantelzorgers of vrijwilligers.
Artikel 7. Aanmelding en aanvraag
Aan een aanvraag voor een individuele voorziening gaat een aanmelding voor een gesprek vooraf
De aanvraag voor een individuele maatregel en/of voorziening moet schriftelijk of elektronisch plaatsvinden en moet ondertekend zijn, conform de Algemene wet bestuursrecht.
Een besluit wordt binnen een redelijke termijn genomen, conform de richtlijnen van de Algemene wet bestuursrecht.
Indien er afwijkende omstandigheden zijn, zoals het opvragen van een medisch advies of offertes, kan de termijn verlengd worden, conform de Algemene wet bestuursrecht.
Voor het bepalen van de mate van compensatie, kan het college de belanghebbende uitnodigen om uitgebreider op de ondersteuningsvraag en sociaal (medische) situatie in te gaan met één of meer daartoe aangewezen deskundigen.
Artikel 10. Wijziging situatie
Belanghebbenden aan wie krachtens deze verordening compensatie is geboden, zijn verplicht zo spoedig mogelijk en schriftelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op aanwezige compenserende maatregelen en/of voorzieningen.
Het college kan een beschikking, op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:
Een beschikking tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van het middel waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.
Indien het college de beschikking, waarbij een voorziening op grond van deze verordening is verleend, intrekt, kan zij:
de voorziening in natura van aanvrager terugvorderen. Indien de terugvordering een voorziening in natura betreft die vanwege de aard niet of niet meer feitelijk kan worden overgedragen aan het college, wordt de omvang van de terugvordering bepaald op de hoogte van de oorspronkelijke investerings/aanschafwaarde, rekening houdend met de reguliere afschrijving ervan.
Indien een situatie zoals omschreven in lid 1 het gevolg is van aantoonbare overmacht, ziet het college af van de mogelijkheid tot intrekking en terugvordering.
Hoofdstuk 5. Beoordeling van de te bereiken resultaten
Artikel 12. Het maken van een afweging
Bij de beoordeling of en welke compenserende maatregelen noodzakelijk zijn, gaat het college uit van de behoeften en persoonskenmerken van de belanghebbende, alsmede de capaciteit van de aanvrager om uit oogpunt van de kosten zelf in de maatregelen te voorzien. Daarbij zal onderzoek gedaan worden naar de noodzaak en mogelijkheid tot leveren van maatwerk ten aanzien van het te bereiken resultaat binnen de grenzen van deze verordening.
Alle eigen mogelijkheden, vrijwillige diensten en (wettelijke) voorliggende, algemeen gebruikelijke en collectieve voorzieningen, alsmede mede huisgenoten die gebruikelijke zorg kunnen verlenen, die beschikbaar en bruikbaar zijn, worden, als ze al niet tot een oplossing hebben geleid in het gesprek, of als er geen gesprek heeft plaatsgevonden, eerst beoordeeld.
Paragraaf 2. De te bereiken resultaten
Artikel 13. Een schoon en leefbaar huis
Het eerste te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het kunnen wonen in een huis dat schoon is. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken en sanitaire ruimten.
Met het oog op een schoon en leefbaar huis kan een individuele voorziening en/of maatregel getroffen worden voor het lichte en/of het zware huishoudelijke werk.
Artikel 14. Wonen in een geschikt huis
Het tweede te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het normaal gebruik kunnen maken van de woning waar men over beschikt. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken, sanitaire ruimten, berging, tuin of balkon.
Met het oog op het normale gebruik van de woning kan een individuele voorziening en/of maatregel worden getroffen ten aanzien van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de woning.
Voor zover de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning en verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden.
In afwijking van het gestelde in het eerste lid kan een woonvoorziening getroffen worden voor het bezoekbaar maken van één woning indien de belanghebbende zijn hoofdverblijf heeft in een AWBZ-instelling dan wel vergelijkbare situatie. De aanvraag voor het bezoekbaar en/of logeerbaar maken wordt ingediend in de gemeente waar de aan te passen woning staat. Onder bezoekbaar maken wordt uitsluitend verstaan dat de belanghebbende de woning kan bereiken, de woonkamer en een toilet kan gebruiken. Onder logeerbaar wordt uitsluitend verstaan dat de belanghebbende de woonruimte kan bereiken en de woonkamer, een toilet, de natte cel en een slaapruimte kan gebruiken.
Artikel 15. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften
Het derde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het voorzien zijn van de dagelijks benodigde hoeveelheid voedsel voor maaltijden en andere momenten waarop iets genuttigd wordt, evenals toiletartikelen en schoonmaakartikelen. Ook de noodzakelijke bereiding van maaltijden kan hieronder vallen.
Met het oog op het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften kan een individuele voorziening en/of maatregel worden getroffen ten aanzien van het doen van boodschappen, voor wat betreft levensmiddelen, schoonmaakmiddelen, en toiletartikelen, alsmede het bereiden en aanreiken van maaltijden.
