Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke Regeling Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond 2000 |
Citeertitel | Gemeenschappelijke Regeling Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond 2000 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Gemeenteblad 2000-62 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-06-2000 | Onbekend | 08-06-2000 Gemeenteblad 2000-62 | Raadsstuknummer: 2000-426 |
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 mei 2000, 00ABZ02443 (raadsstuk 2000-426);
dat Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op 20 februari 1986 als samenwerkingsgebied, bedoeld in artikel 3, lid 1 van de Brandweerwet 1985, hebben aangewezen de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Dirksland, Goedereede, Hellevoetsluis, Maassluis, Middelharnis, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne;
dat op 15 november 1994 de gemeenten Krimpen aan den IJssel, Oostflakkee, Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk zijn toegevoegd aan het samenwerkingsgebied als bedoeld in artikel 3, lid 1 van de Brandweerwet 1985;
dat Provinciale Staten van Zuid-Holland op 13 december 1990 als samenwerkingsgebied, bedoeld in artikel 4, lid 1 van de Wet ambulancevervoer hebben aangewezen de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Dirksland, Goedereede, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Maassluis, Middelharnis, Oostflakkee, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne;
dat op 15 november 1994 de gemeenten Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk zijn toegevoegd aan het samenwerkingsgebied als bedoeld in artikel 4, lid 1 van de Wet ambulancevervoer;
dat Provinciale Staten van Zuid-Holland in april 1993, door middel van besluit 3980, de Kroon hebben geadviseerd als samenwerkingsgebied, bedoeld in artikel 5 lid 1 van de Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen, aan te wijzen de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Bernisse, Bleiswijk, Brielle, Capelle aan den IJssel, Dirksland, Goedereede, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Maassluis, Middelharnis, Oostflakkee, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne;
dat voornoemde gemeenten, respectievelijk hun bestuursorganen, verplicht zijn gemeenschappelijke regelingen te treffen op grond van artikel 3, lid 1 van de Brandweerwet 1985, van artikel 5, lid 2 van de Wet ambulancevervoer, artikel 5, lid 1 van de Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen;
dat het gewenst is dat een geïntegreerde regionale brandweeralarmcentrale/centrale post ambulancevervoer wordt ingesteld en in stand gehouden die wordt beheerd door één gemeenschappelijke regeling;
dat door integratie van de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Brandweer Noordelijke Delta, de Gemeenschappelijke Regeling Centrale Post Ambulancevervoer Goeree Overflakkee en de Gemeenschappelijke Regeling Centrale Post Ambulancevervoer Rijnmond in 1991 de gemeenschappelijke regeling van de Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond is gevormd;
dat het voorts gewenst is dat deze gemeenschappelijke regeling belast wordt met de overige wettelijke taken genoemd in artikel 3 van de Brandweerwet 1985;
dat het voorts gewenst is dat deze gemeenschappelijke regeling belast wordt met de wettelijke taken genoemd in artikel 8 van de Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen;
gelet op de Brandweerwet 1985, de Wet ambulancevervoer, de wet geneeskundige hulpverlening bij rampen, de Gemeentewet en de Wet Gemeenschappelijke Regelingen;
tot het treffen van de gemeenschappelijke regeling Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond 2000.
De Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond is een regionaal samenwerkingsverband van de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Bernisse, Bleiswijk, Brielle, Capelle aan den IJssel, Dirksland, Goedereede, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Maassluis, Middelharnis, Oostflakkee, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne.
Daar waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere Wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komen in die artikelen in de plaats van de gemeente, de raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, onderscheidenlijk: het openbaar lichaam, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter.
Het openbaar lichaam heeft tot doel:
het onder alle omstandigheden bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van werkzaamheden ter zake van het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt, het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand, het beperken en bestrijden van rampen en overigens het bevorderen van een goede hulpverlening bij ongevallen en rampen;
De aanwijzing van de leden en plaatsvervangende leden van het algemeen bestuur vindt plaats in de eerste vergadering van de raden in nieuwe samenstelling, te houden op de dag met ingang waarvan de leden van de raad in oude samenstelling aftreden. De raden sturen hiervan schriftelijk bericht aan het openbaar lichaam.