Artikel 16. Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding
Het vierde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het aanwezig zijn van kleding in gewassen en zonodig gestreken, opgevouwen of opgehangen staat.
Met het oog op het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding kan een individuele voorziening en/of maatregel worden getroffen ten aanzien van het wassen, drogen en strijken en opruimen van de dagelijkse was.
Artikel 17 Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren
Het vijfde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit de dagelijkse, gebruikelijke zorg voor in het huishouden aanwezige kinderen.
Met het oog op het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening en/of maatregel worden getroffen ten aanzien van het – zo mogelijk tijdelijk ter overbrugging van een periode noodzakelijk voor het nemen van meer definitieve maatregelen – vervangen van de ouder die in principe voor de kinderen zorgt.
Artikel 18. Zich verplaatsen in en om de woning
Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en om de woning bestaat uit het in staat zijn de woonkamer, het slaapvertrek en/of de slaapvertrekken, het toilet en de douche, de berging, de tuin of het balkon te kunnen bereiken en er zich zodanig kunnen redden dat normaal functioneren mogelijk is.
Met het oog op het verplaatsen in en om de woning kan een individuele voorziening en/of maatregel worden getroffen bestaande uit een rolstoel voor dagelijks zittend gebruik.
Artikel 19. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel bestaat uit het kunnen doen van dagelijkse boodschappen, het kunnen bezoeken van familie, kennissen en het doen van gewenste activiteiten, alles binnen de directe woon- en leefomgeving.
Met het oog op het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, kan een individuele voorziening en/of maatregel worden getroffen ten aanzien van het verplaatsen over de korte afstand rond de woning en het verplaatsen over de langere afstand binnen de directe woon en leefomgeving.
Artikel 20. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten
Het te bereiken resultaat ten aanzien van de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten bestaat uit het zo mogelijk kunnen afleggen van gewenste bezoeken en het deelnemen aan gewenste activiteiten.
Met het oog op de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten kan een individuele voorziening en/of maatregel worden getroffen ten aanzien van het vervoer naar de gewenste bestemmingen.
Hoofdstuk 6. Verstrekking in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming. Eigen bijdragen en eigen aandeel
Paragraaf 3. Verstrekking als persoonsgebonden budget
Artikel 23. Overwegende bezwaren
Het college legt in de ”Beleidsregels bij de verordening compenserende maatregelen gemeente Baarn” vast in welke situaties sprake is van overwegende bezwaren waardoor er geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt.
Paragraaf 5. Eigen bijdrage en eigen aandeel
Artikel 26. Eigen bijdragen en eigen aandeel
Bij het verstrekken van een maatregel is een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd ten aanzien van de volgende resultaten:
De eigen bijdrage/aandeel wordt opgelegd vanaf de inwerkingtreding van deze verordening op alle beschikkingen dan wel voorlopige beschikkingen met een datum vanaf 1 januari 2013.
Het college stelt nadere regels met betrekking tot de te verstrekken compenserende maatregelen en voorwaarden waaronder deze compenserende maatregelen worden verstrekt en regels met betrekking tot eigen bijdrage/aandeel in de “Beleidsregels bij de verordening compenserende maatregelen Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Baarn”.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende ”Beleidsregels bij de verordening compenserende maatregelen Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Baarn” geldende bedragen verhogen of verlagen aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie.
De directeur van het Servicebureau|Gemeenten wordt op grond van deze verordening gemandateerd tot het jaarlijks toepassen van het prijsindexcijfer. Jaarlijks, in de maand december, na de bekendmaking van het prijsindexcijfer, past het Servicebureau|Gemeenten de normbedragen aan en stuurt deze ter kennisgeving aan de gemeente.
Bij mandatering blijft de gemeente zelf eindverantwoordelijk voor het te nemen besluit.
Toelichting op artikel 4 Geen individuele compenserende maatregelen en/of voorzieningen
A.als belanghebbende kosten heeft gemaakt of verplichtingen is aangegaan voordat de noodzaak van compenserende maatregelen en/of voorzieningen is vastgesteld en toegekend. Een uitzondering hierop is het voordoen van een crisissituatie (zie ook toelichting);
In crisissituaties waarin tot onmiddellijke compensatie overgegaan moet worden, kan binnen zes weken nadat de maatregel is genomen een aanvraag voor de vergoeding van de kosten van deze maatregel bij de gemeente Baarn ingediend worden.
Deze aanvraag zal op basis van de Verordening compenserende maatregelen Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2013 en de bijbehorende beleidsregels beoordeeld worden. Dat wil zeggen dat de gemeente onder andere specifiek zal beoordelen of:
Een crisissituatie is een situatie waarbij onmiddellijke compensatie nodig is van een beperking op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Een crisissituatie kenmerkt zich door:
Alleen indien de aanvraag voldoet aan alle bovengenoemde criteria, kan tot een vergoeding van de gemaakte kosten overgegaan worden. Voor het bepalen van de omvang van de vergoeding wordt uitgegaan van de goedkoopst compenserende maatregel zoals deze door de gemeente zou zijn ingezet.