De leden van het algemeen bestuur kunnen te allen tijde ontslag nemen. Van dit ontslag stellen zij de voorzitter van het algemeen bestuur, alsmede de voorzitter van de raad die hen heeft aangewezen, schriftelijk op de hoogte. Onverminderd het bepaalde in artikel 13, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, behouden leden van het algemeen bestuur, die ontslag hebben genomen, hun lidmaatschap totdat onherroepelijk in hun opvolging is voorzien.
De Geneeskundige Inspecteur van de Volksgezondheid voor de provincie Zuid-Holland, de door Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland aangewezen ambtenaar, belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde in de Wet ambulancevervoer en de Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen, alsmede de aangewezen ambtenaar belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde in de Brandweerwet 1985, wordt een kennisgeving van de vergaderingen van het algemeen bestuur toegezonden. Zij zijn bevoegd deze vergaderingen bij te wonen en hebben daarin een raadgevende stem.
Bij het nemen van besluiten door het algemeen bestuur brengen de leden voor de gemeente die zij vertegenwoordigen ieder één stem uit, met uitzondering van de leden die een gemeente vertegenwoordigen met een inwonertal boven 50.000. Zij brengen voor elk volgend 50.000-tal, of gedeelte daarvan, één stem meer uit tot een maximum van elf stemmen per gemeente.
Het dagelijks bestuur bestaat in principe uit minimaal zeven leden en maximaal acht leden aan te wijzen door en uit de leden van het algemeen bestuur. Onder hen bevinden zich in ieder geval de door het algemeen bestuur uit zijn midden aangewezen voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter, de secretaris en de penningmeester.
Voor de vergaderingen van het algemeen bestuur roept hij de leden -spoedeisende gevallen daargelaten- ten minste tien werkdagen voor het houden van de vergadering door middel van een schriftelijke kennisgeving op. In deze kennisgeving zijn de punten vermeld, die ter vergadering zullen worden behandeld, terwijl de daarbij behorende bescheiden zoveel mogelijk zullen worden toegezonden.
De werkzaamheden ter uitvoering van de taakstelling, bedoeld in artikel 4, worden opgedragen aan een algemeen directeur, de regionaal commandant en de regionaal geneeskundig functionaris ieder voor zover het hun bevoegdheden en verantwoordelijkheden betreft. Zij zijn hiervoor ieder afzonderlijk verantwoording verschuldigd aan het dagelijks bestuur.
De algemeen directeur staat het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter bij in de hun opgedragen taken en kan gemachtigd worden om namens hen, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft, bepaalde besluiten te nemen en om bepaalde stukken die namens het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur uitgaan namens het desbetreffende bestuur te ondertekenen.
De regionale commandant bepaalt, mede aan de hand van de gegevens hem door het Regionaal Commando en Verbindingscentrum en de brandweeralarmcentrale verstrekt, welke lokale brandweer bijstand verleent en welke lokale brandweer eventueel in staat van paraatheid wordt gebracht. De brandbestrijding en hulpverlening in de bijstandverlenende gemeente of gemeenten blijven hierbij gewaarborgd.
De regionaal geneeskundig functionaris is eindverantwoordelijk voor de voorbereiding en organisatie van de geneeskundige hulpverlening bij rampen in de gehele regio Rotterdam-Rijnmond. In het geval van een ramp of een zwaar ongeval of de dreiging daartoe, kan hij, mede aan de hand van de gegevens hem door de Regionaal Commando en Verbindingscentrum en de CPA verstrekt, en in overeenstemming met de met de partners in de keten gemaakte afspraken, bepalen door welke geneeskundige capaciteit/organisatie bijstand wordt verleend en welke geneeskundige organisaties eventueel in staat van paraatheid worden gebracht. De hulpverlening in de bijstandverlenende gemeente of gemeenten blijven hierbij gewaarborgd.
Op verzoek van de burgemeester(s) van de betreffende gemeente(n) kan de regionaal geneeskundig functionaris belast worden met de operationele leiding over het optreden van geneeskundige keten bij de bestrijding van een ramp, of een andere zich daartoe lenende gebeurtenis. De regionaal geneeskundig functionaris maakt daarbij gebruik van de regionale structuur zoals vastgelegd in het Regionaal Operationeel Basisplan.
Voor de uitvoering van zijn taken is het openbaar lichaam een dienstverleningsovereenkomst aangegaan met de Gemeente Rotterdam. De taken genoemd in artikel 4 worden uitgevoerd door de Gemeentelijke Brandweer Rotterdam en voor wat betreft de taken in het kader van de Wet geneeskundige hulp bij ongevallen en Rampen door de Gemeentelijke Gezondheidsdienst Rotterdam e.o.
Het Regionaal Commando- en Verbindingscentrum.
Het Regionaal Commando- en Verbindingscentrum beschikt over een net van vaste verbindingen alsmede over een radionetwerk waarmee de alarmering van de brandweerkorpsen in de regio kan worden verzorgd en waarmee de verbindingen met de brandweervoertuigen en ambulances in het samenwerkingsgebied kunnen worden onderhouden.
Brandweeraangelegenheden deel uit:
en ongevraagd advies ten aanzien van de taak van het lichaam als bedoeld in artikel 4, onder a.
Commissie van Advies voor Ambulancezorg.
Commissie van Advies voor Geneeskundige Hulpverlening bij Rampen.
Het dagelijks bestuur stelt elk jaar een ontwerp-productbegroting van baten en lasten en kapitaalsinkomsten en -uitgaven op voor het volgende kalenderjaar. De begroting is zodanig ingericht dat daaruit blijkt welke kosten verband houden met de taak op grond van artikel 4, onder a, respectievelijk onder b, respectievelijk onder c.
De verdeling van de algemene kosten, alsmede de specifieke kosten, die gemaakt worden ten behoeve van meerdere deelnemende gemeenten, geschiedt naar evenredigheid van het aantal inwoners van iedere gemeente per 1 januari van het desbetreffende kalenderjaar. Voor de vaststelling van de aantallen inwoners worden aangehouden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers.
Het dagelijks bestuur kan besluiten, dat de deelnemende gemeenten ter voorziening in de lopende uitgaven een voorschot op de verschuldigde bijdragen betalen. Binnen vier weken nadat de deelnemende gemeenten in kennis gesteld zijn van dit besluit wordt het voorschot aan het openbaar lichaam overgemaakt.
De deelnemers waarborgen de betaling van rente en aflossing van de door het openbaar lichaam onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gesloten geldleningen volgens door het algemeen bestuur vast te stellen regels en naar evenredigheid van het aantal inwoners van iedere gemeente van het desbetreffende kalenderjaar en indien de geldschieters dit wensen onder het doen van afstand van de voorrechten, welke de wet aan borgen toelaat.
Een voorstel aan de raden van de deelnemende gemeenten tot wijziging van deze regeling kan worden gedaan door het algemeen bestuur of door de bestuursorganen van ten minste vijf van de deelnemende gemeenten, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 3 van de Brandweerwet 1985 onderscheidenlijk artikel 4 van de Wet ambulancevervoer en artikel 5 van de Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen.
Opheffing van de regeling is mogelijk indien Provinciale Staten van Zuid-Holland de besluiten als bedoeld in artikel 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, artikel 4 van de Wet ambulancevervoer of artikel 5 van de Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen wijzigen of intrekken danwel indien Gedeputeerde Staten het besluit als bedoeld in artikel 3 van de Brandweerwet 1985 wijzigen of intrekken. Het algemeen bestuur stelt, de raden van de deelnemende gemeenten gehoord, een liquidatieplan vast en regelt onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten de vereffening van het vermogen.
Deze gemeenschappelijke regeling treedt in de plaats van de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam Rijnmond 1992, gevestigd te Rotterdam.
De regeling kan worden aangehaald als “Gemeenschappelijke Regeling Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond 2000”.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 8 juni 2000.
De Secretaris, De Burgemeester,
Aldus vastgesteld door de burgemeester van Rotterdam op 8 juni 2000.
Dit gemeenteblad is uitgegeven op 14 juni 2000 en ligt op werkdagen van 9.00 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk informatie- en documentatiecentrum van de Bestuursdienst van de gemeente Rotterdam, stadskantoor kamer 100, ingang Rodezand 18.